Wie bepaalt of ‘dromen’ banaal zijn of waardig na te streven? Die vraag echoot door het melancholische The Last Showgirl van Gia Coppola (regisseur van Palo Alto, kleindochter van Francis Ford Coppola, nicht van Sofia Coppola). Met in de hoofdrol een perfect gecaste Pamela Anderson – jaren negentigicoon dat velen enkel associëren met foto’s in Playboy, slowmotion-gehol in Baywatch en een uitgelekte sekstape. Aan meningen over Andersons eigen dromen en levenskeuzes was nooit gebrek, zoals twee jaar geleden nog in herinnering werd gebracht in docu Pamela op Netflix.
In The Last Showgirl speelt Anderson showgirl Shelley van 57 in Las Vegas, zonder pensioen. Ze danst al drie decennia in outfits die vooral uit glittersteentjes en veren bestaan in ‘The Razzle Dazzle’, een variétéshow geïnspireerd door het legendarische Théâtre du Lido in Parijs. Maar tijden veranderen en de bijna dagelijkse show stopt ermee. Het publiek in Vegas wil meer dan alleen naakt tegenwoordig: performers moeten ook andere talenten hebben. En als ze die niet hebben, in elk geval jong zijn. Shelley lijkt dat nog niet helemaal te beseffen. Ze moet niet alleen een nieuwe baan zoeken, ze wordt ook geconfronteerd met wat ze heeft opgegeven voor haar dromen. Zo werd haar dochter opgevoed in een ander gezin, zodat zij kon optreden.
Vrouwen boven de vijftig, hun verlangens en carrière-opties in de showbizz of daarbuiten stonden centraal in verschillende spraakmakende films de afgelopen tijd. Het leverde een hoogseizoen op voor actrices van middelbare leeftijd in Hollywood, zowel voor acteerveteranen die het scherm nooit hebben verlaten, denk aan Nicole Kidman in Babygirl, als actrices die een opmerkelijke comeback maakten zoals Demi Moore in bodyhorror The Substance. Het zijn films die rijmen met het echte leven van de actrices: de snoeiharde waardeoordelen en roddels die over deze vrouwen werden uitgegoten, geven hun vertolkingen extra betekenis. Bij Shelley roept het initiële misprijzen van dochter Hannah voor haar werk – topless tussen tachtig andere vrouwen staan – automatisch de morele oordelen over Andersons eigen werk in herinnering. Al heeft Hannah goede redenen om rancuneus te zijn.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130527509-7a92ae.jpg|https://images.nrc.nl/4jU8sDmDFdzSszWzTgY4BxIekKM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130527509-7a92ae.jpg|https://images.nrc.nl/b_Mq4_W4owWpfAzcCp5SIsrX-j8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130527509-7a92ae.jpg)
Twijfelachtige keuzes
Die extra laag geeft veel cachet aan het niet per se heel complexe personage of script. Anderson speelt Shelley popperig-naïef, met een hees kinderlijk stemmetje en een vileine scheut egoïsme. Of haar spel voldoende is om echt een comeback in te luiden voor Anderson is de vraag, maar ze slaagt er vakkundig in je mededogen te laten voelen voor Shelley én voor haar dromen. Door haar soms wat blanco personage word je als kijker mogelijk extra geconfronteerd met eigen, snelle oordelen. Ondanks Shelley’s soms twijfelachtige keuzes.
De plot bestaat vooral uit inkijkjes in de bittere finale van Shelley’s showgirlcarrière en een blik op haar bij elkaar gesprokkelde ‘familie’ van collega’s uit ‘het wereldje’. Met opmerkelijk goed gecaste bijrollen voor Dave Bautista als ‘clubvader’ én vooral Jamie Lee Curtis als Annette. Deze ex-Razzle Dazzle-danseres claimt volop te genieten van haar nieuwe baan waarbij ze drankjes serveert aan doorgesnoven gokkers die vanaf 10 uur in haar billen knijpen. Vergane glorie wordt zelden tegelijkertijd zo wrang als hilarisch verbeeld als door Curtis.
