Nederland is een land van tradities. Van normen en waarden. En nu mogen we een waarde vieren waarvan ik niet eens wist dat we hem hadden: 130 kilometer per uur rijden op de snelweg. Op drie stukjes snelweg, bedoel ik. Drie stukjes in heel Nederland. Maar god allemachtig, wat mogen we daar hard rijden.
Dit gegeven hield de Nederlandse televisie maandag flink bezig. Rond de paar plekken waar we nu lekker vroem-vroem konden doen werd weggebruikers gevraagd wat ze van deze ontwikkeling vonden. Voxpopjes doken overdag op in Goedemorgen Nederland (WNL), het NOS Journaal, RTL Nieuws en Nieuws van de dag (Talpa) en later op de avond mocht dan bijvoorbeeld René Froger bij Renze (RTL) weer op de voxpopjes uit RTL Nieuws reageren (het voxfrogje). Sommige Nederlanders waren blij, andere Nederlanders vonden het onzin en René Froger vond dat mensen ook 70 of 80 kilometer per uur konden blijven rijden als ze dat liever wilden; zo lang ze maar aan de rechterkant bleven, natuurlijk, want anders werd het gevaarlijk. Geknik aan tafel. Zo ontstond toch weer een mooi genuanceerd beeld over deze Nederlandse waarde.
Het was sowieso een leerzame tv-dag voor mensen die zich zo onderhand afvragen wat die Nederlandse normen, waarden en tradities nou eigenlijk zijn. Als ik het goed heb begrepen zijn door de NTR geproduceerde programma’s als Het Klokhuis en Het Sinterklaasjournaal wel een belangrijke Nederlandse traditie, maar de NTR zelf niet. Dat concludeerde ik uit het Kamerdebat met minister Eppo Bruins, dat te volgen was op NPO Politiek. En uit de woorden van Tweede Kamerlid André Flach (SGP) in zowel Goedemorgen Nederland als Nieuws van de dag – ook voor hem was het een lange maandag – concludeerde ik dat godsdienstvrijheid wel een belangrijke Nederlandse traditie is, maar het recht van moskeeën op versterkte gebedsoproepen niet. Dus: wél vroem-vroem, wél Sinterklaasjournaal, géén NTR, wél godsdienstvrijheid en géén versterkte gebedsoproepen. Verder nog iets?
Waterpistolen
Jawel. Bij Eva (AvroTros) was nog een belangrijke mediatraditie voelbaar: de ons-kent-onscultuur. Vader Pieter Jan Hagens was te gast met zoon Sam Hagens (door Jinek ook wel „schatje” genoemd). Ze hadden dezelfde oogopslag, alleen wezen de mondhoeken en het haar van Pieter Jan een beetje omlaag en die van Sam een beetje omhoog. Inhoudelijk waren er meer verschillen: Pieter Jan had altijd gewerkt voor de publieke omroep, terwijl zijn zoon bekend was geworden op SBS6. Daar was hij een tijd vaak te gast geweest bij Vandaag Inside. En hoewel Pieter Jan ’m eerst wel geknepen had toen zijn zoon daar aanschoof, was hij al gauw gaan beseffen dat het „een fantastische leerschool” en „een heel mooi podium” is om te laten zien wat je kunt. Dat vonden Sam en Jinek ook.
„Het mooie was ook echt dat VI op een gegeven moment heel serieus werd genomen”, zei Sam; „ook door politiek Den Haag. Zeker door dit kabinet, maar ook door het vorige. Het was heel belangrijk wat er in VI gezegd werd en met name wat er door Johan Derksen gezegd werd.” Johan Derksen – die van die kaars in de bewusteloze vrouw, weet je wel. Die nemen ze in Den Haag heel serieus. Daarom keek ik ook nog maar een stukje van VI. In minuut zes bekeken de mannen beelden van vrouwen die een spel deden met waterpistolen, waarna René van der Gijp gierde: „Ik spuit ze wel eens natter hoor. Jij niet?” En dat brengt me tot de laatste belangrijke traditie die ik maandagavond heb genoteerd. Hoe ging dat ene gedicht ook alweer? Heel oud, heel Hollands – ah ja, dat was ’m:
‘Ik stond te springen toen ik hoorde dat we Moeder Courage gingen doen”, zegt Tamar van den Dop, lid van het vaste ensemble bij Het Nationale Theater. „Als actrice krijg je weinig kansen om complexe personages te spelen. Het is toch vaak de gekwetste ex of de vrouw van middelbare leeftijd die om zich heen slaat. En toen ik jonger was waren het maagden die zelfmoord wilden plegen omdat ze een man niet kregen. Moeder Courage is anders, gelaagder: ontroerend én hard, pervers én grappig, niet sympathiek, en op een bepaalde manier kwetsbaar. Ze behoort tot de zeldzame klassieke vrouwenrollen, dus ik was blij dat ik het mocht doen.”
