Zou het kunnen kloppen? Dat er een agenda zit achter Donald Trumps wispelturige handelstarieven en zijn intimiderende gedreig naar bondgenoten? Een groots plan zelfs om het mondiale financiële systeem te veranderen, de Amerikaanse industrie te beschermen en andere landen te dwingen de dollar te verzwakken zonder dat de dollar zijn machtige status van reservemunt verliest?
Onder handelaren op de financiële markten en in de Britse en Amerikaanse financiële pers gonst het al een tijd. Een officieel plan is er niet. Wel een lang essay uit november van de voorzitter van Trumps Economische adviesraad: Stephen Miran. En wat losse opmerkingen van Scott Bessent, de minister van financiën. Dit is géén beleidsadvies, schrijft Miran, om vervolgens een gedetailleerd en ingewikkeld plan te beschrijven. En hij waarschuwt: de route naar succes is smal. De kans op onrust aanwezig.
Het is dan ook nogal ingrijpend wat hij opschrijft. Trump zou moeten aansturen op een nieuw akkoord met andere landen om de dollar te devalueren, een ‘Mar-a-Lago-akkoord’, vernoemd naar Trumps resort in Florida. In 1985 sloten de VS ook zo’n akkoord met Japan, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk: het Plaza-akkoord. Maar de afspraak die Miran beschrijft, zou verstrekkender zijn en een stuk minder vriendelijk tot stand komen.
Waarom wil Miran een zwakke dollar? Simpel: dat maakt Amerikaanse exportgoederen goedkoper, en is dus goed voor de Amerikaanse industrie.
Volgens Miran is de dollar nu te duur doordat de dollar de reservemunt van de wereld is. Veel landen hebben kortlopende Amerikaanse staatsleningen in bezit. Er is daardoor veel vraag naar dollars. Die sterke dollar zorgt volgens Miran voor een groot handelstekort in de VS: Amerika importeert veel meer dan het exporteert.
Verbluffend essay
Zijn oplossing daarvoor: een soort Plaza-Akkoord. De betrokken landen spreken simpelweg af om hun Amerikaanse staatsleningen te dumpen. En hop, de dollar wordt minder waard.
Maar – en nu komt het verbluffende deel van het essay – Miran wil de dollar verzwakken zonder dat die zijn status als reservemunt verliest. Want die status geeft macht. De VS kunnen effectief sancties opleggen zonder dat er een soldaat aan te pas komt. Ze kunnen landen afsluiten van het internationale financiële systeem. Beetje zonde om dat op te geven.
Hoe dat voor elkaar te krijgen? Nou, door landen te dwingen hun dollarreserves te verkopen en om te ruilen voor staatsobligaties met een looptijd van wel honderd jaar. Zo blijft de dollar belangrijk, kunnen de VS nog steeds voordelig lenen maar wordt de dollar tegelijk wél zwakker. Landen die meespelen, krijgen als beloning lage importheffingen en een plekje onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu. De rest niet.
Zou dit kunnen werken? Sweder van Wijnbergen, hoogleraar internationale economie, denkt van niet. „Het is van een onwetendheid waar je stil van wordt. Miran wil strapatsen met de dollar uithalen die lijnrecht ingaan tegen krachten in de reële economie. Dat kan slechts tijdelijk werken, de reële economie wint uiteindelijk altijd. Je kunt niet én een zwakkere munt hebben én de vraag naar Amerikaanse producten opjagen door agressieve importheffingen in te voeren. ”
Volgens Van Wijnbergen klopt de diagnose van het probleem al niet. De dollar is niet duur doordat veel landen dollarreserves hebben. „De dollar is al decennia reservemunt en in die tijd is de dollar zowel duur als goedkoop geweest.”
De dollar is duur en het handelstekort groot doordat zowel de Amerikaanse overheid als de private sector veel meer uitgeven dan ze binnenkrijgen. Het is heel simpel, zegt Van Wijnbergen. „Als Trump een kleiner handelstekort en een goedkopere dollar wil, moet hij zijn begrotingstekort verkleinen.”
Manipulatie lukt niet meer
Sowieso gaat Mirans oplossing volgens Van Wijnbergen niet werken. „De kapitaalmarkten zijn veel groter dan in de jaren zestig en tachtig toen dit soort denken onder economen en regeringen populair was. Manipulatie van een munt tegen marktkrachten in kán helemaal niet meer.”
Maar zelfs als het wel zou lukken de dollar in waarde te laten dalen, dan krijgen de VS te maken met hoge inflatie. „Dat haalt de concurrentiepositie van Amerikaanse exportbedrijven weer onderuit. Dat komt doordat Amerikaanse bedrijven achter de hoge tariefmuren van Trump hun binnenlandse prijzen verhogen.”
Importheffingen beschermen immers bedrijven die het op de wereldmarkt niet redden. „Zij kunnen plots wel concurreren met exporterende bedrijven in de vraag naar personeel. Dat stuwt de lonen en maakt produceren duurder.” Voor bedrijven die halffabrikaten importeren worden de kosten nog hoger; daar komen immers ook heffingen op. Importheffingen raken zo de Amerikaanse exportsector hard.
Helemaal bizar vindt Van Wijnbergen Mirans suggestie om landen hun kortlopende staatsleningen te laten omruilen voor leningen met een eeuw looptijd. „Zonder een veel hogere rente te betalen is dat praktisch hetzelfde als zeggen: ik ga mijn schulden niet afbetalen. Een schuld die je over 4 jaar afbetaalt is veel meer waard dan een schuld die je pas over 100 jaar afbetaalt.”
Amerikaans schatkistpapier wordt nu gezien als een veilige haven. „Omdat de Amerikaanse economie altijd een powerhouse is geweest én omdat de Amerikaanse overheid de rule of law respecteerde. Omdat iedereen dollarschuld wil hebben, kunnen de VS relatief goedkoop lenen en met een hogere schuld wegkomen. Maar dat privilege is niet oneindig. Dit soort wilde plannen halen die status hardhandig onderuit.”
Geen wonder dat in de reacties op het essay vaak ongeloof doorklinkt: onhaalbaar, onzinnig, brandgevaarlijk. Het is rommelen met een grondvest van het mondiale financiële systeem.
