Kwetsbaar blauw: de keramiek van Piet Stockmans is als een zonnige lentelucht

Niet alleen de Franse schilder Yves Klein wist een kleur naar zich vernoemd te krijgen, ook de Belg Piet Stockmans lukte het. Het blauw van Klein is bijna knetterend fel ultramarijn, terwijl dat van Stockmans bestaat uit een reeks zachte schakeringen van het kobalt dat we van Chinees porselein kennen. Stockmans werkt dan ook met keramiek.

In het jaar dat hij 85 wordt, wijden het Maastricht Museum en zijn eigen Studio Stockmans in het Belgische Genk tentoonstellingen aan de kunstenaar, die zowel industrieel ontwerper is – vooral in de hoogtijdagen van keramiekfabriek Mosa in Maastricht – als vrij werk maakt, van wandsculpturen tot installaties met porselein.

In Maastricht is Een ode voor hem gemaakt, een kleine tentoonstelling die zijn verbinding viert met de stad en vooral Mosa, dat tegenwoordig alleen nog tegels maakt (de porseleinafdeling ging in 2004 failliet).

In één langgerekte zaal is kennis te maken met de man van wie weinigen de naam zullen kennen, maar velen wel zijn bekendste werk. Van zijn Sonja, een robuuste, stapelbare koffiekop voor de horeca, zijn vanaf 1969 zo’n 50 miljoen exemplaren gemaakt. Veel koffiedrinkende Nederlanders hebben weleens een Stockmans in handen gehad.

Poederig blauw

Een ode legt een verbinding met de geschiedenis van Maastricht via eeuwenoud aardewerk met het werk van Stockmans. Pièce de résistance is een nieuw werk van Stockmans over de lengte van de zaal, met talloze witte bekertjes die elk een soort blauw vlaggetje aan de bovenkant hebben. Omdat Stockmans in zijn vrije werken meestal geen glazuur gebruikt, hebben de objecten een zachte aanblik van melkwit en poederige blauwen, de kleuren van een zonnige lentelucht. Samen vormen de bekers een opstelling die meteen doet denken aan hoe de zee naar het strand rolt: eerst rustig en geordend, dan chaotischer, zoals de branding, en tot slot stukslaand op het strand, gesymboliseerd door een bergje zand.

Jammer dat de zaalteksten vooral gehaald zijn uit een video-interview met Stockmans, te zien op de tentoonstelling, ze zijn meer filosofisch dan verduidelijkend. Bovendien zijn de teksten in een lichte tint van Stockmansblauw op de vitrines geplakt, vaak voor een eveneens blauwe achtergrond, waardoor ze praktisch onleesbaar zijn.

Voor duiding is een autorit van een halfuurtje nodig: in Genk heeft interieurarchitect en curator Finne Claesen Blue Heaven ingericht om de verjaardag van Stockmans, haar grootvader, te vieren met een overrompelend overzicht van zijn leven en werk. Claesen geeft hem de ruimte en laat hem zelf zijn verhaal vertellen: de zaalteksten zijn in de eerste persoon enkelvoud.

Experimenteerdrang

Nadat hij is afgestudeerd als beeldhouwer en keramist, kan Stockmans al snel aan het werk bij Mosa. Een prachtig belichte gang laat zijn ontwikkeling als ontwerper bij de fabriek zien tussen 1966 en 1989: van bolle theepotten met een enkele versiering tot slanke serviezen met een toef of randje blauw.

Ertussen staan speelse peper-en-zoutstellen: de experimenteerdrang die Stockmans zou loslaten op zijn vrije werk is hier al duidelijk aanwezig. Bij één set buigt de ene strooier zich over de andere heen, bij een andere vormen ze samen een kegel, een derde is onderdeel van een reeks met zeskantige borden en potjes die een honingraatstructuur vormen. Er is zelfs een setje dat eruitziet als twee kop-en-schotels.

