Column | Opgespoten lippen

Kinderboerderij of kasteel? De gemoederen liepen hoog op in Bergeijk toen die keuze zaterdag ter sprake kwam, na een dagvullend symposium in theater De Kattendans. Leuk, die schapen, maar hoe moest dat dan met de nieuwe trots van het Noord-Brabantse dorp: de gebroeders Van Eyck?

Ik bevond me op het symposium vanwege mijn peetoom Rob, al jaren dé informele pr-man van Bergeijk. Mede dankzij hem wonnen de inwoners in 2013 de verkiezing tot groenste dorp van Europa en is mijn voorraad Bergeijk-feitjes schier onuitputtelijk. (Pubquizvraag: welke gemeente beschikt niet alleen over het enige industriële werk van Gerrit Rietveld – de fabriekshal van weverij De Ploeg – maar ook over een Rietveld-klok én Rietveld-bushokje?) Het zou me niets verbazen als Rob in het geheim zelfs inspirator was voor Radio Bergeijk, het vroegere satirische programma van de VPRO.

Enfin, de gebroeders Van Eyck. Jan en Hubert. Die van Het Lam Gods, het grote schilderveelluik in de Sint-Baafskathedraal te Gent. Vijf jaar geleden was het schilderij nog wereldnieuws omdat bij een restauratie naar voren kwam dat de broers eigenlijk een veel intenser lam hadden geschilderd: één met priemende blik en opgespoten lippen. Pas een eeuw na hun dood was het door amateurs in een sullig mak lammetje veranderd.

Ook over de schilders zelf moet de geschiedenis herschreven worden – althans, als het aan de Brabantse historicus en ‘archiefvorser’ dr. Lucas G. C. M. van Dijck ligt. Recent verscheen zijn nieuwe boek Bergeijk, bakermat van Jan en Hubert van Eyck (dat ik van oom Rob cadeau kreeg). De broers zouden volgens Van Dijck hun achternaam slechts als artiestennaam hebben gebruikt, en eigenlijk Jan en Hubert Bac heten. En die familie Bac woonde dus uitgerekend in Bergeijk, in het vroegere kasteel Portinc. Een schop tegen het zere been van de Belgische gemeente Maaseik, waar al sinds 1864 een standbeeld staat van de gebroeders omdat ze er geboren zouden zijn.

Niet iedereen deelt Van Dijcks visie. De Gentse hoogleraar en Van Eyck-kenner Jan Dumolyn had een uitnodiging voor het symposium afgeslagen. Maar het sprekerspanel in de Kattendans was op dreef. Mediëvisten, historici en archeologen brachten spannende argumenten te berde. Zo noemden de Bacs zichzelf Bac van Eyck; in de middeleeuwen heette Bergeijk Eyckelbergh of kortweg ‘Eyck’. Op de grafsteen van Jan van Eyck zou bovendien een familiewapen van de Bacs hebben gestaan. En leek het miniatuurkasteel op zijn schilderij De geboorte van Johannes de Doper niet verdacht veel op kasteel Portinc?

Johan Tollenaere, oud-burgemeester van Maaseik, was de beroerdste niet en vond dat er voor beide lezingen wat te zeggen viel (‘maar het standbeeld blijft staan!’). Daarna ging iedereen per toeristentreintje naar het grasveld waar kasteel Portinc moet herrijzen, als het aan de Heemkundekring Bergeijk ligt. De gemeente is mordicus tegen: de plek is al aan de kinderboerderij beloofd.

Maar waarom geen schapenknuffelplek en kasteel inéén? Laat iedereen een lammetje adopteren en je bent zo uit de kosten. Zelfs de naam is er al: De Lammetjes Gods.

Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.