Verantwoord hout stoken én mooi stapelen, dat doe je zo


Hout stoken In reactie op de hoge gasprijs is de vraag naar brandhout flink gestegen. Tips voor verantwoord stoken op een rij, en een pleidooi voor de elektrische deken.


Illustratie Claudia van Rouendal

Wie wel eens op het Franse, Belgische of Duitse platteland rondloopt, weet hoe de mensen zich daar voorbereiden op het gasloze tijdperk: met hout. Dat deden ze eigenlijk altijd al, maar Poetin heeft voor elkaar gekregen dat de stapels imposanter zijn dan ooit. Meestal een meter breed, manshoog en ettelijke meters lang. Als zichtbare en voortdurende geruststelling. Wat er ook gebeurt, hier wordt deze winter geen kou geleden.

De wandelaar vraagt zich af of dat ook iets voor hem of haar kan zijn. Het is bekend: houtstook staat tegenwoordig in een kwade reuk. Maar een kwalijk riekende schoorsteen is vrijwel altijd het gevolg van hout dat niet droog genoeg is, een onkundige stoker of een gebrekkige kachel. Of nog erger: een open haard.

Houtkachels die voldoen aan de Europese eisen die sinds 1 januari van dit jaar gelden (EcoDesign 2022) kunnen hout zonder stank omzetten in behaaglijke warmte. Ze branden schoon en hebben een hoog rendement. En als je snoeihout gebruikt of hout van een goed beheerd bos kun je sceptici het zwijgen opleggen door erop te wijzen dat je het milieu dient. De CO2 die bij de verbranding vrijkomt is immers afkomstig van een hernieuwbare bron. De afgezaagde stammetjes groeien weer aan en gaan vrolijk door met iets waar ze net mee bezig waren: CO2 uit de lucht halen.

Wie dan nog niet overtuigd is, is misschien vatbaar voor het financiële argument. De hoeveelheid energie die in een kubieke meter gestapeld brandhout zit, is rond de 5.000 megajoule (MJ). Dat komt overeen met ongeveer 160 kubieke meter gas, en die hoeveelheid kost bij de huidige gasprijzen bijna 590 euro. Een kuub hout moet je kunnen kopen voor 200 euro. Het kan veel goedkoper en ook duurder, maar dan nog blijft hout goedkoper – al moet je de kosten van transport en opslag niet vergeten.

Vaak is er wel iemand die met een partij stammetjes en takken omhoog zit. In het allermooiste geval heb je zelf een paar bomen die af en toe gesnoeid moeten worden.

Houtstook kan ook leiden tot een nieuwe manier van leven. Je zou kunnen besluiten de huiskamer te promoveren tot wat hij ooit was: het brandpunt van het huiselijk leven. De kachel straalt zijn warmte naar iedereen die zich eromheen schaart, en je hoort alleen het getik van de breipennen die met een nieuwe warme trui bezig zijn, het geritsel van de bladzijden die worden omgeslagen en af en toe de zachte plof van een blok beukenhout dat in as is veranderd en plaatsmaakt voor een nieuw blok. Saamhorigheid en gezelligheid nemen bezit van de ruimte.

In de rest van het huis wordt het nu steenkoud. Dat is waar, maar de mensheid heeft het honderdduizenden jaren op die manier uitgezongen. Bovendien daalt de gasrekening nu nóg verder en heeft de moderne mens iets wat zijn voorouders niet hadden: elektrische dekens. Niets slaapt zo lekker als een warm bed in een koude slaapkamer en de energiekosten daarvan zijn een fractie van de kosten die gemoeid zijn met de opwarming van een hele slaapkamer. Nog steeds koud? Zet een muts op.

Hoe kom je aan brandhout? Dat kun je kopen bij houtleveranciers. Helaas stijgen de prijzen de laatste maanden flink en dan is er nog iets gruwelijks: vaak wordt er hout aangeboden dat ‘ovengedroogd’ is. Dat wordt zo parmantig meegedeeld dat de argeloze koper het idee krijgt dat het hier om een belangrijk voordeel gaat. Terwijl in werkelijkheid de CO2 -uitstoot van die droogovens de milieuvoordelen van de houtstook weer duchtig relativeert.

Andere wegen moet je dus bewandelen. Rondvragen, praten met boeren met veel knotwilgen, vragen aan boswachters of ze iets weten, kijken op Marktplaats. Vaak is er wel iemand die met een partij stammetjes en takken omhoog zit. In het allermooiste geval heb je zelf een paar bomen die af en toe gesnoeid moeten worden.

Je moet nu wel twee stuks gereedschap hebben die onontbeerlijk zijn: een kettingzaag en een kloofbijl. Niet goedkoop, niet ongevaarlijk en niet iets voor een tengere grijsaard. Koop in ieder geval een goede zaag (de prijzen beginnen bij 300 euro) en een kloofbijl met een kunststof steel. Een steel van essenhout staat mooier, maar de beginnende klover slaat die binnen een paar dagen kapot.

Zaag het hout in lengtes die in de kachel kunnen, kloof het zo snel mogelijk in onderarmdikke stukken en begin dan aan het werkje dat qua arbeidssatisfactie moeilijk overtroffen kan worden: het stapelen. Een goede stapel staat stevig en de wind kan er aan alle zijkanten onbelemmerd doorheen blazen. Hij moet minimaal een meter breed zijn, en anderhalve meter is een mooie hoogte. Leg op de grond anti-worteldoek of een paar pallets. De bovenkant moet worden afgedekt. Dat kan met een plastic zeil of met een stuk golfplaat. Leg er wel heel wat stoeptegels bovenop, want de wind wil dat zeil of die plaat er eigenlijk afblazen.

Nu is er een jaar tijd om de stapel te bewonderen, hem aan vrienden en bekenden te laten zien en op te merken dat het lichtbruin en rood van het kopse hout langzaam donkergrijs worden. Na minimaal een jaar kan de buitenstapel worden afgebroken en verhuizen naar een beschutte bergplaats. Een schuurtje, of een afdakje tegen het huis. En dan is het tijd voor de laatste verplaatsing van je zon- en windgedroogde brandhout: naar binnen. In de hongerige muil van de kachel.

Illustratie Claudia van Rouendal