In Moeder Courage, een veel gespeeld anti-oorlogsstuk uit 1939, geeft de Duitse auteur Bertolt Brecht een beeld van de ontwrichtende werking van oorlog en van de blinde hebzucht die machthebbers drijft. Hoofdpersoon Moeder Courage trekt met haar drie kinderen door oorlogsgebieden, handel drijvend vanuit haar kar. Bij Brecht is de oorlog zeventiende-eeuws, maar in de nieuwe vertaling van Han van Wieringen speelt het stuk zich af in een apocalyptisch aandoend visioen van een verwoeste wereld.
Moeder Courage is weer eens een hoofdrol voor actrice Tamar van den Dop (55). In haar carrière speelde ze vele markante rollen, in haar doorleefde, betrokken stijl, die maakt dat je altijd nieuwsgierig wordt naar haar personage. Meest recent toonde ze haar capaciteiten in de grootse soloEvery Brilliant Thing. Bekend werd ze op jonge leeftijd door haar werk buiten het theater, in films (waaronder Karakter, 1997) en tv-series (waaronder Zwarte sneeuw, 1996). Vorig maakte ze indruk met haar opzienbarende documentaire Mag ik je aanraken? over het spelen van seksscènes. Na twee korte films en twee speelfilms was het haar vijfde productie als regisseur.
In een kantoor bij de repetitiestudio van Het Nationale Theater, naast de Koninklijke Schouwburg, vertelt Van den Dop waarom ze zich zo aangetrokken voelt door de nieuwe rol, het stuk van Brecht en de regie van Liesbeth Coltof. „Moeder Courage is een moeder die moreel bochten moet maken. Ze kiest keihard voor zichzelf, desnoods ten koste van een ander. Bij Brecht is het: ‘Zie de mens.’ Nou, dit is de mens. In al zijn verschijningsvormen, ook de donkere kant.”
Moeder Courage wordt vanwege haar handeltje in eten en wapens vaak geduid als oorlogsprofiteur. „Liesbeth noemt dat het mannelijke perspectief op dit personage. Daar wil ze in haar regie mee afrekenen. Dat vind ik leuk. Want wat doet ze anders dan proberen te overleven?”
Wat voor vrouw is het voor jou?
„Iemand die controle probeert te behouden. Ze wil haar kinderen levend door de oorlog krijgen. Zorg voor jezelf, want niemand gaat voor jou zorgen, zegt ze. Dat vind ik een mooie ingang voor haar keuzes. Als ik psychologiseer – wat Brecht niet wil, maar dat is mijn werk als acteur – zie ik iemand die veel heeft meegemaakt.”
Aan jezelf denken is niet de meest bewonderde eigenschap.
„Niet voor een vrouw. Een man die aan zichzelf denkt, is sterk, een leider. Een vrouw moet zacht zijn, baarmoeder, borsten met melk, zorgzaam. Dat is een hardnekkig idee.”
Moeten we van haar gaan houden?
„Dat weet ik niet. Maar ik hoop dat ik je aan het lachen kan brengen. En dat je ontroerd bent omdat je het geworstel ziet van de mens in dit verrotte systeem.”
Wat voor moeder is het?
„Een pragmatische. Ben jij vader? Herken je dat: als shit hits the fan word je koel. In je hoofd ga je regelen. Pas als het klaar is, krijg je de bibbers. Moeder Courage heeft altijd dat koele, want ze heeft geen tijd voor bibbers.
„Een schaamteloze moeder is ze ook. Haar oudste zoon noemt ze zonder terughoudendheid haar favoriet. Omdat hij groot, sterk, breed is. En onverschrokken. Dat is wat ze nodig heeft. Ik heb twee kinderen, maar nee, geen favoriet.” Grappend: „Het wisselt per dag, afhankelijk van wie er het meeste meewerkt.
