Naar de eerste dag van de middelbare school droeg Duran Lantink, twaalf destijds, een shirt van Jean Paul Gaultier dat hij uit de kast van zijn moeder had gejat. Het shirt was transparant en hij had er zelf gaten in geknipt waar zijn tepels uitkwamen. Bijna al zijn klasgenoten („de grootste kakschool van Den Haag”) droegen Ralph Lauren-poloshirts.
Dinsdag werd bekendgemaakt dat Lantink (38) de nieuwe creatief directeur van Jean Paul Gaultier is, het modehuis waarvan hij al zijn hele leven fan is. Het modehuis werd in 1976 opgericht door Jean Paul Gaultier, het enfant terrible van de Franse mode. Sinds diens pensionering in 2020 wordt elk seizoen een andere jonge ontwerper uitgenodigd om een collectie te ontwerpen in de geest van Gaultier. Lantink is aangesteld als de permanente creatief directeur en gaat zowel ready-to-wear (in oplages geproduceerde kleren) als de couturelijn (op maat gemaakte en alleen op afspraak te bestellen kleren) ontwerpen.
De nieuwe enfant terrible van de mode. Welkom, Duran
Korset met puntbeha
Gaultiers beroemdste ontwerp is zonder twijfel zijn korset met puntbeha, groot gemaakt door Madonna in 1990 tijdens haar Blond Ambition-tour. Het vervormen van lichamen door met proporties te spelen is precies wat Duran Lantink ook al een paar seizoenen doet. Zijn kleren, die hij sinds 2023 in Parijs tijdens de modeweek showt, lijken vaak opgeblazen. Zijn bubble jeans, een gewatteerd minispijkerbroekje, stond op de cover van alle grote modetijdschriften. Net als zijn trenchcoat van bijna een meter breed.
Ontwerp van Duran Lantink.
Lantink won alle belangrijke internationale modeprijzen: in 2023 de Franse Andam Special Prize (100.000 euro); vorig jaar de Karl Lagerfeld Prize, onderdeel van de LVMH Awards van het gelijknamige modeconcern (200.000 euro); en eerder deze maand nog de Woolmark Prize (zo’n 172.000 euro).
Toen hij in 2013 aan de Gerrit Rietveld Academie afstudeerde, jaren voordat de term upcycling een modewoord werd, werkte hij al met deadstock: onverkochte kleren. Hij ontwierp collecties met overgebleven kleren van internationale luxeboetieks. Hij naaide een rok van Calvin Klein aan een top van Rick Owens, met één mouw van Moncler.
En hij werkte veel samen met kunstenaar Jan Hoek. In 2016 gaven ze samen een show tijdens Amsterdam Fashion Week met een collectie ontworpen voor en door een groep trans sekswerkers uit Kaapstad. Later maakten ze samen met mensen met een verstandelijke beperking een tentoonstelling voor Museum van de Geest in Haarlem.
‘Vaginabroek’
In 2018 brak Lanting internationaal door dankzij zijn ‘vaginabroek’ die in de videoclip van Janelle Monáes hit ‘Pynk’ (een ode aan de vulva) te zien was: een broek met golvende lage roze stof. Op YouTube is de clip zestien miljoen keer bekeken, de broek is te zien geweest op tentoonstellingen in onder meer The Museum at FIT in New York en het V&A in Londen.
Ontwerp van Duran Lantink.
„Ik zie in hem de energie, durf en speelse modegeest die ik zelf had aan het begin van mijn reis”, schrijft Jean Paul Gaultier, 72 inmiddels, in een statement. „De nieuwe enfant terrible van de mode. Welkom, Duran.”
Zijn aanstelling komt op een opmerkelijk moment. Nooit eerder wisselden er zoveel modehuizen tegelijkertijd van ontwerpers. Bij Chanel, Gucci, Loewe, Balenciaga, Dior Men, Jil Sander, Bottega Veneta, Mugler, Versace, Céline en Maison Margiela debuteren de komende tijd nieuwe ontwerpers.
