In de Brusselse wijk Sint-Joost-ten-Node staan heel wat huizen uit de negentiende eeuw die op het eerste gezicht statig ogen maar bij nadere beschouwing een wat vervallen en troosteloze indruk maken. Zo ook Hamerstraat 28.
De vermolmde raamkozijnen, de afgebladderde verf op de dubbele voordeur en de grauwe gevel verraden jaren van verwaarlozing. In de ruiten op de bel-etage is het glas-in-lood wonderwel intact, maar dat is nauwelijks te zien door de roestige tralies ervoor.
Binnen is het een heel ander verhaal. Dit is het adres van Espace Aygo, een initiatief van vier voormalige designstudenten die er wonen en het pand transformeerden tot een eigenzinnig designspektakel. Neem de woonkamer, waar je vanuit de hal zo in kijkt. De muren hebben een patroon in fel oranje en Yves Klein-blauw, alle meubels die er staan zijn handgemaakt: een grote metalen bal die de basis vormt van een stoel, een organisch gevormde chaise longue die is bekleed met deels verweerde katoen. Op de kale houten vloer zijn stukken grillig gesneden tapijt handmatig aan elkaar genaaid, aan het plafond hangt een grote zwart-witte tekening van een voluptueus achterwerk.
En dat is nog maar één kamer.
Espace Aygo ontstond tijdens de coronapandemie, toen de Franse Salomé Sperling (nu 26), de Zweedse Line Murken (29) en Nederlanders Sijmen Vellekoop (26) en Jaime le Bleu (27) een oplossing zochten voor de beperkte toegang tot de werkplaatsen van hun bacheloropleiding aan de Design Academy Eindhoven. De lockdownregels stonden alleen bezoek op afspraak toe, en dat belemmerde het creatieve proces, merkten ze. Jaime: „Als je niets kunt maken, is Eindhoven best een troosteloze plek.”
Salomé en Sijmen vatten het plan op om Eindhoven te verruilen voor Brussel. Salomé kende de stad goed – ze had er vrienden – en dacht er gemakkelijk een betaalbare woning te kunnen vinden. Aanvankelijk zochten ze naar een appartement voor hen tweeën, maar toen Line en Salomés vriend Jaime aangaven mee te willen gingen ze op zoek naar een groter huis.


Het huis – zo’n 450 vierkante meter groot en toch betaalbaar – vonden ze via een Belgische onroerendgoedsite. Nadat ze hartje winter met z’n allen waren verhuisd, bleek het niet warm te stoken en erbarmelijk slecht sanitair en een niet-werkende keuken te hebben. De verhuurder liet hen vrij alles aan te passen, zolang de basisstructuur van het pand behouden bleef en ze de schoorstenen en de riolering met rust lieten. Het voelde als een uitnodiging om te experimenteren. Espace Aygo, noemden ze het, naar de Toyota Aygo van Jaime waarmee ze tot hun afstuderen de 140 kilometer van en naar Eindhoven aflegden. (Jaime en Salomé studeerden in 2022 af, Sijmen en Line het jaar erna.)
Line: „In het begin hadden we helemaal niets, ook geen meubels. Dat motiveerde om in hoog tempo dingen te maken. Maar eerlijk gezegd hielp dat continu bezig zijn ook tegen de kou.”
Salomé: „We vroegen ons af: als dit de woonkamer is, wat heeft die nodig? Een bank, een tafel, licht. Zo ontstond voor elke ruimte een soort to-do-lijst.”
De haast waarmee ze dingen moesten maken vroeg om een vindingrijke aanpak. Sijmen: „Kijk, de snelste manier om een bord te maken is door een plak klei op een mal, zoals een plastic bakje, te leggen en die dan met een beetje vaart op de grond te gooien, zodat de klei zich zo, bam, over de mal vormt.”
Line: „We hebben daarna de klei niet afgewerkt, alleen de vorm geglazuurd en gebakken.”


De bank die ze maakten lijkt op een woekerende plant, de basis is gelast van metalen staven – restmateriaal gedoneerd door een docent van de Design Academy – en bedekt met een berg organisch gevormde kussens, door Salomé gemaakt van tweedehands textiel. Plaatsnemen gaat door de stekelige vorm niet zomaar, je moet er op klauteren.
Aanvankelijk was het huurcontract voor een jaar. Maar de vergunningaanvraag van de ontwikkelaar voor een nieuw wooncomplex sneuvelde keer op keer, en zo werd één jaar twee, toen drie, en al die tijd bouwden de ontwerpers door aan het huis.
De rauwe en ongepolijste vormgeving is inmiddels een bewuste keuze. Jaime: „Uiteindelijk raakt alles wat je gebruikt wel een keer beschadigd, maar als iets heel slick gemaakt is zie je een kras al snel als een defect. We zien wat we maken als functionerende prototypes. De objecten hebben meteen al een patina en zijn daardoor makkelijk om mee te leven.” Zo bestaan de deuren van hun keukenkast uit diverse stukken onregelmatig gevormd hout, die ogenschijnlijk lukraak aan elkaar zijn gezet. De zolderkamer, waar Sijmen slaapt, is opzettelijk schots en scheef beplakt met behang dat hij eerst uit de losse pols beschilderde met grillige patronen voor een opzettelijk duizelingwekkend effect. Sijmen: „Als ik ’s nachts in bed lig, voelt het alsof ik in een varend schip ben.”