„Tegen haar dochter, die niet meer praat, zegt ze: ‘Jouw zwijgen is een zegen. Jij zult nooit je tong willen afsnijden, omdat je de waarheid hebt gezegd.’ Voor mij is dat een tegeltje van het personage. Met het publiek deelt ze wat ze denkt. Maar ze heeft geleerd dat niet hardop te zeggen.
„Ze is ook een sjacheraar, een marktkoopvrouw. Mijn moeder stond op de markt, op de Noordermarkt en de Lindengracht in Amsterdam. Dus ik ken die types wel van toen ik klein was.”
Wat herken je?
„Haar harde humor. Zegt de ene marktkoopman tegen de ander: ‘Waar is Sjaak?’ ‘Sjaak is ziek.’ ‘Wat heeft die dan?’ ‘Tering.’ ‘Tering?’ ‘Ja, tering aan zijn maag. Hij heb van zijn eigen spullen gegeten.’ En dan lachen. Terwijl ze natuurlijk erg om Sjaak geven. Bij dat soort humor voel ik me thuis. It takes a village to raise a child: de markt was mijn dorp.
„Dat volkse is mooi aan Brecht. Hoe wij het brengen, met gordijnen met hoofdstuktitels erop, neigt ook naar volkstoneel. Het is een avond met zang, dans en muziek.”
In het stuk brengt oorlog verwoesting en chaos.
„Het is misschien een privilege dat ik het kan zeggen, maar geweld is totaal nutteloos. Ik zie alleen maar nieuwe generaties met trauma’s ontstaan.”
Foto Roger Cremers
Ze verwijst naar Leedvermaak, het toneelstuk van Judith Herberg over onverwerkte oorlogstrauma’s die generaties lang doorwerken, waar ze in 2022 in speelde. „Dat heb ik van Leedvermaak geleerd. En ik weet het door mijn eigen Joodse achtergrond. Nu zijn er weer fascistoïde mannen die coûte que coûte de wereld willen platbranden. Daar zit een grote bel verdriet onder bij mij.”
Waarom?
„Ik weet uit ervaring wat intergenerationeel trauma is. Het was verdrietig om tijdens het spelen van Leedvermaak door te krijgen wat voor een immense invloed die oorlog heeft gehad. Waarom ik zo’n kleine familie heb. Waar de trauma’s van mijn ouders vandaan komen. Om te zien waar ik ze doorgeef aan mijn kinderen. En om te merken dat de geschiedenis zich herhaalt, met de oorlog in Gaza, met de terroristische aanslag op 7 oktober. Met hoe de regering-Netanyahu reageerde.” Ze slaat de handen voor haar ogen. „Dat ik dacht: ‘Nee, nee, niet doen, niet op die manier.’
„Ik maak me alleen maar zorgen om het verdriet aan beide zijden. Het is moeilijk om er woorden aan te geven. Soms haken de woorden scheef in mijn mond.”
Ze begint zinnen zonder ze af te kunnen maken. „Ik ga stotteren.” Geëmotioneerd: „Het enige wat ik kan, denk ik, is in het midden staan, handen vastpakken en menselijkheid laten zien.”
Na een slok water: „Ik ben blij dat ik in dit stuk iets kan laten zien over oorlogen waardoor volgende generaties beschadigd opgroeien.”
Je vader, die nooit in je leven is geweest, is zo iemand met een oorlogstrauma.
„Hij heeft me ooit benaderd met de vraag of ik erover wilde praten, maar daar was ik toen niet aan toe. Nu heb ik geen contact meer met hem. Maar ik weet wat het getto van Warschau met hem heeft gedaan: door zijn afwezigheid, door hoe hij met mijn moeder is omgegaan.
„Ik ben zonder vader opgegroeid. Misschien was het ook wel beter voor mij dat hij er niet was. Ik heb de naam van mijn moeder, dus dat de kinderen van Moeder Courage verschillende vaders hebben, maakt de rol ook inspirerend. Dit is nou eens een stuk waar de vader er niet toe doet. Dat ken ik. Dus ik voel me gerechtvaardigd om die rol te spelen.”