Op 25 september presenteert Lantink zijn eerste collectie tijdens de modeweek in Parijs. In januari 2026 zijn eerste couturecollectie.
Hollandser kan het bijna niet, als je over de wegen van de Alblasserwaard rijdt. Groene weilanden waar zwartbonte koeien staan te herkauwen. Een groepje jongens, met rode wangen en gekromde ruggen, fietst onverstoorbaar tegen de wind in op eindeloze fietspaden. Niet ver van hier staan de beroemde molens van Kinderdijk.
Midden in deze polder ligt het plaatsje Molenaarsgraaf met 1.201 inwoners, twee kerken én Van Hoorne Studios, waar de film Fien & Teun Gaan op Schattenjacht werd opgenomen. De kinderfilm ging eerder in april in première en werd inmiddels zo’n 35.000 keer bezocht. Het is de vierde bioscoopfilm van dit duo. Maar wie zijn Fien & Teun? Mensen zonder kinderen óf kinderen ouder dan een jaar of 8 zullen er misschien nooit van hebben gehoord. Behoor je wel tot de doelgroep, dan zal het refrein van het titelnummer, een onverbiddelijke oorwurm, wellicht meteen in je hoofd zitten:
Fien en Teun, een boer en een boerinnetje
Fien en Teun, jouw vriendje en vriendinnetje
Wij houden veel van dieren
En we zijn ontzettend stoer
Fien een lief boerinnetje
En Teun een echte boer
De broer en zus – gekleed in blauwe tuinbroek, roze jurk, klompen aan de voeten en Fien met een traditioneel kanten mutsje op het hoofd – beleven allerhande ‘avonturen’ op hun boerderij. In deze nieuwste film komt neefje Sem logeren. Ze vinden een oude boot met een kist vol piratenkleding en een schatkaart. Dus gaan ze op schattenjacht. Fien & Teun lijken op weg om de Ot en Sien, of Jip en Janneke van de 21ste eeuw te worden. Of gaan ze de concurrentie aan met Mickey Mouse?
Het duo bestaat inmiddels elf jaar en figureerde in een tv-serie, vier bioscoopfilms, boeken en theatershows. Er is een themapark in het nabijgelegen Groot-Ammers, Avonturenboerderij Molenwaard, en een vakantiepark Familie Resort Molenwaard in het ook nabijgelegen Ottoland. In 2023 opende in China het eerste Fien & Teun-themapark in Wenzhou en op dit moment worden er in China nóg twee parken gebouwd.
Disney van de Lage Landen
De man achter dit ‘oerhollandse’ duo is Michael van Hoorne (44), eigenaar van de Van Hoorne-groep. „We willen de Disney van de Lage Landen worden”, vertelt hij op het hoofdkantoor in Molenaarsgraaf. Van buiten lijkt de verzameling gebouwen op een willekeurig kleinschalig bedrijventerrein, maar eenmaal door de deuren kom je binnen in de wereld die Van Hoorne tot in het kleinste detail heeft vormgegeven. Er is koffie met een Teun-vormig koekje. „Ik had nooit durven dromen dat dit zo’n succes zou worden”, zegt Van Hoorne.
Ooit begon hij in de paardensport, met de ambitie de nieuwe Anky van Grunsven te worden. „Uiteindelijk had ik te weinig talent”, vertelt hij. Niet veel later kreeg hij een nieuwe droom: musicalster worden. „Ik houd erg van op het toneel staan.” Wat minder leuk was: de audities die je daarvoor moet doen. „Dus ben ik voor mezelf begonnen.” Van Hoorne begon in 2003 met een eigen productie van tien voorstellingen over een kok in Madurodam. Hierna volgden meerdere musicals en samenwerkingen met andere bedrijven.
Michael van Hoorne op familieresort Molenwaard.
