De huidige advocaat van Ridouan Taghi, Vito Shukrula, blijft zeker twee weken langer in voorarrest. Dat heeft de rechter-commissaris besloten. De advocaat werd vrijdagmiddag voorgeleid, een dag eerder was hij aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de criminele organisatie van zijn cliënt. Sindsdien zit de 36-jarige Shukrula vast: hij mag alleen contact hebben met zijn eigen advocaat.
De toezichthouder op de advocatuur, de deken van de Orde van Advocaten, dient „op zeer korte termijn” een verzoek in om Shukrula te schorsen als advocaat. Dat heeft een woordvoerder van de deken bevestigd aan NRC. Het gaat om een standaardprocedure wanneer een advocaat in voorarrest is.
Het strafrechtelijk onderzoek naar Shukrula begon in december, na een ambtsbericht van de AIVD. Volgens het Openbaar Ministerie meldde de veiligheidsdienst dat de advocaat berichten van Taghi vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught zou hebben doorgespeeld aan leden van diens criminele netwerk. De politie heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar deze verdenkingen.
Shukrula is inmiddels de derde advocaat van Taghi die beschuldigd is van lidmaatschap van een criminele organisatie. In 2023 werd Taghi’s neef en advocaat Youssef T. veroordeeld tot vijfenhalf jaar cel. Ook voormalig advocaat Inez Weski wordt verdacht van lidmaatschap van een criminele organisatie. Haar strafzaak loopt nog.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
Minister van Staat Winnie Sorgdrager is na vijf dagen alweer opgestapt bij de hersteloperatie Toeslagen. Het kabinet stelde de voormalige D66-minister afgelopen woensdag aan als ‘regeringscommissaris’, om de al tijden disfunctionele samenwerking tussen het ministerie van Financiën en de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) van prinses Laurentien vlot te trekken.
Maar Sorgdrager heeft besloten die opdracht weer in te leveren, zo heeft zij maandag per brief aan staatssecretaris Sandra Palmen (Toeslagen, NSC) laten weten. Ze vertrekt omdat er twijfels zijn ontstaan over haar verleden als staatsraad bij de Raad van State. In die hoedanigheid zou zij in 2014 meerdere zaken van toeslagenouders in hoger beroep hebben behandeld, waarin het besluit om toeslagen van ouders in te trekken en terug te vorderen in stand bleef.
De harde lijn van de Raad van State speelde een rol in het Toeslagenschandaal, doordat ouders die bezwaar maakten tegen besluiten van de Belastingdienst vaak in het ongelijk werden gesteld. In 2021 erkende de Raad zelf dat er „te lang een strenge lijn” werd toegepast.
‘Mogelijk grote risico’s’
Gert-Jan Segers, voorzitter van de raad van toezicht van SGH, heeft afgelopen donderdag met staatssecretaris Palmen gebeld om aan te geven dat er „mogelijk grote risico’s kleven” aan de aanstelling van Sorgdrager, zo blijkt uit een brief van SGH die maandag met de Tweede Kamer is gedeeld.
Door haar verleden als staatsraad zou het volgens de stichting „nogal een opgave” zijn om getroffen ouders ervan te overtuigen dat zij kan bijdragen aan een „rechtvaardige uitkomst” voor gedupeerden. Het zou zelfs „onveilig” voor haar kunnen worden, omdat zij door sommigen „gepercipieerd zou kunnen worden” als mede-veroorzaker van het Toeslagenschandaal, schrijft het bestuur van SGH in de brief, die dateert van afgelopen vrijdag. „Het verleden heeft aangetoond dat dit geenszins een ondenkbaar scenario is.”
Sorgdrager erkent dat zij zich heeft ‘geconformeerd aan de toenmalige jurisprudentie van de Raad van State, waarin een strakke lijn werd gekozen’
In haar eigen brief erkent Sorgdrager dat zij zich in de betreffende zaken heeft „geconformeerd aan de toenmalige jurisprudentie van de Raad van State, waarin een strakke lijn werd gekozen”. Een suggestie van SGH om eerst met een delegatie van ouders en de staatssecretaris in gesprek te gaan over de vraag of zij het vertrouwen van ouders kan winnen, beschouwt Sorgdrager als een „valse start” van haar werkzaamheden. Volgens de oud-minister is dat niet in het belang van de ouders, daarom geeft ze haar opdracht terug.