Dat ben je altijd. Je bent actrice.
„Ja, ja, maar soms wordt er gezegd: ‘Wie zijn wij dat wij dit vertellen.’ Dat is dat moraalridderige van deze tijd, waar ik niet zo goed tegen kan. Het redeneren in zwart-wit. Je bent voor of tegen. Maar de wereld is een grijze bende. Ik zie altijd een ander perspectief als ik denk iets te weten. Dan eindig ik toch weer met een vraagteken. Misschien is dat heel Joods.”
Voel je je Joods?
„Ja. Door de geschiedenis. Ik ben niet gelovig, ik wil niet in Israël wonen, maar puur doordat veel familie vermoord is. Puur omdat ik, als ik in de jaren dertig en veertig geleefd zou hebben, vermoord zou zijn. Vroeger dacht ik: ik ben Tamar, ik ben Amsterdams. Maar ik ontkende daarmee een deel van mijn identiteit. „Nu is het eng om te zeggen: ‘Ik ben Joods’.” Door wat de regering-Netanyahu doet. Het is niet in mijn naam. Het is afschuwelijk. Maar ik ben en voel me toch Joods.
„Mijn lieve moedertje, een vrouw van 84, stond onlangs tijdens de herdenking van de Februari-staking op een pleintje toen er mensen met Palestijnse vlaggen langskwamen en haar uitscholden voor fascist. Ze heeft me dat vertelt, nog natrillend. Terwijl haar oma veel familie heeft verloren. Dat de wereld dat doet, dat die lijnen op elkaar botsen in de Jordaan, is hartverscheurend. Ik probeer haar dan uit te leggen dat die mensen bang zijn, en boos. Dat het voortkomt uit pijn. Dat niet iedereen zo denkt. Dat het niet gaat om haar. Ik probeer het te relativeren.”
Dat je moeder wordt uitgescholden?
„Er is geen andere weg. Elkaar maar blijven haten, bang zijn voor elkaar en elkaar de kop inslaan, heeft geen zin. En als ik de beelden van Gaza zie, begrijp ik de woede.”
Ze onderbreekt haar woordenstroom. „Ik vind het heel eng om het hierover te hebben. Ik moet balanceren op een dun lijntje.”
Hoe blijf je overeind?
„Er zijn ook lieve mensen vanuit de islamitische hoek die mij beschermen en die zeggen: ‘Doe maar niet je Davidster om.’ Of die mij verzekeren: ‘Lieve buurvrouw, wij denken dat niet.’
„Ik zit niet in één kamp. Ik sta er tussenin. Met mijn zwarte haar werd ik als kind gezien als buitenlands. Soms werd ik er lukraak tussenuit gehaald, zoals in een museum. ‘Weg bij dat schilderij!’, werd er dan gezegd. Nu ben ik wit, een witte vrouw. Voor mijn gevoel hoor ik nergens bij en dus overal bij. Ik heb zelfs Marokkaans bloed in me, van een voorouder van vaders kant. Ik ben een mengelmoes.
Foto Roger Cremers
„Dat ik bij iedereen wil horen, is misschien mijn overlevingstactiek. Moeder Courage heeft dat ook. Die zegt: ‘De ene keer zeggen ze dit, dan dat, het zal allemaal wel.’”
Groeit het je Joods voelen nog?
„Als er meer antisemitisme is, word ik meer Joods. Omdat ik dan denk: ik moet op de anderen letten. Gaat het wel goed met ze?
„Het is goed dat ik me beter bewust ben van mijn Joodse identiteit. Het helpt me de wereld voor mijn kinderen te duiden. Het helpt me het belangrijke van het onbelangrijke te scheiden, opdat ik mijn zorgen niet bij hen neerleg.”
Is het moeilijk om vrolijk te zijn in deze tijd?
„Gelukkig heb ik ook een enorme dosis liefde voor humor meegekregen van moeder natuur. Dat is de Jordaan, waar ik ben geboren, of dat Joodse. Tiel, de eigenaar van de kroeg naast het huis van mijn moeder, is als een broer voor me. Als ik hem zie, hebben we het even over politiek, tot hij een grap maakt en we pissend van de lach op de grond liggen. Je moet ook lachen om dingen, anders word je gek.”