Foto John van Hamond
Van Hoorne maakte kennis met Fien & Teun, toen nog eigendom van het bedrijf Lief! Dit lifestylemerk ontwierp en verkocht voornamelijk baby- en kinderartikelen, van tassen tot kleding en dierenaccessoires. De karakters waren al door Lief! ontwikkeld en door illustrator Anet van de Vorst grafisch tot leven gewekt.
Van Hoornes bedrijf, om de hoek bij Lief!, werd gevraagd mee te denken. „Wij wilden er meteen educatieve karakters van maken. Ze moesten een verhaal vertellen over het landleven op de boerderij. Dat is ook de basis van het succes, denk ik. Het is leuk voor kinderen, maar ze leren ook over alles wat groeit en bloeit.” Voor inspiratie hoefde hij niet ver van huis. „Ik kom uit deze regio. Mijn ene opa was fruitteler, de andere had melkvee. Dit was ook de periode dat een tv-programma als Boer zoekt Vrouw door het dak ging. En je had bij Albert Heijn van die tuintjes die je kon sparen, ook dat was een groot succes.”
Uit deze samenwerking volgden tv-series voor RTL, muziekalbums met de liedjes en theatershows. Lief! ging failliet, Van Hoorne zag potentie en besloot met Fien & Teun door te gaan. Tot dusver lagen de projecten nog vrij dicht bij Van Hoornes oorspronkelijke musicalambities, maar hij had heimelijk nóg een droom: „Als kind zei ik altijd al dat ik een eigen pretpark wilde.”
Pannenkoekenlied
In 2018 kwam deze droom uit met de opening van Avonturenboerderij Molenwaard. „De burgemeester en de stichting die het terrein beheerde wilden die locatie herontwikkelen, met een educatief karakter. Daar pasten Fien & Teun naadloos in. We richten ons op de jongste doelgroep van 0 tot een jaar of 8, dat bleek een geweldige niche.”
Nog geen drie jaar later nam hij de volgende stap. Hij kocht een camping in Ottoland en transformeerde die tot Familie Resort Molenwaard, een vakantiepark met (binnen)speeltuinen, theater, een manege waar je op excursie kunt, een knutselschuur en een Disney-waardige parade op het dorpsplein. Je slaapt in kleine boerderijtjes of lieflijke huisjes. Een binnenzwembad is in aanbouw en er wordt gesproken over de aankoop van omliggend land.
Er wordt geoefend in de repetitieruimte voor theatervoorstellingen. In deze studio worden ook de Fien & Teun-films opgenomen.
Foto John van Hamond
De slogan van de Van Hoorne-groep is ‘360 graden geluk’. „Dat is wat we verkopen. En dat doen we door alles te laten kloppen. In de parken, op het toneel, in de films. Zo testen we onze films op een jong testpubliek. Waar moet even een dansliedje komen om de aandacht te trekken?”
De totaalbeleving is er ook buiten de bioscoopzaal, in de parken. In het pannenkoekenrestaurantligt op tafel het door Van Hoorne geschreven boekje In 10 stappen naar 5 sterren dat elke medewerker dient te lezen.
Het concept sloeg aan, ondanks ‘corona’ en de daarmee gepaarde beperkingen. Vorig jaar bezochten 300.000 bezoekers de Avonturenboerderij en verbleven 50.000 mensen op het resort. Van Hoorne: „We schuwen clichébeelden niet: klompen, melkbussen, molens, kaas. Mensen vinden dat helemaal niet erg, ze omarmen het.”
En de clichébeelden worden niet alleen omarmd door Nederlanders. Inmiddels zingen Fien und Teun op het vakantiepark hun welkomstlied ook in het Duits, er liggen souvenirs voor toeristen bij Kinderdijk en er is dus zelfs een Chinees themapark. „Dat doen we onder licentie, ik ben daar verder zakelijk niet bij betrokken. We ontwerpen het wel hier in huis, ook de twee parken die nu in aanbouw zijn. Het is fantastisch om daar rond te lopen, maar zakelijk ligt mijn ambitie er niet. Ik wil wel de grens over, maar dichter bij huis: België of Duitsland bijvoorbeeld.”
