De forse importheffingen die de Amerikaanse president Trump oplegt op producten uit vrijwel de hele wereld leiden niet alleen tot wereldwijd dalende aandelenkoersen en havens vol auto’s, maar hebben nog een belangrijk effect: de rente op Amerikaanse staatsobligaties is aanzienlijk gestegen.
De rente op 10-jarige staatsleningen bedroeg woensdagmiddag (Nederlandse tijd) bijna 4,5 procent, flink meer dan de 3,9 procent rente aan het begin van de week. De rente op 30-jarige Amerikaanse staatsobligaties kwam woensdagochtend zelfs even boven de 5 procent uit, en schommelde in de middag rond de 4,9 procent.
Waarom is die gestegen rente belangrijk? Omdat het veel zegt over de huidige onrust op de financiële markt: normaal gesproken leidt een dalende aandelenmarkt vrijwel altijd tot een lágere rente op Amerikaanse obligaties, omdat veel beleggers hun aandelen verkopen en in plaats daarvan veilig geachte staatsleningen aanschaffen.
Die van de VS gelden zo ongeveer als de veiligste van allemaal. Nu dus niet: veel beleggers verkopen behalve aandelen óók hun Amerikaanse obligaties. En door die afnemende vraag stijgt de rente.
Beleggingen verkopen
Volgens de Financial Times is een belangrijke verklaring hiervoor dat veel grote hedgefondsen zich door de huidige onrust gedwongen zien hun beleggingen te verkopen, dus óók die in staatsobligaties. Ze houden het geld voorlopig liever op zak – een fenomeen dat bijvoorbeeld ook te zien was tijdens de coronapaniek van maart 2020. Hierdoor steeg woensdagochtend óók de rente op Japanse en Britse staatsleningen naar percentages die we in jaren niet hebben gezien.
Verschillende analisten waarschuwden woensdagochtend dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, er mogelijk niet aan ontkomt om in te grijpen als de obligatierentes blijven stijgen. Dat kan bijvoorbeeld door het grootschalig opkopen van staatsobligaties, waardoor de vraag weer toeneemt en de rente daalt. De kans dat de Fed hiertoe overgaat lijkt vooralsnog klein.
Liveblog Handelstarievenblog
China voert aanvullende importheffing van 50 procent in op alle goederen uit de VS
Stel: je bent de president van het machtigste land ter wereld en je wil fabrieksbanen terughalen naar je land. Je wil daarvoor het wereldwijde handelssysteem herschikken. Je bent ook bereid je economie een prijs te laten betalen. Want goede banen en hogere lonen voor gewone mensen zijn je wat waard. Dus vind je het acceptabel dat de prijzen stijgen of de winsten dalen. Je bent de president die opstaat voor Main Street, niet Wall Street. Hoe zou je dat doen?
Je zou burgers, investeerders en ondernemers duidelijk uitleggen wat precies je plan was. Je zou de heffingen niet op korte termijn laten ingaan, maar een tijdpad schetsen, zodat iedereen zich kan voorbereiden en indekken.
Geloofwaardigheid zou je veel waard zijn: je wil mensen overtuigen dat die heffingen er echt komen, dat je ze niet zomaar laat vallen. Je wil immers dat bedrijven zo snel mogelijk hun fabrieken verplaatsen naar je land. Je wil dat ze kunnen berekenen dat dat in hun voordeel is.
Je zou, kortom, níét doen wat Donald Trump nu al maanden doet. Snel hoge heffingen invoeren, ze vervolgens tijdelijk weer wat verlagen met de expliciete dreiging ze weer te verhogen. Daarmee maakt hij de pijn groot en de kans op succes klein. Voor internationale bedrijven valt er geen businessplan voor een nieuwe fabriek te berekenen. En voor Amerikaanse bedrijven biedt Trump geen enkele zekerheid over de te verwachten pijn. Sterker nog, hij draait ze gek. Want het zijn niet de kosten van de heffingen die bedrijven nekken, het is de onzekerheid.
Daarom is wat Trump doet voor economen zo onbegrijpelijk. Zelfs een Amerikaanse econoom als Oren Cass, die al jaren pleit voor importheffingen en Amerikaans protectionisme, vindt dat Trump onnodige schade veroorzaakt. Ook als het doel is om betere handelsdeals met andere landen te sluiten, is de kans daarop groter als Trump aan bondgenoten duidelijker maakt wat hij wil, schrijft Cass. „De VS winnen niks door te weigeren een duidelijke visie uit te spreken.”
