Opinie | Achter de harde uitspraak schuilt een romantisch Nederlands

Een stok achter de deur. Nederland wil goed bewapend zijn tegen nieuwkomers die de Nederlandse taal niet beheersen, zei onlangs staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie, VVD). Daarom wil hij een stok achter de deur zetten.

„Als je met je buurman een gesprek wilt aanknopen, dan moet je de Nederlandse taal beheersen; op het moment dat je op zoek gaat naar een baan is het ook prettig als je de Nederlandse taal beheerst”, constateerde hij bij WNL op Zondag. „Dus het begint met taal.”

In tegenstelling tot meer dan een paar van mijn 56.500 Britse landgenoten die in Nederland wonen, spreek ik wel vloeiend Nederlands. Sterker nog, hoe meer Nederlands ik lees, luister en spreek, hoe meer ik van de romantiek van de taal geniet. Misschien luister jij naar een staatssecretaris die spreekt over (onrechtmatig) beleid om de uitkering van niet-Nederlands-sprekende mensen te korten, of naar een politicus in verkiezingsmodus die grote woorden bezigt over participatie en integratie.

Wortelsoep

Maar ik mijmer over waarom je een stok achter de deur moet hebben en of een stok beter werkt dan een cricketbat qua zelfbescherming. Maar vooral wat er in hemelsnaam is gebeurd met de wortel. In het Engels hebben wij natuurlijk de uitdrukking: the carrot and stick approach. Heeft iemand soms een lekkere wortelsoep gemaakt van de overheidsvoorraad van Nederlandse wortels?

Toen ik vijftien jaar geleden toevallig in Nederland belandde, wilde ik meteen aan het werk met de taal. Ik ben trots op mijn eigen Turks-Finse wortels, ofschoon Engels mijn moedertaal is, en ik vind het leren van een taal een uitstekende manier om mijn interesse in een andere cultuur te tonen. Ik moest ooit een stuk uit de Bijbel leren voor een Engelse Christmas carol service op school. „In the beginning was the Word…” – oftewel „In het begin was het Woord”, zoals Johannes begint. En, inderdaad begint het met taal: zonder het verstaan van een taal heb je geen kans de mensen om je heen goed te begrijpen (of, net zo belangrijk, door hen begrepen te worden).

Maar toen ik begon met het leren van Nederlands, voelde ik me geconfronteerd met een duizelingwekkende zinsopbouw, een sneeuwval van incidentele, kleine lettergrepen (er, bij, me), en eindeloze aan-elkaar-geplakte woorden. Vooral toen ik voor het eerst een brief van de Belastingdienst kreeg, en bijna geen woord begreep.

Dat eerste contact met de Belastingdienst mondde uit in een serie dreigende brieven in niet te begrijpen taal en een emotioneel telefoongesprek, voordat ik een accountant vond. Het werd, moet ik constateren, wel een passende introductie in de Nederlandse samenleving. (Ik durf te stellen dat mijn Turkse achternaam niet hielp.)


Lees ook

Laten we deze week allemaal onze moerstaal vieren

Illustratie Hajo

Raarste uitdrukkingen

Maar jaren later zie ik achter jullie harde uitspraak en stekelige woorden een zachter, romantischer Nederlands. Wij hebben in het Engels veel uitdrukkingen, maar in het Nederlands komen ze in bijna elke drie zinnen voor – en ze verbeelden jullie rijke geschiedenis van scheepvaart, landbouw, actie en een bepaalde manier om de wereld te zien.

Taalliefhebber die ik ben, verzamel ik de raarste uitdrukkingen, vooral als ik geen idee heb van wat ze kunnen betekenen. Hebben wij de poppen aan het dansen, dan heeft hij misschien boter op zijn hoofd en krijgt het deksel op zijn neus. Het zijn bijna magische beelden, de bezwering van spreuken, waardoor ik volkomen verbijsterd achterblijf. De romantiek van het Frans zit in muzikale, vloeiende zinnen – maar in het Nederlands zitten de actie en het verhaal verscholen in jullie rijke uitdrukkingen.

Hoe meer Nederlands ik leer, hoe bewuster ik me ervan word dat het ontsleutelen van de taal (en de mensen) in deze spreekwoorden zit. Soms merk ik een bepaalde directheid of zelfs agressie: heb ik in het Engels nog a thorn in my side, is het in het Nederlands een doorn in het oog! Wij gebruiken soms a sledgehammer to crack a nut; jullie schieten met een kanon op een mug! Een koloniale geschiedenis kan ook op twee manieren gezien worden. Een nieuwe erfpacht in Amsterdam is ongetwijfeld peperduur, maar in Engeland is een peppercorn rent (bijna niets), te betalen aan de gemeente, gebruikelijker.

Nuchter en direct

Nederlanders zien zichzelf graag als nuchter, direct en gematigd. De taal laat iets anders zien: Nederlanders zijn ook vrij emotionele mensen. Wat is het beroemde Nederlandse draagvlak anders dan pure emotie? Of ‘het gevoel’ dat de door de politiek gecreëerde huizencrisis alleen te wijten is aan alle nieuwkomers? Of vooral dat ‘onderbuikgevoel’ van oneerlijkheid als iemand anders rijker of slimmer is. Dit zijn geen feiten, maar emoties.

In emotie zit tegelijkertijd onze redding. Toen ik voor buitenlandse media begon te schrijven over de aardbevingen in Groningen of de Toeslagenaffaire, had ik een gevoel dat voor de gemiddelde Nederlander, it fell on deaf ears. Volgens Henk Kamp, (toenmalig minister van Sociale Zaken, VVD) was een harde aanpak nodig omdat de angst voor fraude „leefde in het land”.

Maar andere gevoelens – medeleven, vriendelijkheid, waardering en vooral het Nederlandse ongeëvenaard gevoel voor humor – kunnen ook weer de boventoon gaan voeren in het nationaal sentiment.

Natuurlijk moet je de taal leren van het land waar je woont. In Engeland, Frankrijk en Duitsland is er geen andere optie. Maar als ik Nederlands met een Engels accent spreek, met een woordenschat die misschien net zo groot is als de jouwe, sluit mij alsjeblieft niet buiten door koppig in het Engels te antwoorden! Open the door a chink, zoals wij in het Engels zeggen. Mijn deur staat in ieder geval altijd open voor nieuwe ervaringen, leuke verhalen, de emotionele kern van de medemens. Misschien is een stok achter de deur niet altijd nodig.