Boven de eettafel in de keuken hangt een kroonluchter van plaatmetaal en een boomstronk waar met magneten bestek aan zit. De lepels, vorken en messen zijn kringloopvondsten waar ze onbewerkte houten handvatten van natuurlijke takjes aan vastmaakten. De behoefte van de groep aan een zit-sta-bureau resulteerde in een unieke tafel met een blad met twee niveaus. Het houten blad is gepolijst, maar heeft nog steeds een ruwe uitstraling. Het rust op een onderstel van krioelende gepolijste uitlaatpijpen, die Salomé na het overlijden van haar opa in zijn werkplaats vond.
Een ander opvallend stuk: de organisch vormgegeven badkuip van rubber die onderdeel was van Lines afstudeerproject en de comfortabele omhelzing van een baarmoeder moet nabootsen. De amberkleurige douchecabine en wastafel in de badkamer zijn van hetzelfde materiaal gemaakt en hebben daardoor dezelfde vlezige uitstraling.


Espace Aygo opent geregeld de deuren van het huis om rondleidingen te geven aan geïnteresseerden. In het begin waren dat vooral nieuwsgierige buren die zo meer begrip kregen voor de activiteiten van het collectief. Jaime: „Volgens mij dachten de buren in het begin dat we rijkeluiskinderen waren, want hoe konden we anders zo’n groot pand betalen?” Inmiddels zijn ze, zoals Sijmen zegt, „echt onderdeel van deze buurt geworden. Mensen weten wie we zijn en zijn geïnteresseerd in wat we doen.”
Na drie jaar is het nog steeds spartaans wonen in het gebouw. De verwarming functioneert nog altijd niet naar behoren, overal bevinden zich tochtige kieren en de wc wiebelt dusdanig op de wankele vloerdelen dat hij ieder moment door de grond lijkt te kunnen zakken.
Desondanks is Espace Aygo een geliefd logeeradres voor bevriende kunstenaars en designers. Sommigen blijven maar even, anderen komen er een tijdje wonen. Salomé: „Volgens mij duurt het minstens tien dagen voordat iemand zich comfortabel voelt in het huis en met onze manier van werken en leven. Je moet het echt even op je laten inwerken.” Nieuwe huisgenoten helpen meestal eerst mee aan designstukken waar de groep samen aan werkt om vervolgens eigen werk te maken dat vaak ook bedoeld is voor in het huis.

Salomé: „De geleefde ervaring staat hier centraal, niet de commerciële waarde van een object. Al begrijpen we echt wel dat we uiteindelijk galeries nodig hebben om stukken te kunnen verkopen, want we zijn zelf totaal geen salesmensen.”
Tot op heden zijn ze erin geslaagd om vooral hun manier van werken aan te bieden in plaats van verkoopbare designstukken. Zo deden ze een project met de Deense galerie Tableau, waar ze als artists in residence een keuken maakten. Op een door het Franse luxemerk Hermès georganiseerde tentoonstelling in Brussel waren begin dit jaar stukken uit het huis te zien naast schilderijen van kunstenares Pélagie Gbaguidi.
Zulke projecten openen nieuwe deuren voor de groep, maar de ontwerpers komen sinds hun afstuderen hoofdzakelijk rond van freelance klussen, zoals het bouwen van theaterdecors. Jaime: „Espace Aygo is niet zomaar een project; het is ons leven, we zijn een écht collectief, geen gelegenheidsgroep die alleen samen exposeert.”
Salomé: „De grens tussen leven en werken is soms lastig aan te geven en daarin schuilt het grootste gevaar: dat we elkaar voor lief nemen en niet meer waarderen wat ieder individu brengt en nodig heeft.”
Om zich te kunnen blijven ontplooien, is een grotere werkplaats volgens de groep een logische stap. Een verhuizing naar een enorm leegstaand pand dat Salomé vlak bij de Parijse begraafplaats Père-Lachaise heeft gespot is een optie. Het Brusselse gemeentebestuur onderzoekt of hun huidige huis kan worden erkend als modern erfgoed. Dat zou betekenen dat het pand niet zomaar gesloopt kan worden. De vier hopen dat een nieuwe lichting ontwerpers hun project dan kan voortzetten.