Staatssecretaris Palmen schrijft maandagavond in een brief aan de Kamer haar vertrek te betreuren, „maar ik respecteer haar keuze en heb daar alle begrip voor.” Het kabinet beraadt zich nog op de ontstane situatie.
Zorgen over opschaling
De relatie tussen het ministerie en SGH wordt al weken getekend door conflict. Het kabinet besloot in maart om SGH een grotere rol te geven bij de hersteloperatie, na een advies van een commissie onder leiding van oud-CDA-Kamerlid Chris van Dam. In plaats van vijf verschillende routes waaruit ouders konden kiezen bij het vaststellen van hun definitieve schade, zouden er twee routes moeten overblijven, waaronder die van SGH. Het kabinet wilde „volop blijven inzetten” op de door prinses Laurentien ontwikkelde methode.
Gemiddeld tekenen zo’n twintig ouders per week een SGH-overeenkomst, de ambitie is 20.000 binnen twee jaar.
Binnen het kabinet bestonden wel „zorgen” over de „opschaling van deze route”, schreef staatssecretaris Palmen aan de Kamer. Het aantal ouders dat via SGH aan een schadevergoeding wordt geholpen, blijft al sinds het begin fors achter bij de eigen planning. Gemiddeld tekenen rond de twintig ouders per week een overeenkomst na het doorlopen van de SGH-route, terwijl het de ambitie van de stichting is om binnen twee jaar 20.000 gedupeerden aan compensatie te helpen.
Omdat SGH een overheidsopdracht ter waarde van 100 miljoen euro heeft gekregen, en medeverantwoordelijk wordt voor de uitbetaling van miljarden aan schadecompensatie, was het volgens het kabinet „noodzakelijk” om de „governance” bij SGH te versterken. Volgens een analyse van advocatenkantoor NautaDutilh, die in opdracht van het ministerie werd uitgevoerd, was bij de stichting sprake van een „ernstig gebrek aan checks and balances”. De twee oprichters, prinses Laurentien en haar rechterhand Gerd van Atten, zouden een „belangrijke, zo niet doorslaggevende” invloed uitoefenen op besluiten van de stichting, zonder daar juridische verantwoordelijkheid voor te dragen.
Volgens NautaDutilh vielen ze hierdoor „volledig buiten de kaders van wet- en regelgeving”. Bovendien zou de invloed van de oprichters een succesvolle uitvoering van SGH’s opdracht belemmeren. NautaDutilh adviseerde om prinses Laurentien en haar mede-oprichter „volledig” op afstand te zetten van de activiteiten van de stichting.
Extreem onveilig
Het advies zette de toch al getroebleerde relatie tussen Financiën en de stichting verder onder druk. In een e-mailconversatie die SGH kortstondig op de eigen site publiceerde en daarna verwijderde, schreef Van Atten aan een betrokken topambtenaar dat hij zich „extreem onveilig” voelde door het advies. Het NautaDutilh-rapport had in zijn ogen als doel „het persoonlijk beschadigen van Laurentien en mijzelf, en het in twijfel trekken van onze intenties en belangen”. Pas na schriftelijke excuses zouden prinses Laurentien en hij weer met het ministerie om tafel willen.
Staatssecretaris Palmen ging hierop eind maart in gesprek met rvt-voorzitter Gert-Jan Segers, in een poging de kou uit de lucht te halen. Palmen sprak achteraf van een „prettig en constructief gesprek”, maar afgelopen woensdag schreef ze dat er toch weer „een impasse” was ontstaan „door een verschil van inzicht over de voorwaarden die nodig zijn voor een succesvolle uitvoering, opschaling en afwikkeling van de SGH-route”.
Om die impasse te doorbreken, stelde zij Sorgdrager aan als regeringscommissaris, die het kabinet zou gaan adviseren over de manier waarop een „werkzame en duurzame samenwerkingsrelatie” tussen het ministerie en SGH zou kunnen ontstaan.
SGH was niet blij met dat besluit. De stichting had juist gevraagd om een „onafhankelijke mediator met statuur”, die zou kunnen helpen met het opheffen van ‘succesblokkades’ waar SGH tegenaan loopt. De aanstelling van Sorgdrager had volgens SGH juist tot verdere vertraging kunnen leiden.
