Zeker vijftien mensen zijn overleden nadat het dak van een discotheek in Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, dinsdag is ingestort. Tientallen mensen raakten gewond. Lokale autoriteiten melden zeker honderd gewonden. Het aantal slachtoffers zal vermoedelijk nog oplopen, hulpdiensten zoeken naar mensen onder het puin.
Volgens Dominicaanse media gebeurde het incident iets voor 01.00 uur in de nacht (lokale tijd). De nachtclub, Jet Set genaamd, is een populaire club in de stad. Het is nog niet bekend waardoor het dak instortte.
Onder de gewonden is ook de Dominicaanse merengue-zanger Rubby Pérez, die op het moment van de instorting een concert gaf in de club. Op video’s op sociale media is te zien hoe binnen korte tijd het dak naar beneden kwam. Enkele bezoekers filmden het plafond van de discotheek al tijdens het concert, waarbij het lijkt dat verschillende onderdelen eerst loslieten voordat het dak in een keer instortte. Luchtfoto’s laten zien hoe het hele dak naar beneden is gestort op de dansvloer.
Foto vrijgegeven door Dominicaanse politie via AFPLuchtbeelden van de nachtclub, 8 april 2025.
Megafoon
De Dominicaanse president Luis Abinader schrijft in een bericht op X dat alle reddingsdiensten „onvermoeibaar werken” om de getroffenen te helpen. De autoriteiten gaan ervan uit dat veel mensen nog in leven zijn, „daarom zullen de teams niet stoppen totdat we de laatste persoon in het puin hebben gevonden”, aldus het landelijke hoofd van de hulpdiensten. Er zijn honderden hulpmedewerkers op de been en al bijna honderd ambulances zijn met gewonden naar ziekenhuizen gereden.
Voor de nachtclub stond iemand met een megafoon. De functionaris smeekte een grote menigte die zich had verzameld om vrienden en familieleden te zoeken, om de ambulances ruimte te geven. „Jullie moeten alsjeblieft samenwerken met de autoriteiten”, riep hij om volgens AP. „We halen de mensen eruit.”
Bij een ziekenhuis waar veel van de gewonden naartoe werden gebracht, stond een ambtenaar buiten op straat om de namen van overlevenden voor te lezen.
Op het partijcongres van de VVD zaterdag is vooral duidelijk wat de partij niet wil. Niet samenwerken met de „weglopers” van de PVV, én niet met de „wegkijkers” van GroenLinks-PvdA, zegt partijleider Dilan Yesilgöz. De VVD-voorvrouw kan in de zaal in Nieuwegein rekenen op luid applaus en gejoel bij het wegzetten van haar politieke tegenstanders.
Wat Yesilgöz óók niet wil, zo blijkt uit haar speech, is dat de volgende verkiezingen over asiel gaan. Dat onderwerp ontwijkt ze vrijwel geheel. In haar toespraak gaat het over defensie, over geopolitiek, over de economie. Maar tot concrete plannen komt ze niet echt.
Vorige week sloot Yesilgöz definitief uit dat ze opnieuw met de PVV wil regeren, nadat Geert Wilders begin deze maand het kabinet liet vallen. Die stap kan rekenen op brede steun vanuit haar achterban: in een peiling die RTL Nieuwspanel de afgelopen dagen onder VVD-stemmers hield, was 78 procent ervoor.
Maar in Nieuwegein heerst het gevoel dat de partij van de regen in de drup dreigt te komen. Als de PVV geen optie is, dan lijkt GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans gezien de peilingen de logische partner om een meerderheid te behalen. Maar op een opmerking uit de zaal over Timmermans antwoordt Yesilgöz: „Ik zou het pure armoede vinden als de keuze bestaat uit PVV en Timmermans”.
‘Links-radicale activisten’
Yesilgöz doet zelf geen moeite om een mogelijke samenwerking met GroenLinks-PvdA makkelijker te maken. Enkele dagen na de kabinetsval zei ze nog in het Financieele Dagblad dat GroenLinks-PvdA een „normale partij” is. Daarmee leek ze de deur op een kier te zetten. Nu blijft ze vooral herhalen dat de PvdA is uitgeleverd aan het „extreme links-radicale activistische deel van de achterban van GroenLinks”. Toch wil Yesilgöz geen campagne die „hard en lelijk is”. Ze zegt het alsof ze er zelf geen aandeel in heeft.
Er zit wel een wezenlijk verschil tussen haar afkeer tegen de PVV en haar afkeer tegen GroenLink-PvdA. Met de PVV is het „onmogelijk” om te regeren, met GroenLinks-PvdA slechts „héél ingewikkeld”. Bij de VVD hebben ze last gehad van de samenwerking met de PVV, klinkt het vanuit de fractie. Een Kamerlid dat anoniem wil blijven memoreert: „Ik heb zoveel shit gepikt de afgelopen maanden. Dan zei Faber weer dat Zelensky een dictator is en daar móét je weer wat mee.”
