Koffieboer in Brazilië: ‘Bidden voor regen is het enige wat we kunnen doen’

Zonlicht straalt over uitgestrekte heuvels vol koffieplanten, met grote stukken uitgedroogd gras ertussen. Koffieplukker Marcelo Simeão beweegt zijn in een witte handschoen gestoken vingers razendsnel langs de takken, rist de koffiebessen eraf en laat ze in een gevlochten mand vallen. Van een afstandje kijkt Eleonora Erthal van onder een grote panamahoed naar de aanplant en probeert voorzichtig de heuvel af te dalen. Ze is de eigenaresse van koffieplantage Monthal en runt deze fazenda met haar man. „Ik zie duidelijk dat er minder bessen zijn”, zegt Erthal (64), en grijpt zich vast aan wat takken om niet uit te glijden.

Het zijn onzekere tijden in de wereldwijde koffiehandel. In landen als Nederland nam de prijs van een kopje koffie in een jaar tijd met meer dan honderd procent toe. In sommige supermarkten bleven schappen onlangs zelfs leeg, omdat er geen overeenkomst kwam over de verkoopprijs. Duurdere koffie lijkt het nieuwe normaal te worden.

Een belangrijke reden voor de prijsstijgingen is dat in Brazilië de productie van koffie drastisch afneemt. Dat heeft weer alles te maken met de effecten van de klimaatverandering die de grootste koffieproducent ter wereld hard treffen: al langer dan een jaar kampen grote delen van het Zuid-Amerikaanse land met grote droogte en hittegolven, terwijl op sommige plekken juist weer extreem veel regen valt. Op de koffieproductie hebben die weeruitersten veel impact.

Vanuit de lucht is goed te zien hoeveel kale en droge plekken de koffieplantage van Eleonora Erthal en haar man telt.
Foto Ian Cheibub

„Een ideale temperatuur ligt rond de 24 of 25 graden”, zegt Erthal, telg uit een familie die al generaties koffie teelt. Het afgelopen jaar steeg de temperatuur echter tot 36 en soms zelfs tot 38 graden in de heuvels: funest voor koffie. „Het kan dan ’s nachts wel eens afkoelen, en soms ineens te koud zijn. Er zijn koffiegebieden waar het ineens vroor, het afgelopen jaar. Wij hebben hier zelfs een keer hagelstenen gehad, zomaar op een middag. Het klimaat is totaal in de war”, zegt ze.

Opbrengst gehalveerd

In de vallei van Bom Jardim, op zo’n vier uur rijden van de stad Rio de Janeiro, verbouwt Eleonora Erthal koffie op een terrein van driehonderd hectare. De opbrengst hiervan daalde tussen 2023 en 2024 met meer dan vijftig procent. „Vorig jaar oktober hadden we redelijk wat regen, maar in november en december werd het al minder. Het is nu maart en we hebben al drie maanden amper regen gehad. Af en toe wat druppels, maar dat helpt niet”, verzucht ze. De koffieplanten zijn veel kleiner dan ze zouden moeten zijn.

Vanaf een uitkijkpunt op bijna duizend meter hoogte is goed te zien hoeveel kale en droge plekken er tussen de koffie-aanplant liggen. De deelstaat Rio de Janeiro stond in de koloniale tijd bekend als dé koffiestreek, met de eerste plantages van het land. Maar tegenwoordig is er, op een handjevol plantages na, amper productie meer.

Koffie wordt nu vooral in noordelijker streken op grote schaal verbouwd, in de deelstaat Minas Gerais, en in naburige deelstaten São Paulo en Espírito Santo. „Koffie is niet iets wat je snel weer ergens anders opbouwt, als een gebied te warm en te droog wordt, zoals hier het geval is”, zegt Erthal, terwijl ze de landarbeiders een handje helpt met plukken.

Duurdere koffie lijkt het nieuwe normaal te worden

Aan het einde van de ochtend legen ze hun volle manden in een grote jutezak en dragen die naar een pick-uptruck op de heuveltop. Alles gaat hier met de hand, want zo hoog in de bergen is machinaal plukken niet mogelijk. In lager gelegen gebieden kan wel geïrrigeerd worden, maar hier is het lastig om aan bewatering te doen. Er kunnen alleen wat extra bomen worden geplant voor schaduw en koelte.

De eerste Erthal was een Duitser uit Beieren die in 1826 in Brazilië aankwam toen er nog slavernij was. Miljoenen geronselde Afrikanen die in slavernij naar Zuid-Amerika waren gebracht, verrichtten gedwongen arbeid op de plantages. Na de afschaffing van de slavernij in 1888 stortten veel plantages in, ook die van de Erthals.