De relatie tussen Donald Trump en Meta-topman Mark Zuckerberg is in amper een jaar sterk verbeterd. Vorige zomer nog dreigde Trump dat Zuckerberg „de rest van zijn leven in de gevangenis zou doorbrengen”, als hij geld bleef geven aan initiatieven om de opkomst bij verkiezingen te stimuleren. Trump was ook verbitterd omdat Meta (net als YouTube en het toenmalige Twitter) hem tijdelijk van zijn platforms had verbannen, wegens zijn rol bij de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021.
Zuckerberg zette sinds de aanslag op Trumps leven in juli vol in op herstel van de betrekkingen. Hij staakte de donaties waar Trump zo boos over was. Hij beloofde zich niet meer met politiek in te laten. Hij betaalde mee aan Trumps inauguratie en was daarbij met andere techbazen prominent aanwezig. Hij dineerde met Trump in diens buitenverblijf Mar-a-Lago en bezocht hem in het Witte Huis. En hij schroefde, in de geest van de nieuwe president, het diversiteitsbeleid van Meta terug.
Nu moet blijken wat dat alles Zuckerberg en Meta oplevert. Want wat de Meta-topman bij zijn verzoeningspogingen steeds voor ogen hield, was dat deze maandag een rechtszaak van de Federal Trade Commission (de concurrentiewaakhond FTC) tegen Meta zou beginnen. De uitspraak in die zaak, die in een propvolle rechtszaal in Washington begon, kan ingrijpende gevolgen hebben voor het technologiebedrijf. Mogelijk zelfs een gedwongen verkoop van Instagram en/of WhatsApp.
Zuckerberg heeft er herhaaldelijk bij Trump op aangedrongen dat die de rechtszaak zou intrekken, of anders zou aansturen op een schikking om Meta een wekenlang proces met onzekere uitkomst (en vermoedelijk veel negatieve publiciteit) te besparen. Tot deze maandag had Trump zijn kruit nog droog gehouden. Maar na het grillige gedrag van de president bij het opleggen en uitstellen van importheffingen afgelopen weken, twijfelt niemand eraan dat Trump ook in dit dossier onverwachts kan interveniëren.
Je kan beter kopen dan concurreren
Concurrenten uitschakelen
De zaak dateert uit Trumps eerste ambtstermijn en draait om de overname van Instagram (in 2012) en WhatsApp (in 2014) door Meta, dat toen nog Facebook heette. Waren die – destijds door de autoriteiten goedgekeurde – overnames van twee nog relatief kleine, maar veelbelovende concurrenten in feite illegale pogingen om de marktdominantie van het bedrijf veilig te stellen? Om zijn monopoliepositie te beschermen door het uitschakelen van twee concurrenten?
In een interne email schreef Zuckerberg in 2008: „Je kan beter kopen dan concurreren.” De advocaat van de FTC zei maandag tegen de rechter dat de overnames van Instagram en WhatsApp onderdeel waren van een bredere strategie van het „kopen of begraven” van potentiële rivalen.
Het is niet tegen de mededingingswetten om een groot bedrijf te zijn, zei een hoge medewerker van de FTC vorige week op een bijeenkomst met de pers. „Maar een van de redenen dat de Amerikaanse economie een van de meest dynamische en innovatieve van de wereld is, zit in het feit dat zelfs grote bedrijven eerlijk moeten concurreren op basis van de kwaliteit van hun producten.”
De nieuwe door Trump benoemde voorzitter van de FTC, Andrew Ferguson, heeft zich eerder kritisch uitgelaten over de machtsconcentratie bij big tech. Onlangs zei hij nog dat hij niet van plan is om zijn „voet van het gaspedaal te halen”.
Traditioneel kan de FTC zijn eigen koers varen en zitten er zowel Democraten als Republikeinen in. Maar Trump heeft met die traditie gebroken en de twee Democraten in de commissie ontslagen. De twee vechten hun ontslag juridisch aan, maar staan in elk geval voorlopig buitenspel. Voorzitter Ferguson zegt dat hij zich niet kan voorstellen dat Trump de zaak afblaast, maar doet de president dat toch dan zal de FTC-voorzitter, naar eigen zeggen, een rechtmatige opdracht daartoe uitvoeren.