Is het genoeg: een anti-oorlogsstuk spelen?
„Het stuk is niet alleen anti-oorlog. Ik hoop dat je ook het mechanisme erachter ziet. Het is natuurlijk triest dat Courage roept: Als je niet voor jezelf kunt zorgen, rot dan maar op. Je mag hopen dat mensen in de zaal dan denken: ‘We moeten zien te voorkomen dat iemand wordt zoals zij.’ Ik hoop dat mensen denken: ‘Ik moet de mens blijven zien. Ik moet de menselijkheid in mezelf blijven zien.” De laatste woorden fluistert ze als in een mantra: “Zacht blijven. Zacht blijven. Zacht blijven.”
Mariene biologen en liefhebbers over de hele wereld konden in maart live meekijken toen een diepzeeduikboot beelden maakte van een doorzichtig, glasachtig wezen met oplichtende rode ogen. Deze dinsdag maakten onderzoekers bekend dat het om een Mesonychoteuthis hamiltoni ging, in het Nederlands de kolossale inktvis, die leeft in de dieptes van zuidelijke oceanen. Het is de eerste keer dat deze inktvis levend werd vastgelegd.
Het gaat om een dertig centimeter lange baby van de soort. Volgroeid kan deze voor zover bekend grootste inktvissoort ter wereld zo’n zeven meter lang worden – sommige schattingen gaan zelfs tot meer dan tien meter. Eenmaal volwassen verliest de kolossale inktvis zijn doorzichtigheid en daalt hij met roodbruine huid nog dieper af in de zuidelijke oceanen.
„Het maakt je nederig om te bedenken dat ze geen idee hebben van het bestaan van mensen”, zegt inktvisonderzoeker Kat Bolstad van de Universiteit van Auckland, een van de betrokken onderzoekers. De beelden zijn gemaakt door een internationaal team met onderzeeër SuBastian van het Amerikaanse Schmidt Ocean Institute.
Dat onderzoeksinstituut is opgericht door Eric en Wendy Schmidt, een steenrijk Amerikaans echtpaar dat bekendstaat om hun filantropie. Eric Schmidt is de voormalige topman van Google. Het echtpaar heeft een stichting waarmee het bijdraagt aan verschillende projecten op het gebied van duurzaamheid en onderzoek, zoals het Ocean Institute.
Tentakels in potvis
De bij de inktvis betrokken onderzoekers doen een poging meer van het diepzeeleven op aarde in kaart te brengen. Daarvan is nu naar schatting pas 10 procent ontdekt. Bij toeval kwam de onderzeeër op weg naar de zeebodem de jonge kolossale inktvis tegen. De duik werd onderbroken om een paar minuten aan historische filmbeelden vast te leggen.
De kolossale inktvis behoort al honderd jaar tot de ontdekte oceaansoorten. In 1925 werd de kolossale inktvis voor het eerst door een bioloog omschreven, nadat delen van de tentakels van twee van de inktvissen in de maag van een potvis in de Zuidelijke IJszee waren gevonden.
De beelden van de kolossale inktvis werden begin maart gemaakt in de buurt van de South Sandwich Islands, een Brits overzees gebied enkele duizenden kilometers verwijderd van de Zuid-Argentijnse kust. De onderzeeër kwam de inktvis tegen op ongeveer zeshonderd meter diepte. Dieper dan een mens ooit zonder duikboot gedoken is, maar relatief ondiep voor de soort.
Volwassen kolossale inktvissen begeven zich dieper in de oceaan, mogelijk ingegeven door hun grootste natuurlijke vijand: de potvis. Deze walvissoort kan tot achttien lang meter worden en duiken tot tweeduizend meter diep. Zelf leeft de kolossale inktvis van kleinere inktvissen en vissoorten.
Van de mens heeft de inktvissoort voorlopig weinig te vrezen. Hoewel niet precies duidelijk is hoeveel kolossale inktvissen er zijn, is het dier in het internationale register van bedreigde diersoorten opgenomen in de categorie ‘minst zorgwekkend’. De vondsten van stukjes kolossale inktvis in potvissen doen vermoeden dat in de diepe zeeën een omvangrijke populatie huist.
