China schenkt Ghana een ultramoderne haven, maar de lokale vissers voelen zich verjaagd

Eric Oseng Addo leunt tegen zijn langwerpige, beschilderde vissersboot op het strand van de Ghanese hoofdstad Accra. Het is 7 uur ’s ochtends en visverkoop-spits. Oseng Addo komt net terug van een week op zee en verkoopt zijn vangst net als tientallen andere vissers ’s ochtends vroeg aan marktlui en restauranteigenaren. „We zijn verdreven naar dit kleine gedeelte van het strand”, vertelt de 55-jarige visser, kauwend op taakotsa een ‘kauwspons’, een natuurlijke tandenborstel.

Hij doelt op de bouw van een nieuwe haven. Een gift van de Chinese overheid ter waarde van 50 miljoen dollar (bijna 44 miljoen euro). Een paar honderd meter verderop blinken de smetteloze witte gebouwen. „Het strand werd leeggeveegd, alle huizen vernield. Zonder compensatie,” zegt Oseng Addo, een gestreept petje met de Amerikaanse vlag beschermt zijn gezicht tegen de zon die het strand snel opwarmt. „Ik verblijf met mijn vrouw en zes kinderen bij een vriend.” Hij wil graag een huis bouwen, maar ja, geld.

Eric Addo op het strand van de Ghanese hoofdstad Accra.
Foto Francis Kokoroko

In wat nog rest van de oude haven wordt druk gebeld en onderhandeld. Het strand is bezaaid met afval dat aanspoelt vanuit de zee. Met blokken ijs onder in de boot blijft de vis vers. Vrouwen staan in de branding te wachten om een emmer te bemachtigen, nog voordat de bootjes goed en wel zijn aangemeerd.

De ultramoderne nieuwe haven daarentegen beslaat zestigduizend vierkante meter en bestaat uit een vismarkt, winkels, ijsmachines, een koelhuis en zelfs een kinderdagverblijf, politie en brandweer. Hoewel voormalig president Nana Akufo-Addo het project afgelopen september met een uitgebreide ceremonie opende, is het er – mede door een fout bij de aanleg – nog bijna volledig uitgestorven. Ook heerst er onduidelijkheid over wie er in de nieuwe haven mag vissen.

Chinese schepen halen zoveel vis binnen dat er bijna niets meer overblijft. Die kleine bootjes maken geen schijn van kans

Nathaniel Ocquaye
onderzoeker London School of Economics and Political Science

De Chinese ambassadeur Tong Defa zei bij de opening dat de gift de inzet van China toont om de bilaterale banden met Ghana te versterken voor sociaal-economische ontwikkeling. „Ik hoop dat dit project het leven van de mensen van Jamestown en Accra zal verbeteren en de sociaal-economische ontwikkeling zal waarborgen.” Maar vooralsnog voelen de vissers zich verjaagd.

Parlementslid Alfred Kotey Ashie van regeringspartij National Democratic Congress (NDC) beweert dat de overheid lokale vissers benadeelt ten behoeve van Chinese schepen in Ghanese wateren. Maar volgens oud-president Akufo-Addo zou de nieuwe haven juist banen creëren, de economie versterken en illegale visserij, waarover veel vissers ook deze ochtend klagen, tegengaan.

Het strand bij de oude vissershaven is bezaaid met afval dat aanspoelt vanuit de zee.
Foto Francis Kokoroko

De haven ligt in de wijk Jamestown, het oudste gedeelte van de Ghanese hoofdstad. Generaties lang leven families hier van de visserij. Jamestown was al een belangrijke doorvoerhaven toen Ghana nog de naam Gold Coast droeg tijdens de koloniale overheersingen. Nog steeds is de Golf van Guinee, waar Ghana aan ligt, een belangrijke handelsroute.


Lees ook

China heeft Afrika net zo goed nodig als andersom

De Chinese president Xi Jinping begroet donderdag William Ruto, president van Kenia, bij de opening van de China-Afrika-top in Beijing.

Ghana loopt naar schatting elk jaar tussen de 14,4 en 23,7 miljoen dollar mis als gevolg van illegale visserij, berekende de Environmental Justice Foundation. Voor de groep landen aan de Golf van Guinee waaronder Liberia en Gabon, is dit 2,3 miljard euro. En de grootste boosdoener is China. Zo’n 90 procent van de Ghanese vloot is eigendom van Chinese bedrijven die lokale frontbedrijven gebruiken om zich als Ghanees te registreren en de wet te omzeilen.

Nathaniel Ocquaye, expert in Chinees-Ghanese betrekkingen, vertelt dat Chinese schepen met enorme netten diep de zee opgaan. „Ze halen zoveel vis binnen dat er bijna niets meer overblijft”, aldus de onderzoeker aan de London School of Economics and Political Science. „Die kleine bootjes maken geen schijn van kans.”

Lokale vissers in de nieuwe haven, die nog bijna volledig uitgestorven is.

Foto’s Francis Kokoroko

Chinese uitbreiding in Afrika

China is naar schatting actief in 35 Afrikaanse landen, waar het een grote rol speelt in het opzetten van infrastructuur. Naast ruim zestig havenprojecten – voornamelijk in West-Afrika – zijn dat bijvoorbeeld spoor- en snelwegen en elektriciteitscentrales. Het is aannemelijk dat China vanwege de Europese en Amerikaanse bezuinigingen op ontwikkelingshulp zijn aanwezigheid in Afrika verder zal uitbreiden, meent Ocquaye.

„De Chinese regering heeft daarover nog geen officiële aankondiging gedaan, maar het land vergrootte ook zijn betrokkenheid in Cambodja nadat de VS in 2018 hun hulp hadden teruggeschroefd vanwege zorgen over de democratie. Het is waarschijnlijk dat dit patroon zich in Afrika zal herhalen”, aldus de analist.


