13-jarige toetsenist versterkt legendarische Gruppo Sportivo: ‘Dit is mijn droom die uitkomt’

Schermerlampen, tapijtjes, de bandleden zitten op stoelen en spelen loungy muziek. De twee zangeressen hebben een knus zitje en een dienblad vol gekke instrumenten: een speelgoedtrompetje, kazoo’s, castagnetten. Die laatste worden kort ingezet bij ‘Real Teeth Are Out’, een liedje over een nieuw kunstgebit: „I didn’t shout hip hip hooray/ When the dentist chipped my teeth away”.

Op het huiselijk ingerichte podium van de Amstelveense popzaal P60 repeteert Gruppo Sportivo deze woensdagmiddag voor een nieuwe tournee. Ook komt er een nieuw mini-album uit: Back to Nature Volume II. Volgend jaar bestaat de Nederlandse popgroep een halve eeuw, voorman Hans Vandenburg hoopt dan zijn tachtigste verjaardag te vieren. In de rechterhoek van het podium, ingebouwd door toetsinstrumenten, staat een opvallende verschijning: de 13-jarige Len de Quant. De toetsenist met de lange, golvende haren en de probeersnor is meer dan zestig jaar jonger dan de zanger naast hem.

Dit wordt Lens eerste echte tournee. Len: „Dus dat is spannend. Maar vorig jaar was het spannender, want toen moest ik midden in de tour invallen.” Zangeres Lies Schilp vertelt dat ze zich aanvankelijk wel eens zorgen maakte over Len: „Moest hij op vrijdag na een lange schooldag naar Den Haag om te repeteren. Om negen uur ’s avonds zag hij bleek van vermoeidheid. Toen ik daar bezorgd naar vroeg, zei hij: ‘Maar Lies, je begrijpt het niet. Dit is mijn droom die uitkomt.’”

De Brabantse vmbo-scholier had een dramatische start bij Gruppo Sportivo. Hij ging vanaf zijn zesde al mee op tournee met zijn vader Toon de Quant, die geluidstechnicus is bij de groep. Die voedt de jongen alleen op en had niet altijd oppas. Zangeres Lies Schilp laat in de kleedkamer een filmpje zien van de jonge Len: een mollig jongetje met een bril die achter de toenmalige toetsenist Peter Calicher zit en diens partijen meespeelt. Len: „Ik nam altijd een klein keyboardje mee, dan kreeg ik af en toe vijf minuten les van Peter. Hier in deze kleedkamer gaf hij mijn eerste les.”

Toen mentor Peter Calicher, een van de grondleggers van de groep, kanker kreeg, wilde hij toch graag de tournee uitspelen. Maar hij werd steeds zieker, en tijdens een optreden in Middelburg bleef hij na de pauze in de kleedkamer achter. In zijn plaats ging de toen twaalfjarige Len het podium op om het concert af te maken. Calicher overleed vorig jaar april op 74-jarige leeftijd.

Zittend spelen

Voor de bandleden is het tijdens de repetitie even wennen dat ze voor het eerst op het podium zitten, in plaats van staan. Vooral de zangeressen Lies Schilp en Inge Bonthond worstelen met hun zitje. Bonthond moet bij het openingsnummer ‘James’ Last Car’ iets kort maar krachtigs op de bongo’s doen maar ze krijgt de vereiste takketakketakke niet goed uit haar vingers, vooral niet omdat ze ook nog een kazoo in haar mond heeft en voorovergebogen over haar stoel in de microfoon probeert te zingen. Later, tijdens het concert, laat ze het bongo-riedeltje over aan monitorman Wouter.

Gruppo Sportivo tijdens het optreden in P60 in Amstelveen. Foto Diane Kuiken

Len staat stoïcijns tussen zijn pakweg driehonderd toetsen en voorziet de nummers trefzeker van klankkleur. Van de arbeidsinspectie mag hij drie keer per week spelen en niet op zondag, want de volgende ochtend moet hij vroeg in de klas zitten. Zijn huiswerk doet hij tussendoor op school. School vindt hij best leuk: „Bij ons kun je aan auto’s en elektronica sleutelen, of een muurtje metselen.” Zijn vrienden vinden het gaaf dat hij in een band zit. „Maar ze zijn ook jaloers omdat ik wel eens eerder vrij krijg op vrijdag omdat ik moet optreden.”

Ja, hij past perfect in de groep, vinden de andere leden. Drummer Max Mollinger: „Soms praten we over iets wat hij niet wil horen, seks ofzo, dan loopt hij even naar buiten: Dit is voor de achttienplussers, zegt hij dan.”