Michael van Hoorne in gesprek met een winkelmedewerker op familieresort Molenwaard.
Foto John van Hamond
Woezel & Pip
Tijd voor een rondleiding. Alle gebouwen op dit bedrijventerrein horen bij Van Hoorne. Er werken inmiddels zo’n vierhonderd mensen bij het bedrijf, onder wie zijn broer en zijn moeder. In een omgebouwde vrachtwagenloods bevindt zich de studio waar alle Fien & Teun-films zijn opgenomen en nu twee vrouwen staan te repeteren voor Shrek De Musical. Musicals produceert Van Hoorne nog steeds.
Op kantoor zijn ontwerpers bezig met een nieuw themapark dat volgend jaar in Noord-Brabant geopend moet worden. Geen Fien & Teun dit keer, maar Woezel & Pip. Ook peuterdarlings – de hondjes zijn sinds 2023 eigendom van Van Hoorne. En dan een ruimte bomvol merchandising. T-shirts, knuffels, pyjama’s, bordspellen, regenlaarzen, kleurboeken, dekbedovertrekken, knutselkoffers, stepjes – een duizelingwekkend aanbod.
De merchandising bij Van Hoorne.
Foto John van Hamond
Van Hoorne verklaart: „We zijn een commercieel bedrijf, we zitten nu op 30 miljoen omzet en de ambitie is dat het in 2030 rond de 100 miljoen zit.” Van Hoorne wijst naar een hoek gewijd aan ‘Mike & Molly’, de schaapjes van Fien & Teun, die nu ook hun eigen serie hebben op RTL en Videoland. „Neutrale kleuren zijn nu heel erg in bij de ouders van baby’s, daar passen Mike & Molly perfect bij.”
Rustige doelgroep
Het resort ligt op vijf minuten rijden van het hoofdkantoor. Achter de parkeerplaats liggen de voetbalvelden van de lokale voetbalclub. Van Hoorne is hoofdsponsor; de jeugd voetbalt in Fien & Teun-tenues.
Het is half zes ’s avonds, het park is volgeboekt, maar er heerst complete rust. „Dat is ook een voordeel van deze doelgroep”, zegt Van Hoorne, „niemand heeft er last van.” Van Hoorne heeft zelf geen kinderen, ze staan ook niet op de planning. Waarom dan toch een heel leven wijden aan deze doelgroep? „Ik kan me heel goed in hun wereld inleven en ben ook nog wel kinds, denk ik.”
Van Hoorne maakt praatjes met het personeel, raapt papiertjes op en zet stoelen recht. „Ik let echt altijd op alle details”, zegt hij. Elk bordje, elke plantenbak past in de wereld van Fien & Teun. Toch valt een huisje uit de toon, er blijken mensen te wonen. „Toen we de camping kochten, was alleen dit stukje eigen grond. Deze mensen wonen er dus nog.” Het huisje werd wel in de kleuren van het park geverfd, in overleg volgens Van Hoorne. „Mensen denken vaak dat dit de opa en oma van Fien & Teun zijn. Zij horen nu ook bij de familie.”
Lolita. U weet wel, dat meisje met de hartvormige zonnebril. Dat kind dat onder de tuinsproeier in een doorweekt, doorschijnend jurkje, een magazine ligt te lezen. Zeventig jaar geleden, in 1955, maakte men voor het eerst kennis met haar, in Vladimir Nabokovs gelijknamige roman, en sindsdien is ze een begrip. Of je dat boek nu gelezen hebt of niet, je hebt van haar gehoord, deze jonge ‘nimfijn’, het onweerstaanbare kindvrouwtje, achilleshiel van elke brave man. Althans, zo wordt ze doorgaans geïnterpreteerd.
