N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Volgens onderzoek gelooft een op de vijf Nederlanders in complottheorieën. Zelf denken ze rationeel te zijn, maar „complotdenken komt vaak voort uit negatieve emoties, zoals angst en ontevredenheid”, zegt sociaal psycholoog Van Prooijen.
Het is ook een keuze, zei premier Rutte vorige maand over het geloven in complottheorieën. Uit onderzoek was gebleken dat ruim een op de vijf Nederlanders een ‘gelovige’ is. Maar is het echt zo simpel als Rutte zegt? Kiezen mensen ervoor om in complotten te geloven, of hebben ze daar aanleg voor?
Jan-Willem van Prooijen was een van de eersten die daar in Nederland onderzoek naar deed. Deze sociaal psycholoog is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en bijzonder hoogleraar radicalisering, extremisme en complotdenken aan de Universiteit van Maastricht. Van Prooijen stelde een wetenschappelijke bundel samen, Conspiracy Theories, waarin onderzoekers de laatste inzichten in de psychologie achter het complotdenken presenteren. „Complotdenken is niet rationeel. Het is juist emotioneel”, zegt Van Prooijen.
Delen complotdenkers psychologische en maatschappelijke kenmerken?
„Ik ben altijd heel terughoudend met praten over dé complotdenker. Ik praat liever over de mate van complotdenken. Want we zijn allemaal weleens een complotdenker. En dat is niet altijd onterecht. Maar er zijn wel kenmerken die mensen delen die in de meer extreme complottheorieën geloven. Zo weten we dat samenzweringsdenken samenhangt met politiek extremisme. Zowel aan de rechter- als aan de linkerkant, maar wat meer aan de rechterkant. Daarnaast is collectief narcisme een heel goede voorspeller voor complotdenken. Je ziet het vaak bij fel nationalisme. Denken dat je eigen groep beter is dan andere groepen. Vaak in combinatie met complotideeën over dreiging die er van andere groepen uit zou gaan.
„Complotdenken hangt ook nauw samen met emoties. Mensen die veel in complotten geloven, denken vaak kritisch en rationeel te zijn. Maar onderzoek laat zien dat complotdenken regelmatig voortkomt uit negatieve emoties. Zoals angst, woede en ontevredenheid over ontwikkelingen in de maatschappij.”
Naast ‘collectief narcisme’ zou ook individueel narcisme een goede voorspeller van complotdenken zijn. Hoe zit dat?
„Narcisme is een lastige term. Enerzijds is het een persoonlijkheidsstoornis, maar binnen de sociale psychologie gebruiken we de term voor iets dat gewoon verschilt tussen mensen. Sommige mensen zijn best vol van zichzelf. Als ze een lekkere appel eten, dan zetten ze dat op Instagram. Andere mensen hebben dat juist weer totaal niet.”
Hebben complotdenkers dan vaak veel zelfvertrouwen?
„Je hebt gezond zelfvertrouwen, denken dat je een waardevol persoon bent. Narcisme is problematischer, dat zijn meer superioriteitsgevoelens. Daardoor kun je ook niet tegen kritiek en zul je je eerder aangevallen voelen. Enerzijds denk je dat je het allemaal beter weet, maar als die anderen kritiek op je hebben, kan je boos worden, omdat je dat als een aanval op je ego ziet. Er is onderzoek dat laat zien dat de behoefte om uniek te zijn samenhangt met complotdenken. Uiteindelijk ga je er toch vanuit dat jij het beter weet; in het geval van de coronavaccins beter dan nagenoeg de hele medische wetenschap, want je hebt tien YouTube-filmpjes gezien.”
Lees ook: De voedingsbodem voor radicalisering, paranoia en complotdenken groeide en groeide
Deze wetenschappers trekken allemaal behoorlijk verstrekkende conclusies. Is dat niet aanmatigend? Complotdenkers zullen het er vaak niet mee eens zijn.
„Ik denk het niet. Als wij een samenhang vinden tussen narcisme en complotdenken, dan trekken we die conclusie. Als we hadden gevonden dat meer geloven in complottheorieën gemiddeld samenhangt met minder narcisme, dan hadden we dat geconcludeerd. Het is nooit aanmatigend bedoeld.”
Volgens een artikel uit de bundel voorziet complotdenken in behoeftes op het gebied van sociale identiteit. Is dat bewezen, of meer een theorie?
„Al deze ideeën zijn in meer of mindere mate gebaseerd op eerder onderzoek en eerder bewijs. Voor deze specifieke stelling is veel bewijs. Als jij gelooft dat het 5G-netwerk corona veroorzaakt, dan hou je er een vrij extreme mening op na. Maar als je vervolgens een groep vindt waarin iedereen er zo over denkt, dan kan dat een enorm bindende factor zijn.”