Werknemers van de plantage Monthal dragen zakken met koffiebonen naar de opslagruimte.
Foto Ian Cheibub

Tot haar vader in de jaren zeventig van de vorige eeuw besloot de koffieteelt nieuw leven in te blazen. „Mijn vader zei altijd dat koffie na water het meest gedronken drankje ter wereld is. Hij zag volop mogelijkheden. Uiteindelijk heeft hij hele goede zaken gedaan en aan al zijn kinderen grond nagelaten om koffie te verbouwen”, zegt ze.

Smaak bonen onzeker

Behalve de veel lagere koffieproductie en de kleinere planten omdat het nauwelijks regent, is er ook onzekerheid over de smaak van de koffie. Van de buitenkant kunnen de bessen er bij deze oogst goed uitzien, maar dat hoeft volgens Erthal niet te betekenen dat de kwaliteit van de boon uiteindelijk ook goed is.

Onderaan de heuvels ligt de plantagewoning waar Eleonora Erthal met haar echtgenoot woont. Ernaast staat een kleine fabriek waar de bessen gedroogd worden en de bonen gebrand. Een deel gaat in grote zakken, voor transport naar tussenhandelaren. Een groepje vrouwen met handschoenen en mondkapjes op stopt een ander deel van de koffie in goudkleurige zakken voor de lokale verkoop.

Nu de koffieteelt hapert, probeert Erthal bij te verdienen met rondleidingen voor toeristen en de verkoop van andere producten zoals eigengemaakte jam en rum. Maar het liefst zou ze de koffie-oogst vergroten, want de vraag neemt wereldwijd juist toe. Vooral de Aziatische markt groeit explosief. „Jongeren in China vinden het hip om koffie te drinken in plaats van thee zoals hun ouders. Ze willen naar Amerikaans voorbeeld met een zo’n koffie-to-go beker op straat lopen”, is haar verteld.

Koffie verplaats je niet zomaar. Het duurt wel vijf jaar voordat je goede en stabiele groei bij de aanplant hebt

Eleonora Erthal
eigenaresse koffieplantage

Aan tafel in een knusse keuken waar grote koperen ketels hangen en het servies van haar overgrootmoeder is uitgestald, serveert de kokkin een smaakvolle lunch aan een lange houten tafel. Op de rijst na worden alle producten op de plantage verbouwd, zegt Erthal trots en ze schept een bord met cassave, zoete aardappelen en pompoen op. Verderop in het huis staan heiligenbeelden en hangen bidprentjes.

Hoe de toekomst van haar plantage eruit ziet, weet ze niet. Mogelijk liggen er kansen in de uitbreiding van koffiesoorten die hittebestendiger zijn. „Denk aan de Arara-boon. Maar er zijn ook al experts die zeggen dat wij, Braziliaanse koffieproducenten, op zoek moeten gaan naar hele nieuwe gebieden. Maar koffie verplaats je niet zomaar. Het duurt wel vijf jaar voordat je een goede en stabiele groei van de aanplant hebt, en de koffieplanten leven rond de dertig jaar”, zegt ze.

Koffieplant met nog onrijpe bessen van de plantage Monthal.
Foto Ian Cheibub

Met biologisch geteelde koffie probeert de Monthal-plantage intussen een nichemarkt te bedienen gericht op de chiquere wijken van Rio. Ook die koffie heeft ze in prijs moeten verhogen door mislukte oogsten. Erthal: „Laatst zei een koffie-expert tegen me dat door de groeiende vraag en het lage aanbod er eigenlijk een heel nieuw gebied zou moeten worden gezocht voor het verbouwen van koffie. Een soort ‘Nieuw Brazilië’, zeg maar. Voordat het straks te laat is en de productie verder afneemt en we in Brazilië helemaal geen koffie meer kunnen produceren.”


Lees ook

In broeierig Brazilië grijpt het dengue-virus om zich heen: ‘geen carnaval vieren dus’

Bij een 64-jarige Braziliaan is dengue vastgesteld.  In heel Brazilië verrijzen dengue-gezondheidsposten.

Als aan het einde van de middag de werknemers naar hun afgelegen huisjes vertrekken, de vrouwen hun mondkapjes afdoen en de fabriek sluiten, trekken de wolken plotseling samen. „Kijk naar die donkere lucht!”, roept Eleonora Erthal enthousiast terwijl ze naar boven kijkt. „Ik bid al sinds januari voor regen, dat is het enige wat we kunnen doen. Laat die bui maar komen!”