Loyaliteit en intimidatie
Telkens is de vraag: waarom zo? Waarom deze onnodige pijn? Omdat het bij Trump niet per se draait om de economie, dit gaat over macht. Of zoals Kustaw Bessems in de Volkskrant schreef, over het afdwingen van loyaliteit aan de leider. Elk land en elke bedrijfstak of multinational in de VS moet langs bij Trump om te bedelen: mogen de heffingen voor mij naar beneden? Zoals Trump ook advocatenkantoren, universiteiten, rechters en politici onder druk zet en tot loyaliteit dwingt, of dat probeert. Het is gedrag dat macht concentreert en de democratie ondermijnt.
Het past bij het plan van zijn economisch adviseur Stephen Miran. Miran beschrijft hoe Trump andere landen kan intimideren om heel goedkoop de Amerikaanse staatsschuld te financieren: door te dreigen met hoge importheffingen en het weghalen van de veiligheidsparaplu.
Het zijn niet de kosten van de heffingen die bedrijven nekken, het is de onzekerheid
Het gaat Trump niet om maximale macht voor de Amerikaanse economie, maar voor de kring rond het Witte Huis, zei politicoloog Abraham Newman deze week in een podcast vande Financial Times. Volgens Newman wil Trump de wereldorde gebaseerd op regels en samenwerken verlaten en naar een nieuwe orde gebaseerd op domineren en willekeurig gebruik van macht. Daarbij zet hij de economie in als wapen, op grotere schaal dan vorige presidenten.
De EU moet een deal met Trump niet zien als het hoogst haalbare, zegt Newman. Want concessies dreigen alleen maar meer eisen uit te lokken. Volgens Newman moet de EU een ander ‘model’ aan de wereld aanbieden waarin samenwerking, handel en een op betrouwbare regels gebaseerde democratie centraal staan.
Bullebak tijdelijk onoverwinnelijk
Trump is machtig, maar hij heeft niet eindeloos de beste kaarten in handen. Op de lange termijn ondermijnt hij de macht van de VS in de wereld, zegt politiek econoom Jakob de Haan. Trump vervreemdt bondgenoten van Amerika en drijft landen in de armen van China, bijvoorbeeld in Afrika of Azië. „De sympathie die daar nog was voor de VS, is Trump aan het verkleinen.”
Bovendien „schaadt hij de economie met zijn beleid. Hij maakt de economische macht van de VS kleiner”. Met twee collega’s akkerde De Haan recent alle onderzoeken naar waarom banen in de Amerikaanse industrie verdwenen door. „Door automatisering en nieuwe technologie kwamen er vooral middelbaar en hooggeschoolde banen bij. Door concurrentie uit lagelonenlanden in Azië en Mexico verdwenen laaggeschoolde banen.” De Haan ziet die banen niet in groten getale terugkomen. „Trumps heffingen maken die loonkostenverschillen niet goed.”
Macht verliest een groot land als de VS niet op een symmetrische manier, zeggen drie economen van Yale, Harvard en Columbia in een recent artikel. Er hoeft maar een relatief klein groepje landen af te haken en de macht van de VS neemt sterk af. Neem de Amerikaanse controle over het internationale financiële systeem.
Stel dat het aantal landen dat er gebruik van maakt, daalt van 90 naar 80 procent van de wereld. Dan lijken de VS nog steeds zeer dominant. Maar die ogenschijnlijk kleine daling zou een veel groter verlies aan macht betekenen, schrijven de drie. Zeker als er een alternatief betalingssysteem is van een ander landenblok. Het biedt afvallige landen namelijk een alternatief, en daarom wordt het moeilijker voor de VS om landen te dwingen. Zo bezien zou de euro wel eens eerder een alternatieve reservemunt voor de wereld kunnen worden dan we denken.
Bullebakken zijn dus louter tijdelijk onoverwinnelijk. Plus: Europa heeft alleen een handelsoorlog met Trump, Trump heeft een handelsoorlog met vrijwel de hele wereld. Uiteindelijk heeft híj dus een groter probleem.
Zo extreem hadden ze het nog niet eerder gezien bij flatexDeGiro. Het handelsplatform, actief in zestien landen waaronder Nederland, draaide overuren. Sinds president Trump vorige week woensdagavond de Amerikaanse importheffingen bekendmaakte, stortten wereldwijd de kapitaalmarkten in. Afgelopen dinsdag veerden ze even op, woensdag ging het weer omlaag – en zo verder.
In de eerste vier handelsdagen na Trumps aankondiging deden klanten van flatexDeGiro ongeveer 2 miljoen transacties, ter waarde van meer dan 13 miljard euro. Normaal gesproken handelt flatexDeGiro dagelijks zo’n 250.000 tot 300.000 transacties af, met een gezamenlijke waarde van 1 miljard euro per dag. Maandag, de dag van de scherpste daling, ging voor 5 miljard euro van hand tot hand op het platform: een absoluut record.