We kennen haar überhaupt haast alleen via andermans interpretaties. In zijn roman laat Nabokov Humbert Humbert over haar aan het woord, een man van middelbare leeftijd. Humbert beschrijft hoe hij een kamer huurde bij de weduwe Haze en haar twaalfjarige dochtertje Dolores (Lolita is zijn koosnaampje voor haar). Hij begeert het meisje en er ontwikkelt zich een seksuele relatie tussen hen. Subtiel – te subtiel voor veel lezers – maakt Nabokov duidelijk dat Humbert een onbetrouwbare verteller is. Hij beweert door het meisje verleid te worden, maar niets in haar handelingen wijst daarop. Hij is het zelf, die haar verschijning erotiseert.
Nabokov heeft willen onderzoeken hoe iemand zich zodanig kan verliezen in een erotische obsessie, dat hij, om die obsessie te voeden, bereid is alle morele grenzen te negeren. Nabokovs Humbert houdt zichzelf voor zich in een opwindend liefdesverhaal te begeven, terwijl hij in wezen onderwerp (lees: aanstichter) is van een verhaal over pedofilie, kidnapping en verkrachting. Hoe ver kun je een lezer meenemen in de zelfrechtvaardiging van zo iemand, daarin was Nabokov geïnteresseerd.
Ver dus, kennelijk. Want wrang genoeg is het het door Humbert geseksualiseerde beeld van het kind, en niet de afschuwwekkende grensoverschrijdingen die hij begaat, wat bij de meeste lezers beklijft. Lolita wordt in woordenboeken gedefinieerd als ‘een jong, wellustig meisje’.
F*ck Lolita van Het Zuidelijk Toneel. Foto Sofie Knijff
In de fantastische theatervoorstelling F*ck Lolita laten regisseur Silke van Kamp en schrijver Annet Bremen dit meisje nu zelf aan het woord. Humbert is er wel, vertolkt door Joep van der Geest, maar zwijgt. Lolita ontsteeg eerder het lijdend voorwerp in het Nederlands theater, bijvoorbeeld in Lolita van Club Lam uit 2021.
F*ck Lolita is een genuanceerde, scherpe, krachtige monoloog, die niet alleen gaat over de dynamiek tussen Lolita en Humbert maar, via hen, over de alomtegenwoordige seksualisering van jonge meisjes (wrang zijn bijvoorbeeld de biografieën van de actrices die Lolita speelden in de verfilmingen); over hoezeer men bereid is weg te kijken van seksueel misbruik; over de macht van degene die het woord krijgt; over hoe misbruikslachtoffers geneigd zijn zichzelf te beschouwen als aanstichter; over hoe trauma werkt; over de misvatting dat daders ‘monsters’ zouden zijn – vaak zijn het schokkend normale, vriendelijke mensen. Twee uur lang enerverend, hoogst urgent theater is het.
Keja Klaasje Kwestro speelt Lolita, en doet dat weergaloos. Op de een of andere manier zijn vrouwenrollen in haar vertolking nooit verontschuldigend, nooit geïnfecteerd door schaamte of spot, hoe kwetsbaar of naïef of gretig-kirrend ze ze ook neerzet. Haar Lolita is prachtig veelkantig. Afwisselend speels en bazig en geestig en razend eist ze die ruimte voor zichzelf op.
Ze laat je kennismaken met de kleine Dolores, grootgebracht door een door rouw verscheurde moeder, die haar niet vast kan houden „omdat ze denkt: als je iets vasthoudt gaat het dood.” Het kind dat er desondanks naar hunkert aangeraakt te worden. Het kind dat onstuimig nieuwsgierig is naar hoe dat is, tongen met jongens. Het kind dat op de hoge hakken van de moeder van een vriendinnetje over straat paradeert, in de hoop dat er een man naar haar kijkt.
En we zien de volwassen versie van haar, de oude vrouw die, na een lang leven getekend door zelfverwijt, nu inziet dat geen enkele kinderlijke hunkering of gedraging ooit een rechtvaardiging mag vormen voor kindermisbruik. Een vrouw die weigert nog langer als andermans guilty pleasure te fungeren. Die de schaamte, vergelijkbaar met heldin Gisèle Pelicot, teruggeeft aan degene die hem toebehoort.