Die humor zit ook in het vrije werk van Stockmans. Hij verzamelt letterlijke misbaksels, producten die uit de oven komen met een beschadiging of productiefout, en slaat aan het experimenteren. Onderzoek doen naar de (on)mogelijkheden van keramiek maakt hij tot onderwerp van zijn kunst.

Vijf ‘misbaksels’ van theepotten, in Studio Stockmans.

Foto Roelie Fopma

Een set theepotten staat in de expo strak op een rij, ze lijken identiek. Pas bij nadere beschouwing blijkt dat de ene zijn oor heeft opgetrokken, dat een andere een verdwaald lapje porselein tussen potrand en deksel geklemd houdt, dat eentje geen tuitje maar een open mondje heeft. Ernaast twee hoge koffiepotten: de ene heeft zijn oor aan zijn kont hangen, de andere heeft vergeten zijn tuit de goede kant op te draaien. Allemaal hebben ze iets grappigs en schattigs: de onvolmaaktheid maakt ze bijna aaibaar.

Is het meeste van dit werk nog wit, Stockmans experimenteert ook met kleur. Een fraaie opstelling toont kleurproeven in talloze ‘kroesjes’: ronde schaaltjes waarin kleuren en glazuren worden getest. Tienduizend piepkleine smalle rechthoekige kroesjes verderop vormen één indrukwekkend kunstwerk: in vijftien rijen liggen ze als een bijna oneindige plaat blauw en wit in een bak op de vloer.

Herhaling is een belangrijk thema voor Stockmans. Hij maakt sculpturen met repeterende onderdelen die aan een muur kunnen worden gespijkerd – bij één adembenemend mooi werk zijn de bekertjes zo klein, kwetsbaar en licht dat ze met spelden aan de muur kunnen hangen, ze lijken van een afstand een bruisende waterval.

Een fascinatie voor het menselijk lichaam („het summum van kwetsbaarheid en tactiliteit”) houdt Stockmans over aan een moeilijke periode in zijn leven. De porseleinfabriek die hij in 1989 heeft opgericht nadat hij bij Mosa is vertrokken, gaat in 1992 door economische malaise ten onder. Hij maakt afgietsels van zijn gezicht die hij met de voorkant naar de muur ophangt (‘Met mijn gezicht tegen de muur’), afgietsels van vrouwen met een zwangere buik, bustes van 21 vrienden, die een indrukwekkende verzameling van 21 witte en 21 blauwe figuren vormen (‘Ode aan 21 vrienden’), en een aan draden boven de vloer zwevende vrouwenfiguur, ingezwachteld in tere witte windsels van textiel en klei.

Vrouwenfiguur, ingezwachteld in witte windsels van textiel en klei, in Studio Stockmans.

Foto Roelie Fopma

Michelinrestaurants

Ondanks de tegenslagen blijft de Studio Pieter Stockmans, opgericht in 1987, bestaan. Vrij werk en in opdracht gemaakt gebruiksporselein vinden wel hun weg naar liefhebbers, zoals Michelinrestaurateurs die bijzondere serviezen zoeken voor hun bijzondere gerechten.

Stockmans houdt nooit op met experimenteren. Een aantal van de getoonde werken zijn ‘shrinkages’: porselein krimpt tijdens het stookproces, een proces waar de maker niet volledige controle over kan hebben. Stockmans stelt de ‘mislukkingen’ tentoon. Een schaal die in de krimp is kromgetrokken, een vierkante mal met daarin een blauw bakje waarvan de hoeken naar binnen zijn gevouwen. Fraaie kunst die ook een fascinerend inkijkje in het maakproces van keramiek geeft: in dit ambacht kan niet alles lukken. Daarmee wijst Piet Stockmans ons op de kwetsbaarheid en imperfectie van mens en leven. Maar hij verzacht de boodschap met de schoonheid van een lentelucht.

Kroesjes met kleur- en glazuurproeven, in het Maastricht Museum.

Foto Jean-Pierre Geusens