Afgelopen anderhalve week was een test voor de zenuwen van veel particuliere beleggers. Blijf je zitten als de boel instort, koop je bij als de boel aantrekt? Bij DeGiro was het sentiment over het algemeen: kopen! In april stroomde het nieuwe geld dan ook binnen: in de eerste week al een miljard euro. En met het geld kwamen ook nieuwe klanten: 15.000 sinds het begin van de maand, ruim het dubbele van de normale aanwas. Over de individuele beleggingsresultaten van klanten doet het platform geen uitspraken. Maar het kan niet anders dan dat veel mensen pijn hebben geleden.
De gekte bij DeGiro staat in schril contrast met de relatieve rust bij professionele vermogensbeheerders. Hoewel? Woensdagavond 2 april, toen Trump zijn toespraak begon over de heffingen, zat ook een aantal beleggingsadviseurs van Van Lanschot Kempen aan de telefoon. Enkele tientallen klanten van de bank voor vermogende particulieren – welkom vanaf 500.000 euro – belden even met hun persoonlijk adviseur om te horen hoe die over de heffingen dacht.
Goed voorbereid
Mark Buitenhuis is directeur Private Banking regio’s bij Van Lanschot Kempen. Voor zijn bedrijf zijn weken als deze vooral een bevestiging van hoe goed de klantrelaties zijn, vertelt hij: „Iedereen die bij ons komt bankieren, krijgt een uitgebreid intake-gesprek waarin we alle aspecten van het beleggen bespreken. Wat is het doel, hoeveel risico ben je bereid te nemen en wat doe je als de markt hevig schommelt?”
Het kan niet anders dan dat veel particuliere beleggers pijn hebben geleden
In de aanloop naar ‘heffingendag’ had Van Lanschot Kempen veel klanten benaderd, om te toetsen of klant en bank „er nog hetzelfde in zitten”. En sinds Trumps aankondiging is veel gebeld, zowel door de bank als door de klant. Buitenhuis: „We merken dat onze klanten goed zijn voorbereid op dit soort gebeurtenissen. Iedereen weet dat dit erbij hoort. We zien zelfs dat klanten die nog wat extra liquiditeit hebben, dit soort koersdalingen gebruiken om hier en daar wat bij te kopen.”
Ook bij pensioenbank Brand New Day proberen ze de rust te bewaren. Maandag stuurde de bank een bericht aan al zijn klanten met de oproep kalm te blijven. „Als u belegt, weet u één ding zeker: gemiddeld eens in de tien jaar krijgt u een flinke beurscrisis voor uw kiezen, waarbij de koersen in korte tijd hard dalen”, schreef de bank. „Het verleden leert ons dat het dan loont om het hoofd koel te houden.”
De oproep heeft aardig gewerkt, zegt directeur Joost Tieland een dag later aan de telefoon. „We kregen natuurlijk wel wat meer telefoontjes dan normaal, maar verder was het rustig.” Op de 350.000 klanten van Brand New Day waren dat op één dag 250 tot 300 telefoontjes. Normaal zijn dat er rond de 200 per dag.
De meeste klanten van Brand New Day beleggen vooral voor hun pensioen, de lange termijn dus. Daarbij belegt het bedrijf alleen in indices, niet in individuele aandelen. Uitvoerders zijn de grote vermogensbeheerders Vanguard en Northern Trust. Indexbeleggen dempt al te grote schokken al automatisch. „Een gemiddelde portefeuille heeft een spreiding van 50 procent aandelen, 50 procent obligaties. Klanten kunnen kiezen voor een meer offensieve of meer defensieve strategie, afhankelijk van wat ze aankunnen.”
Lekker goedkoop
Klanten beleggen geen heel grote vermogens bij Brand New Day; gemiddeld gaat het om zo’n 20.000 euro. Tieland: „Veel mensen storten elke maand een vast bedrag in hun potje en dat zetten wij om in aandelen en obligaties. Dat houden ze in een stormachtige periode als deze week gewoon vol, ze letten er eigenlijk nauwelijks op. Misschien denken sommige mensen wel: de koers gaat omlaag, dan koop ik deze maand lekker goedkoop veel nieuwe aandelen.”
En toch, pensioenbeleggen mag dan voor de lange termijn zijn, als je vlak tegen je pensioen aan zit, is die termijn ineens een stuk korter. Bleven ook die klanten rustig deze week? Tieland: „Precies daarom bieden we klanten de optie dat het risicoprofiel automatisch afgebouwd wordt richting einddatum. Niet meer 50-50 in aandelen en obligaties, maar 10 procent aandelen en 90 procent obligaties.”
Stoïcijns blijven is dus het devies van de pensioenbank, en de klanten lijken die instelling te delen. „Ze snappen de filosofie”, aldus Tieland. Daarbij, na een paar heel slechte beursdagen volgen meestal ook een paar heel goede, weet Tieland.