‘Nog maar zeven weken’
De geschiedenis wordt in Nieuwegein ook een beetje herschreven. Toen het kabinet nog zat, was het verhaal van de VVD dat je met de PVV goed afspraken kon maken – anders dan bijvoorbeeld met NSC. Maar nu zeggen VVD’ers dat de PVV op ongeveer elk gebied onbetrouwbaar was.
Lees ook
Column: Is er nou niemand bij de VVD die dit gênant vindt?
Voor de VVD is het nu zaak om zo snel mogelijk zoveel mogelijk van de maatregelen uit het regeerakkoord door te voeren, met name op gebied van asiel. Kamerlid Wendy van Eijk zegt: „Eigenlijk hebben we nog maar zeven weken, want straks is het zomerreces en kort daarop alweer verkiezingsreces.” Het belangrijkste voor de partij is de asielnoodmaatregelenwet, waar voormalig asielminister Marjolein Faber van de PVV volgens de VVD veel te lang over deed.
Dat de VVD’ers nu niet meer hoeven te werken met Faber en de PVV is volgens sommigen een bevrijding, klinkt het. Maar de rechtse meerderheid is verdwenen, en veel VVD-plannen zijn ineens moeilijk door de Kamer te krijgen. Kamerlid Claire Martens zegt: „Het is balen, je werkt aan plannen, in mijn geval voor de economie, en die dreigen vertraging op te lopen. Met de economisch linkse PVV was dat al uitdagend en wie weet hoe de uitslag er straks uitziet?” Wendy van Eijk had net een „modus operandi” gevonden om met de PVV-Kamerleden te werken. Nu zijn ze weer onvoorspelbaar, zegt ze.
Pro-Israël
Wat betreft Israël en de oorlog in Gaza zit Yesilgöz nog altijd in een lastige positie: zijzelf is altijd ferm pro-Israëlisch geweest, terwijl de leden steeds kritischer worden richting de regering van premier Benjamin Netanyahu. Mondjesmaat wordt Yesilgöz kritischer, ook op het congres. Ze zegt dat het „leed van de Palestijnen” haar niet onberoerd laat. „Ik steun het bestaansrecht en recht op zelfverdediging van Israël, terwijl ik kritisch ben over het kabinet van premier Netanyahu. Laten we niet van elkaar eisen dat we een-dimensionaal worden.”
Het sterk pro-Israëlische deel van de partij is zeer aanwezig tijdens het congres. De fractie gebruikt „GroenLinks-retoriek” zegt VVD-lid Florentijn van ’t Verlaat over de Israël-kritiek. Wanneer een VVD’er van Yesilgöz vraagt om te beloven nooit deel te nemen aan een coalitie die sancties oplegt aan Israël, pareert ze de vraag. De VVD is niet voor „sancties tegen Israël als geheel” maar is niet tegen gerichte sancties tegen individuen zoals ministers van extreemrechtse partijen.
Yesilgöz weet ook dat ze na de verkiezingen waarschijnlijk zal moeten praten met partijen die veel kritischer zijn op Israël dan zijzelf. „Geef me alsjeblieft niet allerlei rode lijnen mee voordat de formatie überhaupt is begonnen”, zegt ze tegen Van ’t Verlaat. De VVD-leider kijkt al vooruit naar het leven na de verkiezingen op 29 oktober.
Het aantal dodelijke slachtoffers van zware overstromingen in de Zuid-Afrikaanse provincie Oost-Kaap van deze week is zaterdag opgelopen tot zeker 86. Dat meldt persbureau AFP op basis van de lokale politie. Woensdag werden nog 49 doden gemeld, maar zaterdag werden opnieuw lichamen gevonden.
In Zuid-Afrika was de afgelopen week sprake van stortregen, sneeuw en harde wind. Vooral de provincie Oost-Kaap, een van de armste regio’s van het land, werd hard getroffen en honderden mensen werden daar geëvacueerd. Huizen, wegen, scholen en gezondheidscentra raakten volgens AFP bedekt met modder nadat ze volledig onder water kwamen te staan.
Reddingswerkers gingen volgens het persbureau van deur tot deur op zoek naar lichamen en overlevenden nadat mensen in hun huizen vast kwamen te zitten. Sommigen wachtten op daken urenlang op hulp.