Lens supertrotse vader deelt tijdens de repetitie wraps uit aan de groep. Hij vertelt dat hij een grote kist wil bouwen waar alle instrumenten van zijn zoon in passen. De Quant was ongeveer van Lens leeftijd toen hij Gruppo voor het eerst zag, in de gymzaal van zijn middelbare school. „Mijn school wilde de zoon van Mies Bouwman boeken, die had toen een hit met ‘Even aan mijn moeder vragen’. Maar ik heb toen een handtekeningenactie op het schoolplein gehouden, dat ze Gruppo moesten uitnodigen.”

Glorietijd

Dat was in de glorietijd van de groep, eind jaren zeventig, toen ze door Europa toerden op de vleugels van het succes van de eerste twee albums, 10 Mistakes en Back to 78. De musici kwamen uit de art rock, maar toen de new wave opkwam, grepen ze terug op aanstekelijke beatmuziek uit de jaren zestig. De groep sprong eruit door de aanstekelijke drive en de humoristische teksten waarin ze de muziekindustrie en zichzelf op de hak namen. Zanger en gitarist Vandenburg speelde met verve een sukkelige anti-rockster die geen meisjes kon krijgen: „Dat stoere rockwereldje trok ons helemaal niet. Ik werd uitgelachen met mijn kale hoofd en mijn bril. Nu zie je overal kale hoofden met een bril.”

Het imago van de humoristische popband kan ook kwaad doen, zo heeft Vandenburg ervaren: „Je wordt toch minder serieus genomen.” En nu we elkaar toch spreken, wil hij ook meteen het misverstand wegnemen dat de band bezig is met een comeback: „We zijn nooit uit elkaar geweest, we nemen alleen soms een paar jaar pauze om andere dingen te doen.”

Dit is geen comeback. We zijn nooit uit elkaar geweest

Hans Vandenburg,
zanger Gruppo Sportivo

Vrijdag was het eerste concert van de tour. Het publiek is niet jong, al hebben sommige vaders hun dochters meegenomen – of hun nieuwe vriendin, dat is niet altijd duidelijk. Hans Vandenburg maakt vanaf het podium wat grappen over de gevorderde leeftijd van de toeschouwers en de band: „We zijn oud, hè? Maar dat zou je niet zeggen!” Wanneer hij de nieuwe merchandise aanprijst, zegt hij: „Ik zie wat mannen die wel een petje kunnen gebruiken.” De zelfspot is er ook nog: „Dit is onze nieuwe single – hij is al geflopt dus we kunnen hem rustig spelen.”

Rechts op het podium gooit Len er wat 1970s-rockposes tegenaan. Hij staat voorovergebogen over de toetsen, zijn gezicht verborgen in een gordijn van lang haar. Of hij buigt zijn bovenlichaam ver naar achter, met zijn gezicht naar de sterren. Bij een stukje op zijn Fender Rhodes-piano gooit hij er een citaat van de Doors tussen. Als Vandenburg lang bezig is met het omdoen van zijn mondharmonica, zet Len ter opvulling een lullig pauzemuziekje in.

De eerste helft van het concert speelt de band ingetogen arrangementen. Na de pauze gaan de musici staan en komt er wat meer snelheid in. Het geluidsvolume blijft tinnitus-vriendelijk. Nu komen ook de hits voorbij: ‘Beep Beep Love’, ‘Disco Really Made It’, ‘Hey Girl’. En in de toegift de publiekslieveling: ‘Tokyo’. Het nieuwe programma bestaat ongeveer voor de helft uit liedjes van eind jaren zeventig. Drie liedjes zijn nieuw, de rest komt uit de decennia ertussen.

Oud of nieuw – het eeuwige dilemma van rockveteranen. De artiesten willen nieuw materiaal spelen maar de fans willen de oude hits horen. Vandenburg: „Bij ons willen sommigen, zoals Lies en ik, het liefst nieuwe muziek spelen, maar bijvoorbeeld Max en Peter, toen die er nog was, vinden dat we sowieso ook de hits moeten doen. We houden het fris door er nieuwe versies van te maken. En een paar oude liedjes te doen die we nooit eerder gespeeld hebben. Zoals ‘Real Teeth Are Out’ – een favoriet van Len.”

En gaat de 13-jarige toetsenist voor muzikale vernieuwing zorgen? „Dacht het niet”, zeg Len. „Mijn favoriete bands zijn The Beatles, de Doors en Gruppo Sportivo.”

Gruppo Sportivo is op tournee t/m 19 oktober. Facebook: GruppoSportivoOfficial.