De grootste schade aan de economische wereldorde was de afgelopen week niet af te meten aan dalende beurskoersen, de hoogte van importheffingen, oplopende rentes op staatsobligaties of verdampte miljarden. Het echte slachtoffer van Donald Trumps heffingenwaanzin is het vertrouwen. Alle zekerheden die de afgelopen decennia met veel pijn en moeite zijn opgebouwd, werden in krap twee weken tijd tenietgedaan. En in een wereld die in toenemende mate afhankelijk is geworden van voorspelbaarheid en orde, is chaos een slechte raadgever.
De Amerikaanse president gedijt juist bij chaos, zo lijkt het. Hij ziet het presidentschap van (voorlopig nog) het machtigste land ter wereld als een voortzetting van zijn ondernemerschap. Bluffen, schelden, armpje drukken, liegen, bedriegen: alles lijkt geoorloofd om als bovenliggende partij uit onderhandelingen te komen. Cynisch en amoreel als het over vastgoeddeals gaat, ronduit gevaarlijk als het over de internationale rechtsorde gaat.
De wereld heeft wel vaker voor hete vuren gestaan. De oliecrisis in de jaren zeventig, de ineenstorting van de Sovjet-Unie, de kredietcrisis van 2008 bijvoorbeeld, of de eurocrisis die daarop volgde. Meer recent staat de coronapandemie beleidsmakers nog helder voor de geest. Het grote verschil tussen toen en nu is dat bij die eerdere crises één ding als een paal boven water stond: de instituties die de afgelopen decennia gebouwd zijn om de orde in de wereld te bewaken, stonden klaar om de onrust te bezweren. Centrale banken, toezichthouders, overheden en supranationale instituten als het IMF en de Wereldbank stapten vaak gecoördineerd in om te dempen, bij te sturen en de ergste schade te voorkomen.
Economen spreken in dat verband graag over guidance: richting. In de mondiale economie kan één verkeerd woord, één domme maatregel of één fraudeur een keten van rampen ontketenen. Centrale bankiers bijvoorbeeld bedienen zich daarom al jaren van een volstrekt voorspelbaar vocabulaire, dat voor hun volgers compleet helder is. Niet alleen de besluiten doen ertoe, ook de garantie van de kalme en afgewogen taal die gesproken wordt, zorgt voor houvast en vertrouwen.
Dat instituties in de Verenigde Staten niet langer de dempende kracht zijn bij crises, maar de veroorzaker, belooft weinig goeds
Maar deze weken is alles anders. De mondiale vrijhandel die de wereld grotendeels kenmerkte vanaf het begin van de jaren negentig, wordt in snel tempo afgebroken door het land dat er de grootste drijfveer achter was. De Amerikaanse president Trump liet op 2 april een baaierd van invoerheffingen los op de rest van de wereld. De manier waarop dat gebeurde was chaotisch, soms op het irrationele af, en vooral: onvoorspelbaar. De heffingen tegen Canada waren eerder al een voorbeeld van willekeur: dan weer wel, toch maar niet, toch weer wel en daarna half.
Deze week werd het heffingenplan, vooral door onrust op de financiële markten, plotseling met negentig dagen opgeschort – behalve voor China. Dat leek een poging om enige rust terug te brengen op de beurzen, die ongekend negatief hadden gereageerd.
Maar onzekerheid laat zich niet zomaar wegnemen. Er is een element van onvoorspelbaarheid en willekeur gekropen in de Amerikaanse instituties die, zoals gezegd, voorheen juist een dempende rol speelden bij crises. Zeker nu die instituties lijken te worden gestuurd door de nukken van één man – of de laatste met wie hij een gesprek had.
Nog steeds is er een algemene Amerikaanse invoerheffing van tien procent voor alle andere landen. En een ‘pauze’ van negentig dagen doet weinig om de onzekerheid weg te nemen: het rekt de periode van onrust alleen maar op. Want de kans is levensgroot dat beleggers, ondernemingen, banken én consumenten nu gaan doen wat het meest voor de hand ligt: wachten. Wachten tot er eindelijk duidelijkheid is. Het sturen van goederen naar een handelspartner heeft weinig zin als de prijs ervan niet bekend is. Het neerzetten van een fabriek vergt een tijdshorizon van vele jaren, met voorspelbaar beleid.
Het ontbreken daarvan is even funest voor de bedrijvigheid en de welvaart als de invoerheffingen dat zelf zijn. Ook in 2008 en 2020 dreigde de wereldeconomie krakend tot stilstand te komen. Destijds was er het vangnet van geloofwaardige, professionele instituties: van nationale overheden met kundige ambtenaren tot centrale banken, tot internationale organisaties. Dat nu door het machtigste land in dat vangnet het mes wordt gezet, belooft weinig goeds. En vergt een extra verantwoordelijkheid en inspanning van landen waar de rede nog wél aanwezig is.