Lees ook
Onder een afgebroken ijsschots bij Antarctica krioelde het van het zeeleven
Eventmanager Stefan (32) hoef je dus niet te bellen voor seks op een berg. „Daar ben ik dan misschien te saai voor”, zei hij voor de camera toen de autorit voorbij was. Het was best een eind rijden geweest: hij achter het stuur, kapper Dennis (44) in de bijrijdersstoel. Ze hadden het tot nu toe heel fijn gehad samen. Gezoend hadden ze ook, en in één bed geslapen. Maar in dat bed was verder weinig gebeurd. Niet dat dat erg was, ze kenden elkaar pas een dag. En toch: het was wel de bedoeling dat het intiemer zou worden, vroeg of laat. Dus was Dennis tijdens de autorit door de Provence begonnen met het verkennen van de mogelijkheden. Toen Stefan opperde dat hij wel even zou willen uitstappen, antwoordde Dennis: „En dan? Seks op de berg?” Waarop Stefan prompt reageerde met: „Néé-éé.”
In zo’n geval kun je een paar wegen inslaan, maar je moet wel snel beslissen. Dennis koos voor de ‘het was ook maar een grapje’-route. Heel safe, heel begrijpelijk. Noem het Schrödingers flirt: je poging tot toenadering is wel en niet oprecht tegelijk, tot de persoon die je tegenover je hebt erop reageert. Is de reactie positief, dan meende je het echt; is-ie negatief, dan was het een geintje*. En in dit geval was het dus – noodgedwongen – een geintje. „Ik weet niet helemaal hoe je daarmee moet omgaan”, zei Dennis tijdens zijn één-op-één-momentje met de camera. „Normaal leer je iemand kennen op… dat vlak, snap je? En nu is het allemaal zo…” Hij tilde zijn hand op, liet het goud rond zijn ringvinger zien. „Je hebt al een ring. Het is net of je een paar fases hebt overgeslagen.”
Fases overslaan is inherent aan het format van Married at first sight (RTL). Deelnemers leggen hun liefdesleven in de handen van een groep koppelaars, die een (in theorie) geschikte huwelijkskandidaat voor ze selecteert. De ontmoeting vindt plaats voor het altaar, daarna leggen de camera’s genadeloos vast hoe het de pasgetrouwde stellen vergaat. Voor veel kijkers zal het klinken als een nachtmerrie om zoiets persoonlijks uit te besteden. Maar juist in die overgave schuilt ook de droomfactor: niet zelf hoeven zoeken. Niet zelf hoeven versieren. Niet zelf hoeven beslissen. Gewoon vertrouwen dat anderen dat voor je regelen, en dat die anderen dat ook nog eens beter kunnen dan jij. Al is die shortcut dus niet gratis: je levert er controle en privacy voor in.
Huizenzoektocht
Iets soortgelijks geldt voor deelnemers aan Kopen zonder kijken (RTL). Zij laten een team van professionals een huis voor ze zoeken, kopen en verbouwen. Net als de deelnemers van Married at first sight zijn de Kopen zonder kijken-kandidaten om verschillende redenen het vertrouwen kwijt dat ze op eigen houtje hun doel kunnen bereiken. Zo woonden Kaj en Lieneke, die begin deze week aan de beurt waren, op driehoog in een te klein huurappartement in IJmuiden met hun twee kleine kinderen. Baby James was ook nog eens ziek en had veel extra zorg nodig, en in combinatie met de overspannen huizenmarkt maakte dat de zoektocht haast onmogelijk. Nu eindigde de familie in een mooi opgeknapt koophuis in Almere, maar daar ging een hele lijdensweg aan vooraf. Toen de makelaar het overspannen stel kort liet geloven dat de huizenzoektocht jammerlijk was mislukt, toonden de camera’s hoe Lieneke bijna in huilen uitbarstte. Die spelletjes moet je dan verdragen voor je kant-en-klare woonplek.
In Married at first sight betaalde Dennis voor zijn kant-en-klare huwelijk vooralsnog vooral in ongemak. Die overgeslagen fases, zei hij op zijn huwelijksreis, „die moeten we nog wel gaan pakken. Maar hoe, en waar? Op een berg? Thuis? In Frankrijk? Ik weet het niet. We zien het wel”. Ja, ze zien het wel. En wij kijken mee.
*Behalve als je het op je werkplek doet, dan is het helaas grensoverschrijdend gedrag.