Complotdenkers raken soms oude vrienden kwijt. Heeft dat geen negatieve invloed op hun sociale identiteit?
„Tijdens de coronapandemie zagen we inderdaad dat complotdenken samenhangt met verlies van sociale contacten. Dat betekent niet dat complotdenken geen sociale functie kan hebben. Want ze komen meestal terecht in een groep waarin iedereen ze begrijpt en waarin ze worden gesteund en aangemoedigd.”
Een beetje zoals coronademonstranten elkaar ophemelden als ‘wakker’ en zichzelf prezen als ‘strijder’?
„Ja, inderdaad. Het wij-zij-denken is een belangrijk onderdeel van complotdenken.”
Is complotdenken in Nederland toegenomen?
„Lastig. Die 21 procent die volgens dat laatste onderzoek in complotten zou geloven, is geen vreemd percentage. Het hangt altijd af van je vraag. In 2009 werd Nederlanders gevraagd naar een complottheorie over straling van mobiele telefoons. De stelling was dat die schadelijk is, dat de overheid en telecombedrijven daar zeker van zijn, maar dat ze het onder de pet houden. Tussen de 30 en 40 procent geloofde dat. Het is moeilijk te zeggen of complotdenken is toegenomen, want er gaan nu andere theorieën rond. Ik denk wel dat de pandemie complotdenken heeft versterkt en dat mensen die geneigd zijn in complotten te geloven elkaar meer zijn gaan opzoeken in gesloten groepen op internet. Daardoor is het nu waarschijnlijk extremer dan twintig jaar terug.”
Iets om ons zorgen over te maken?
„Als je honderd jaar terug kijkt, dan is complotdenken zeker niet toegenomen. In 2021 heeft nog altijd 87 procent van de Nederlanders zich minimaal één keer laten vaccineren. Als je dat vergelijkt met de jaren dertig, toen Hitler antisemitische complottheorieën verspreidde en een groot deel van de Duitse bevolking aan zijn lippen hing, dan is het nu een ander verhaal.
„Toch denk ik dat het hedendaagse complotdenken ook een probleem is. We weten dat complotdenken meer negatieve dan positieve gevolgen heeft voor de samenleving. Het kan de gezondheidszorg ondermijnen, dat hebben we tijdens de pandemie gezien. Complotdenkers stemmen vaker populistisch en stemmen vaker niet. Het hangt dus samen met ondemocratische attitudes en met polarisering en radicalisering. Complotdenken verlaagt ook het draagvlak voor klimaatmaatregelen, want daar hebben complotdenkers ook wilde theorieën over. En samenzweringsdenken maakt dat mensen eerder regels overtreden, bijvoorbeeld belasting ontduiken, omdat ze de overheid als tegenstander zien.”
Volgens een ander artikel zijn mensen vatbaar voor complotdenken als ze veel op hun intuïtie vertrouwen.
„Ook daar is veel bewijs voor. En er is een negatief verband tussen complotdenken en analytisch denken. Eigenlijk zijn complotdenkers juist goedgelovig. Het zijn vaak mensen die je van alles op de mouw kunt spelden. Daarom vallen ze ook voor een complottheorie, of voor de retoriek van populistische leiders.”
Welk bewijs is daar voor?
„Ik heb daar zelf onderzoek naar gedaan. Wat je dan doet is, je presenteert zinnetjes aan proefpersonen. Die zijn samengesteld uit buzzwords die door een random generator zijn geselecteerd. Het zijn zinnetjes die grammaticaal correct zijn, maar er staat onzin. Bijvoorbeeld: Hidden meaning transforms unparalleled abstract beauty. En dan vraag je een proefpersoon op een schaal van één tot vijf aan te geven in welke mate hij daar een diepere waarheid in ziet. Dan zie je dat naarmate mensen sterker in complottheorieën geloven, ze daar meer wijsheid in zien. Terwijl iemand die echt kritisch is gewoon zegt dat het onzin is.”
Is het een probleem wanneer mensen vooral op hun intuïtie vertrouwen?
„Ik denk het wel. Leven naar je gevoel of intuïtie kan natuurlijk voor- en nadelen hebben. Soms moet je op je gevoel vertrouwen. Moet ik die nieuwe baan nemen of moet ik dat huis kopen? Soms kan je wel lijstjes blijven maken met voors en tegens, maar dan kom je er misschien ook niet uit. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat je openstaat voor de mogelijkheid dat je gevoel je kan bedriegen. Dus als jouw eerste indruk is dat 5G-straling gevaarlijk is en je komt vervolgens allemaal bewijs tegen dat het anders zit, dat je dan bereid bent te erkennen dat je ernaast zit.”
