Vroedvrouwen en vuurwapens in Katie Mitchells plastische vertelling van ‘Die Frau ohne Schatten’

De clichés kun je uittekenen. Wispelturige minnaressen, hysterische vrouwen, de krankzinnige femme fatale die iedereen in het ongeluk stort – vrouwelijke operapersonages komen er vaak beduidend slechter vanaf dan de mannen. Richard Strauss’ meesterlijke Die Frau ohne Schatten vormt daarop nauwelijks een uitzondering.

Het sprookjesachtige libretto van Hugo von Hofmannsthal schetst de mannen voornamelijk als sullige goedzakken, terwijl het van de echtgenotes grillige en problematische karakters maakt. Kerngedachte is de zoektocht naar menselijkheid, die de vrouwen vooral danken aan de schaduw (‘Schatten’) die ze werpen – een symbool voor de vrouwelijke vruchtbaarheid. Zónder ben je geen volwaardig mens, impliceert het stuk.

Misogynie? Ach, zoiets moet je zien in zijn eigen tijd, ruim een eeuw geleden, vindt de één. Niks daarvan, zegt de Britse regisseur Katie Mitchell, die het werk bij De Nationale Opera door een hedendaagse lens laat zien. Die Frau ohne Schatten regisseert ze als een feministische scifi-thriller, en dat pakt overtuigender uit dan het klinkt.

Verborgen krachten

Sterke vondst is het zichtbaar maken van huwelijkse spanningen en de verborgen krachten die de plot bespelen. Hangt de god Keikobad in het oorspronkelijke verhaal slechts als een dreiging in de lucht (‘Übermächte sind im spiel’), bij Mitchell komt hij steeds als zwijgzaam, gazelle-koppig personage ten tonele. Zijn handlangers uit het geestenrijk zijn hier nietsontziende wolven met maffiosopakken en handpistolen.

Mitchells plastische weergave laat weinig aan de twijfel over. Kunstmatige inseminatie en zwangerschapsecho’s vervangen de ‘schaduw’ als symbool voor vrouwelijke vruchtbaarheid. De stemmen van ongeboren kinderen worden niet buiten het toneelbeeld gehouden maar naar het midden van de handeling getrokken.

Dat maakt de complexe verhaallijn verrassend inzichtelijk, met hulp van de tot in filmisch detail uitgewerkte decors van Naomi Dawson. De minimalistisch-chique esthetiek van het keizerlijk appartement, het rommelige huis van Barak en zijn vrouw, met goedkoop behang en vergeelde keukenkastjes, en de betegelde wachtruimte als gure onderwereld.

Scène uit de opera ‘Die Frau ohne Schatten’. Foto Ruth Walz

Gewelddadige thriller

Het vier uur durende verhaal vliegt erin voorbij. Volgens het programmaboek heeft Mitchell, naar eigen zeggen, ‘de opera getransformeerd van een wat traag sprookje naar een snelle en gewelddadige thriller’. Dat is misschien wat veel eer voor haar eigen werk, en te weinig voor de fenomenale muziek van Richard Strauss. Die is al razend spannend op zichzelf, en brengt juist door het geraffineerde gebruik van muzikale motieven al de nodige grijstinten aan in die typisch zwart-witte verdeling ‘man-goed-vrouw-slecht’.

De fijngevoeligheden van de partituur zijn in goede handen bij dirigent Marc Albrecht. Die Frau ohne Schatten kent hij door en door: hij maakte er in 2008 zijn Amsterdamse debuut mee, en zou er in voorjaar 2020 zijn chef-dirigentschap bij De Nationale Opera mee afsluiten – ware het niet dat de covidpandemie de productie vijf jaar vooruit wierp in de tijd.

De 130 musici van het gigantisch bezette Nederlands Philharmonisch lijken alles te willen geven voor hun oude chef. De vonken spatten uit de orkestbak, elke solo gaat vlekkeloos. Al na de eerste pauze neemt Albrecht de eerste bravo’s in ontvangst. Terecht, want het weelderige orkestspel is onder zijn leiding al reden genoeg om deze productie niet te missen.

Scène uit de opera ‘Die Frau ohne Schatten’. Foto Ruth Walz

Sterke indruk

Ook de solisten maken een sterke indruk. Michaela Schuster is een heerlijk gehaaide voedster, Daniela Köhler en Aušrinė Stundytė portretteren gelaagde hoofdpersonages. Absolute uitblinkers in vocaal opzicht zijn, ironisch genoeg, hun mannelijke echtgenoten: de soepele tenorstem van AJ Glueckert als Kaiser en de fantastische bariton Josef Wagner in de rol van Barak.

Niet alles in Katie Mitchells personenregie is even goed te volgen. Sommige sleutelmomenten voltrekken zich in de marges van het toneelbeeld en ontsnappen zo bijna aan de aandacht. Van andere zaken blijft het gissen waarom ze zo pontificaal in beeld zijn. Waarom staat het kinderkoor na gezongen te hebben pizza te eten in een drugslab? En moet nou echt de halve bühne in de slotscène worden afgeknald? Dat voelt een beetje losgezongen van Strauss’ weldadige finaleklanken.

Maar de kracht van Mitchells vertelling is dat ze niet probeert om de opera in onmogelijke bochten te wringen en als een vrouwvriendelijk verhaal te presenteren. Ze belicht vooral de problematische elementen uit de opera, met bijbehorende gendergedragingen, zonder die te willen oplossen of wegpoetsen.

De boodschap blijft gehandhaafd: de twee vrouwen zijn zonder schaduw incompleet. Pas in het licht van een dubbele zwangerschap vinden ze beiden het geluk. En wat doen hun echtgenoten? Die ontkurken een flesje schuimwijn naast de echomonitor. Het blijven mannen.