Dolores Haze was niet wellustig. Ze was geen achilleshiel. Misschien is het tijd dat we dat beeld van haar overschrijven.
Ze was twaalf.
Lees ook
Deze recensie van een essaybundel: ‘Wat betekent Lolita in onze tijd?’
De Vlaamse Pommelien Thijs uit zich in meerdere disciplines: ze is bekend als actrice in Vlaamse tv-series, ze maakt haar eigen duurzame kleding, en is populair als zangeres. De stijl van haar liedjes valt onder opbeurende popmuziek, maar inhoudelijk is ze veelzijdig.
Pommelien Thijs (24, Kessel) groeide de afgelopen jaren uit tot een ster dankzij hits als ‘Atlas’ en ‘Nu Wij Niet Meer Praten’ die haar eerst in België en snel ook in Nederland bekend maakte. Dat ze een idool is voor velen, bleek in een uitverkocht Paradiso, Amsterdam, waar ze op Koningsnacht optrad. Het publiek zong de teksten mee en was aandachtig vanaf het moment dat Thijs en haar vijf bandleden het podium opkwamen.
Een windmachine waaide haar blonde haar door de war, drie muzikanten stonden ieder op een eigen verhoogde kubus, naast Thijs speelden twee dynamische gitaristen. Zo ontstond een levendig beeld, bekroond door het grootste drumstel dat de afgelopen tijd in Paradiso stond.
Thijs is innemend, springerig en vol overgave. Binnen enkele liedjes was de stemming verhit, zowel in de zaal als op het podium. Snel verscheen zangeres Meau om twee nummers samen te zingen: Meau’s ingetogen ‘Dat Heb Jij Gedaan’, met tweede stem van Thijs, en hun gezamenlijke ‘Droom Het Donker Weg’ waarin de energieke (Thijs) en melancholische zangstem (Meau) elkaar mooi afwisselden.
Al aan het begin speelde ze de nieuwe single ‘Tegenwoordige Tijd’. In deze tekst doorbreekt Thijs de gebruikelijke persoonlijke thema’s met kritische observaties over de huidige tijd. Zonder hem bij naam te noemen verwijst ze naar Elon Musk (‘ze vliegen in raketten naar de hemel’) en ‘De kleine mens betaalt zich blut/ Een kleinigheid voor de één procent die overblijft’. En ze maakt zich druk over ‘de jeugd van tegenwoordig’, want ‘die weet niks meer van politiek’.
In haar woorden is Thijs vaker origineel. Bijvoorbeeld in de onderkoelde opmerking in ‘Erop of Eronder’: ‘Ik las het deze week op het internet..’ – het werd enthousiast meegezongen in Paradiso. ‘Kleine Tornado’ is een teder betoog over haar eigen jeugd als ‘druk’ meisje, en was grappig genoeg een van haar weinige kalme nummers.
Thijs heeft veel mogelijkheden, blijkt, toch kiest ze muzikaal voor een bekend geluid. De nummers van het album ‘Per Ongeluk’ en haar singles, zijn opgewonden uitbarstingen, vitaal gezongen met soms schel overslaande stem. Zo is de omlijsting minder avontuurlijk dan haar teksten. Gitaar en drum hebben een doorsnee geluid en de opbouw van de nummers zie je aankomen, door hoe de drums invallen en de pauzes worden getimed.
In Paradiso waren de uitvoeringen pittiger, bijna elk liedje kreeg bijval: ‘Zilver’, ‘Meisjes Van Honing’, ‘Authentiek’. De tekst van ‘Wat Een Idee’ is weer inventief. ‘Ik hou van het idee van jou’ werd hier met volle overtuiging geëchood door ook de jongste fans in de zaal, rond de acht jaar.
Lees ook
Pommelien Thijs werd onder meer bekend van de serie Knokke Off, lees hier een recensie uit 2023