Misschien ben je daartoe minder bereid in een fase in je leven waarin je ergens boos over bent?
„Dat kan heel goed. Dat je ergens tegenaan wil schoppen. En de overheid en ‘de elite’ zijn dan makkelijke slachtoffers.”
Terwijl je later meer bereid bent de andere kant van het verhaal te bekijken?
„Ik denk niet dat mensen die sterk in complottheorieën geloven daar eeuwig in vast hoeven te zitten. Die weg terug kan stapsgewijs gaan, maar dat kan ook heel plotseling gaan. Complotdenkers kennen soms een soort ontwaken, waarin ze opeens ‘zien’ dat de aarde plat is. Zo kan dat ook andersom. Dat ze iets lezen en opeens denken, fuck, het is allemaal lulkoek.”
Lees ook: Het moderne complotdenken kan niet bestreden worden met voorlichting en bewustwording
Heb je enig idee hoe dat werkt?
„Ik denk dat het zaadje van twijfel dan al eerder is geplant. Dat mensen in aanraking komen met mensen die een ander verhaal vertellen en het steeds moeilijker wordt om de complotideeën vol te houden.”
Hoe kunnen mensen uit de complotwereld gehaald worden?
„Er is natuurlijk de vraag: wat kan een overheid doen? Ik denk dat als een persoon ‘diep in het konijnenhol zit’ [internetterm voor mensen die intens met complotten bezig zijn] de overheid hem of haar er niet uit gaat halen. De overheid wordt door zo iemand totaal niet vertrouwd. Maar stel dat het je zoon of dochter is. Dan is het van belang dat je ervoor zorgt dat die persoon zich bij jou op zijn gemak blijft voelen. Dat betekent wel tegenspreken, maar met respect. Je moet respect geven, maar ook respect eisen. Daarnaast is het belangrijk samen leuke dingen te blijven doen. Probeer niet vanuit een leraar-positie iemand te vertellen hoe het zit. Maar probeer samen op zoek te gaan naar de waarheid. Realiseer je dat je het zelf ook niet allemaal weet. Ik heb ook geen idee hoe die vaccins precies werken. Maar ik weet wel hoe wetenschap werkt. En dus ga ik ervan uit dat mijn collega’s hun werk goed hebben gedaan.”
Volgens de bundel kan complotdenken ook een ‘paradoxale aanpassing aan historische trauma’s’ zijn. Wat wordt daarmee bedoeld?
„Complotdenken kan voortkomen uit verlies van controle in iemands leven, of statusdevaluatie, bijvoorbeeld door het verlies van een baan. Dat zijn negatieve ervaringen in het verleden. Dit kan ook voor groepen mensen gelden. Dat hebben wij in Nederland aangetoond onder moslims. Zij geloven gemiddeld sterker in complottheorieën dan de witte meerderheid. Dat komt door gevoelens van discriminatie en ervaringen daarmee. Die maken dat mensen het systeem als verrot gaan zien. Dat maakt de drempel een stuk lager om in complottheorieën te geloven.”
In een eigen artikel in de bundel schrijf je dat complotdenkers worden vermaakt door de mogelijkheid ‘een mysterie als een opwindend verhaal te onthullen’.
„We vonden dat mensen vaak meer worden vermaakt door de complottheorie, dan door een juiste verklaring voor een ontwikkeling. Dat voorspelde vervolgens ook of ze die complottheorie gingen geloven. In de psychologie noemen we dat fluency. Als we ergens door worden vermaakt, dan geeft dat eerder het gevoel dat het waar is. Dit voelt goed, dus het moet waar zijn.”
Hoe zit het met intelligentie en complotdenken?
„Je zou inderdaad zeggen: lager opgeleide mensen geloven er meer in, en dat is ook zo, maar die correlatie is vrij zwak. Je had tijdens de pandemie een hele beweging van hoogopgeleide mensen die zich sterk maakten tegen de maatregelen, tegen de vaccins en die voor een belangrijk deel in complottheorieën geloofden.”
Komt dat doordat complotideeën door emoties worden gedreven?
„Dat denk ik inderdaad wel. En dan is er een tweede ding. Complotdenken kan ook een manier zijn om je ideeën te rationaliseren. Er zijn Nobelprijswinnaars die sterk in complottheorieën geloven. Zij zijn goed in het vinden van bewijs dat hun theorieën ondersteunt.”
Volgens premier Rutte is geloven in complottheorieën ook een keuze. Wat zeg jij?
„Er zijn verschillen in welke mate mensen hier gevoelig voor zijn. In wat voor milieu ze verkeren, hun persoonlijkheid, hun omstandigheden. Het is juist niet rationeel, maar emotioneel. En veel van die emoties heb je niet onder controle. Dus hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik het niet met meneer Rutte eens ben.”