Wat vindt NRC | Studentencorps moet het hardnekkige wangedrag aangrijpen om het uit te roeien

‘Bangalijsten’ (Groningen, 2016; Utrecht, 2024), ‘sperma-emmers’ (Amsterdam, 2022), ‘bilnaad-adjes’ (Leiden, 2018), kaarsvet-druipen-op-jongerejaars (Delft, 2022) – de benamingen alleen al. De lijst met incidenten op en rond studentencorpora wordt langer en langer. Grensoverschrijdend gedrag door leden van zogenoemde ‘traditionele’ studentenverenigingen lijkt onuitroeibaar. Een misselijkmakend patroon waar spaarzaam maar toch met enige regelmaat over wordt bericht, en waar universiteitsbesturen zich terecht boos over maken. Toch verandert er helemaal niks.

Het onderzoeksverhaal over het Utrechtsch Studenten Corps (USC) afgelopen week in NRC belicht een nieuw dieptepunt in een veel te lang bestaande reeks. Het artikel biedt een treurig inkijkje in de beperkte leefwereld van sommige studenten. Studenten die zich niets aantrekken van de buitenwereld, geen fatsoensnormen hebben – laat staan humor – en elkaar de hand boven het hoofd houden.

Met voorbeelden van chronisch pestgedrag, excessief drank- en drugsgebruik, racisme, seks onder dwang en zelfs verkrachting. Het tragische is dat de beschreven excessen hoe langer en meer plaatsvinden buiten het zicht van de eigen sociëteit. Daar wordt, na een reeks eerdere incidenten, door opvolgende besturen serieus gewerkt aan broodnodige cultuurverandering. Zowel Universiteit Utrecht als de Hogeschool Utrecht erkent dat en heeft eerder opgelegde sancties – na de bangalijst-affaire – weer geschrapt.

Maar straffen, ook intern opgelegd tegen individuele leden, maken op bepaalde groepen corpsstudenten geen indruk. Zij verplaatsen hun normloze machogedrag naar hun eigen zogenaamde ‘prominente’ studentenhuizen, in sommige gevallen gefinancierd door rijke ouders en reünisten. White privilege op de Oude Gracht of Maliebaan.

Dat is kwalijk en schadelijk voor de reputatie van de vereniging waar ze zo graag lid van zeggen te zijn. Het ontneemt het zicht op de positieve kanten van studentenverenigingen, die de laatste jaren juist zo hun best doen niet geïsoleerd in de samenleving te staan. Hetzelfde USC organiseert komende zaterdag traditioneel een Koningsdagfeest voor alle inwoners van Utrecht. Hetzelfde USC is deze week betrokken bij een speelse theatershow die studenten wijst op de gevaren van drank- en middelengebruik.

Het is veelzeggend dat het bestuur van het USC zo afhoudend reageert op de onthullingen van NRC. De huidige rector van de senaat zegt het „sterk eenzijdige beeld” niet te herkennen.

Dat is een gemiste kans. Het USC-bestuur – met hen de besturen van álle verenigingen die zo in het nieuws komen – zou de ‘negatieve publiciteit’ juist moeten aangrijpen om korte metten te maken met de kleine groepen die zich misdragen en het corps blijvend in een kwaad daglicht stellen. Het propageren van cultuurverandering, met holle frasen als ‘kernwaarden’ en ‘respectvolle omgangsvormen’, is betekenisloos zonder effectieve gedragsverandering.

Om te beginnen zou de zichzelf in stand houdende hiërarchische structuur moeten worden doorbroken. Hier is ook een rol weggelegd voor (jonge) reünisten. Zolang ouderejaars ongebreideld de jongsten in hun huis kunnen vernederen – ‘anciënniteit, hoort erbij’ – zullen die eerstejaars precies hetzelfde doen – of erger – als zij een jaartje ouder worden.

Er zijn tradities, abject en ingeroest, waar traditionele studentenverenigingen beter zonder kunnen.