Van een monopolie is volgens Meta geen sprake: Facebook, Instagram en Whatsapp moeten hard concurreren met onder meer TikTok, YouTube en X
Hard concurreren
Volgens Meta is van een monopolie geen sprake, en moeten Facebook, Instagram en Whatsapp hard concurreren met onder meer TikTok, YouTube, X, Snap, Reddit, LinkedIn en i-Message van Apple. Afgelopen jaren bleek er steeds voldoende ruimte voor nieuwe apps om naar de gunst van de consument te dingen. Sinds de overname van Instagram en WhatsApp is de markt daardoor ingrijpend veranderd.
Volgens juristen die in Amerikaanse media worden geciteerd zal veel afhangen van de vraag hoe de rechter de markt definieert waarbinnen Meta actief is. Is dat een brede markt, waaronder álle sociale netwerken vallen – dan lijkt het moeilijk om van een monopolie te spreken. Maar richt de rechtbank zich op de beperkte markt van apps waarmee familie en vrienden contacten met elkaar onderhouden, dan is de dominantie van Meta en zijn platforms waarschijnlijk makkelijker aan te tonen.
De Democratische president Biden voerde een beleid dat gericht was op het aan banden leggen van de macht van big tech. Hoewel veel Republikeinen, en aanvankelijk ook Trump, daar eveneens voorstander van waren, hebben behalve Meta ook de andere grote techconcerns de nabijheid tot de nieuwe president gezocht en gevonden. Zo zijn ze erin geslaagd Trump mee te krijgen in hun afkeer van de Europese regulering van big tech – en hun lobby om die af te zwakken.
Opmerkelijk aan de zaak tegen Meta is niet alleen wat er voor Meta op het spel staat, maar ook wie de rechter is die de leiding over het proces heeft. Het is dezelfde James Boasberg die vorige maand door Trump is uitgemaakt voor een „radicaal-linkse krankzinnige rechter, een lastpak en een onruststoker”, omdat hij de uitzetting van vermeende Venezolaanse bendeleden naar El Salvador tijdelijk had geblokkeerd.
Uitkeringsinstantie UWV heeft fouten gemaakt bij het beoordelen van de mate van arbeidsongeschiktheid van mensen, maar gaat niet controleren of uitkeringsgerechtigden een juiste vergoeding hebben ontvangen. Een dergelijke operatie is te arbeidsintensief, schrijft minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) maandag aan de Tweede Kamer.
Uitkeringsgerechtigden die vermoeden dat er iets mis is met hun uitkering, moeten zichzelf melden bij het UWV en kunnen daar dan terecht voor een persoonlijk hulpgesprek. Bij eventuele fouten kan de uitkering worden aangepast. Het is niet bekend om hoeveel gedupeerden het gaat.
De minister schrijft dat er een fout is gemaakt bij de berekening van het maatmanloon, oftewel de hoogte van het inkomen in het jaar voor de eerste ziektedag. Op basis van een „representatieve steekproef” zijn 298 dossiers uit oktober 2023 gecontroleerd. Daaruit blijkt dat het maatmanloon in 11,8 procent van de dossiers onjuist is vastgesteld, maar niet direct impact heeft op de uitkering van de betrokkene. In 1,6 procent van de gevallen is het maatmanloon onjuist vastgesteld en heeft dat wél directe impact, schrijft de minister, en in 9,4 procent van de gevallen is verder onderzoek nodig. De overige beoordelingen zouden wel juist zijn.
Handmatig onderzoek
Momenteel tuigt het UWV al een ‘hersteloperatie’ op rond 43.000 WIA-uitkeringen die tussen januari 2020 en december 2024 zijn verstrekt, waarvan het geldbedrag mogelijk niet klopte. De WIA is bedoeld voor mensen die minstens twee jaar niet of minder kunnen werken door ziekte.
Nog een herstelactie voor de keuring van arbeidsongeschikten kan de instantie niet aan, schrijft de minister. Dat „zou een onverantwoord groot beslag leggen op de schaarse capaciteit, omdat die niet meer kan worden ingezet voor WIA-beoordelingen waar de achterstanden al te groot zijn”.
Aankomende woensdag debatteert de Tweede Kamer over de problemen bij het UWV. De afgelopen jaren heeft de instantie meerdere fouten gemaakt in het verstrekken van verschillende uitkeringen.
Lees ook
UWV gaat 43.000 WIA-uitkeringen controleren op foute berekeningen