Lees ook

Amerika zet zijn reputatie als betrouwbare partner op het spel, wat gaat China met die ruimte doen?

Een door China gebouwd financieel district in Colombo, Sri Lanka.

China’s infrastructuurfinanciering wordt in het Westen vaak bekritiseerd wegens oneerlijke aanbestedingsprocessen, gebrek aan transparantie en de keuze voor snelheid boven kwaliteit. Maar over het algemeen staan inwoners van het continent positiever tegenover samenwerking met China dan met hun voormalige kolonisators, blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau de Afrobarometer.

Toen de EU in 2021 aankondigde tot 2027 zo’n 340 miljard dollar te investeren in „groene en digitale infrastructuur”, als concurrentie met de Chinese investeringen in hun ‘Belt & Road Initiative’, kwam dat op veel kritiek te staan van Afrikaanse experts. De EU luistert niet, klaagden analisten in een interview met Euractiv. Er was immers voorafgaand aan dit plan geen enkel overleg geweest met Afrikaanse partners.

Hoewel China minder eisen stelt aan samenwerking dan Europa, komt hulp nooit zonder voorwaarden, legt Ocquaye uit. Ten eerste zoekt China diplomatieke bondgenoten. Daarnaast is het waarschijnlijk geen toeval dat China juist hier investeert, een land aan de Golf van Guinee. Het Aziatische land vergrootte eerder zijn militaire aanwezigheid met gezamenlijke oefeningen en financiële steun aan landen in de Golf. „Het is mogelijk dat China de haven ook voor militaire doeleinden gaat gebruiken, maar daar zijn nu nog geen aanwijzingen voor”, zegt Ocquaye. Pas als de haven open is kunnen we volgens hem zien hoeveel Ghana ervan profiteert.

Een visser prepareert een net.


Vers gevangen vis wordt verkocht in de oude vissershaven in de wijk Jamestown.

Foto’s Francis Kokoroko

Buitengesloten

Al benadrukte de toenmalige president Akufo-Addo dat de lokale gemeenschap inspraak zou hebben in het havenproject, de chief van de vissersgemeenschap voelt zich buitengesloten. Op een paar minuten rijden van het nieuwe haventerrein met geairconditionde ruimtes, zit Nii Armah Wulu II (60) in een klein kamertje met wat plastic stoelen en een ventilator. „Formeel hebben wij ook een kantoor op het haventerrein, maar ze hebben ons hier weggestopt”, vertelt hij met veel handgebaren. „Ze zien ons als mensen zonder opleiding, ofzo.”


Lees ook

Wat levert al die Chinese aandacht Afrikaanse landen eigenlijk op?

De  Ethiopische premier Abiy Ahmed en de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Qin Gang op dinsdag in Addis Abeba.

In theorie is de chief blij met de Chinese investering. „De geglobaliseerde wereld is één geheel. De nieuwe haven zal hygiënischer worden.” Hij spreekt tegen dat zijn gemeenschap zonder compensatie is verdreven. „Iedereen die er legaal viste, is gecompenseerd.” Maar hij is teleurgesteld in de kwaliteit van de haven. „Aan slechts één zijde staat een windbreuk, bij harde wind knallen de boten tegen elkaar aan en gaan ze kapot”, legt hij uit. „Daarom is de haven nog niet geheel open.”

Nii Armah Wulu II: „Formeel hebben wij ook een kantoor op het haventerrein, maar ze hebben ons hier weggestopt.”
Foto Francis Kokoroko

Maar Nathaniel Ocquaye ziet het ook gebeuren dat de nieuwe haven helemaal niet opengaat. Sinds de nieuwe president, John Dramani Mahama (eerder president van 2012-2017) in januari dit jaar aantrad, is de bouw weinig opgeschoten. „In het verleden zijn soortgelijke situaties voorgekomen”, legt Ocquaye uit. „Een regering start bijvoorbeeld met de aanleg van een nieuwe weg, maar als de opvolgende regering aantreedt, blijft de weg onvoltooid achter.”

Vertrouwelijkheidsclausules

Het ministerie van Transport gaat niet in op een interviewverzoek, maar reageert schriftelijk dat gesprekken over het managementmodel op dit moment worden afgerond. „Hopelijk gaat de haven binnenkort open”, schrijft de verantwoordelijke ambtenaar. „Volgens de overeenkomst biedt de aannemer 24 maanden [financiële] steun voor operationele en onderhoudssteun door de aannemer na voltooiing.” Verdiepende vragen over de overeenkomst met de Chinese regering blijven onbeantwoord.

En dat is geen uitzondering. Contracten tussen China en de overheden zijn bijna nooit openbaar. China gebruikt vertrouwelijkheidsclausules die ontvangers verbieden de voorwaarden of zelfs het bestaan van de gift openbaar te maken.

Oprichters van een school voor weeskinderen, aan de andere kant van de muur die het havengebied scheidt, zijn in ieder geval blij met de Chinese investering. Ze vertellen dat bouwvakkers de weg naar de school hebben geasfalteerd, zodat de leraren de kinderen niet meer op hun rug over diepe plassen hoeven te dragen als het hard heeft geregend.

Bij de ingang van de nieuwe haven staat een bord met daarop ‘Chinese hulp voor een gezamenlijke toekomst’. Een aantal vissers is vast op eigen houtje aan de slag gegaan. Hier is het rustig en schoon. Vermoeide arbeiders rusten onder een afdakje uit van hun harde werk. Toch zegt één van hen: „Ik had liever dat er op het bord stond ‘Ghanese hulp voor een gezamenlijke toekomst’.”

Vissersboten in de nieuwe haven.
Foto Francis Kokoroko