President Cyril Ramaphosa bezocht de provincie vrijdag en wijt de „catastrofale ramp” aan klimaatverandering. Sneeuw en zware regenval komen in de winter veel voor in Zuid-Afrika (waar het winter is als het in Nederland zomer is), maar deze weersextremen noemde de president eerder al „ongekend”. Door klimaatverandering neemt de kans op overstromingen en grotere weersextremen in het land toe.
Door een schemerige sluier van mist heen is vaag een tekstprojectie te ontwaren. Het is een opsomming van de elementen waaruit het menselijk lichaam bestaat. Zuurstof. Koolstof. Waterstof. Tegelijk wordt er ook een tekst uitgesproken, maar een knisperend geluid maakt de woorden onverstaanbaar. Geef tekst niet te veel gewicht, lijkt regisseur Romeo Castellucci zijn publiek mee te willen geven, meteen in deze eerste minuten van zijn productie Bérénice. Geef je over aan het niet-verstaan. Het is maar taal.
In Bérénice, toneelstuk uit 1670 van Jean Racine, gebeurt opvallend weinig; zelfs Racine zelf was er verrukt over met hoe weinig handeling hij het in zijn stuk had weten te stellen. Maar, zo schreef hij in zijn voorwoord (hier geparafraseerd): ook spreken is een handeling.
In het kort: Titus (net keizer van Rome geworden) en Bérénice (koningin van Palestina) zijn verliefd, maar omdat het volk van Rome daar niet zo blij mee is, heeft Titus besloten Bérénice te verlaten. Het stuk gaat over zijn poging haar dat duidelijk te maken, en haar poging zich tot die boodschap te verhouden. Racine schreef de tekst in rijmende verzen, waarin de personages zich zo beleefd en beheerst mogelijk uiten, terwijl emoties er door die hermetische vorm halsstarrig onder worden gehouden. Het is in zekere zin de taal zelf, die zich in dit stuk tegen de geliefden keert. Het stuk ontleent zijn dramatische kracht aan het onvermogen met taal uitdrukking te geven aan gevoelens, om werkelijk contact te maken.
Buitengewoon alleen
Regisseur Castellucci benadrukt dit door het stuk te strippen van alle personages, op Bérénice na. Zij staat alleen op het podium, vertolkt door de Franse steractrice Isabelle Huppert. De verzen van Bérénice worden integraal door haar uitgesproken, soms ratelend, soms mechanisch, soms kalm, soms schreeuwend – maar antwoord krijgt ze niet. We zien haar rondslepen met een elektrisch kacheltje op dat grote, koud uitgelichte, mistige speelvlak. Soms is het alsof ze zich onder water begeeft. Ze is buitengewoon alleen.
Wát ze zegt verdient ook aandacht, want hemeltjelief, wat een ongemakkelijk vrouwbeeld krijgen we hier voorgezet. Ontredderd is ze, zegt Bérénice, wanneer Titus haar ontloopt. Haar hart klopt slechts voor hem. Zonder commentaar toont Castellucci zo het vrouwelijke personage zoals dat zo veelvuldig in de (theater- en film)geschiedenis is herhaald (en in die keuze rijmt de voorstelling met het geweldige The Brotherhood van Carolina Bianchi, komende week eveneens in het Holland Festival te zien), namelijk: de vrouw die haar bestaansrecht alleen ontleent aan de begeerte van mannen.
Subtiel maakt Castellucci daarbij de vertaalslag van het personage naar de actrice die haar speelt. „Bérénice is al die tranen niet waard,” staat er bij Racine, wanneer Titus moet huilen. „Isabelle is al die tranen niet waard,” spreekt Huppert. Waar kijken we naar? Naar Bérénice? Naar Isabelle Huppert? Zijn niet beiden, door onze ogen gezien even fictief?
Castellucci, die naast regisseur ook beeldend kunstenaar is, paart Bérénices zelf-kleinerende clausen aan beeldtaal waarin vrouwelijke archetypen te herkennen zijn: de huisvrouw, de heks, het lustobject. Ook hiermee dwingt hij weer aandacht af voor ons kijken zelf: wat zien we, als we naar vrouwenlichamen kijken? Lichamen die, dat weten we best, feitelijk gewoon bestaan uit deeltjes zuurstof, koolstof, waterstof, stikstof.
Als Huppert tenslotte haperend en vertragend, als een machine waarvan de batterij zijn einde nadert, tot stilstand komt, is het niet zozeer het personage, maar het vrouwbeeld dat ze vertegenwoordigt dat we in elkaar zien zakken. „Kijk niet naar mij,” zegt Huppert als de mist is opgetrokken. Die woorden zijn niet van Racine. Ze zegt het kalm, dan luider, dan ijzingwekkend fel. „Kijk niet naar mij.” Bérénice toont: ook kijken is een handeling.