N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Cultuurbeleid De gemeente Deventer gaat korter en beperkter onderzoek doen naar de betwiste samenvoeging van het poppodium en de schouwburg. Onder één dak is „lastig voor te stellen”, vinden de partijen.
De gemeente Deventer doet een stap terug bij het inpassen van een ‘popfunctie’ in de Deventer Schouwburg, een impopulaire ingreep die door het college was voorgesteld om kosten te besparen.
Het onderzoek naar huisvesting van het poppodium Burgerweeshuis ‘onder één dak’ met de schouwburg wordt, na een tegenvoorstel van raadsleden van de vier collegepartijen, korter en beperkter dan de betrokken wethouders beoogden. Intussen komt er nader onderzoek als voorbereiding op een verhuizing van het poppodium Burgerweeshuis naar een eigen, nieuw gebouw in de haven.
Dat heeft de gemeenteraad in Deventer woensdagavond besloten. Volgens de collegepartijen is het „lastig om iets voor te stellen” bij de vestiging van schouwburg en pop onder één dak.
In Deventer woedt sinds november politieke discussie rond de twee belangrijkste podia van de stad, het Burgerweeshuis en de Deventer Schouwburg. De huisvesting van beide podia in de binnenstad is verouderd en er is al vijf à tien jaar politieke discussie over alternatieven.
De schouwburg uit de jaren negentig staat half leeg; het poppodium Burgerweeshuis is gevestigd in een klein, historisch pand en zorgt daar voor geluidsoverlast. In januari hielden driehonderd popliefhebbers een protestmars door de stad om te demonstreren voor behoud van een onafhankelijk Burgerweeshuis. Ook haalde het poppodium ruim 7.500 handtekeningen op tegen het voorstel.
Leegstaande fabriekshal
Vorig jaar hebben beide podia met steun van de gemeente uitgebreide studies laten doen: de schouwburg onderzocht een grootscheepse verbouwing, het poppodium verkende de verhuizing naar een leegstaande fabriekshal in het havengebied langs de IJssel.
Afgelopen najaar bleek echter dat met name de renovatie van de schouwburg veel duurder zou worden dan eerder werd voorzien. Ook zouden de gemeentelijke cultuursubsidies voor beide podia flink omhoog moeten.
Daarom stelde het college in november voor om de verhuizing van poppodium Burgerweeshuis niet voort te zetten, maar eerst te onderzoeken of een „volwaardige popfunctie” een plek zou kunnen krijgen in de Deventer Schouwburg.
‘Eventuele meerwaarde’
Op initiatief van Collegepartijen Gemeentebelang, D66, CDA en PvdA wordt dat onderzoek nu ingeperkt. Plan is nu dat het theater, het poppodium en de gemeente voor 1 juli duidelijk maken of de samenvoeging van de podia „eventuele meerwaarde” heeft voor de stad. Aanvankelijk zou het onderzoek gedetailleerder zijn en tot september duren – een planning die beide podia al betwijfelden.
Intussen wordt, ook na een aangenomen voorstel van de vier collegepartijen, aanvullend onderzoek gestart voor de verhuizing van poppodium Burgerweeshuis naar de fabriekshal in de haven. Van die locatie zijn nog enkele financiële risico’s onvoldoende bekend, zoals kosten van de dakconstructie en bodemsanering.
De raadsleden van de vier partijen zeiden nadrukkelijk dat verhuizing voor hen „plan A” is. „En intussen onderzoeken we of plan B voor onder één dak misschien toch het ei van Columbus blijkt”, aldus D66-raadslid Jan Schuring. Wethouder Ilse Duursma (cultuur, CDA) wilde die rangschikking niet volgen. „We gaan eerst de risico’s onderzoeken en pas daarna kijken hoe we verder gaan.”
Voorstellen van GroenLinks en kleinere oppositiepartijen om het ‘onder één dak’-plan nu al af te wijzen en verder te gaan met de verhuizing van het Burgerweeshuis naar de haven, haalden het niet.