
De nachtegaal van de Nijl, het geluid van de Arabische wereld, de opium van het Arabische volk: de grootse bijnamen voor de Egyptische zangeres Oum Kalthoum, onafscheidelijk van de zijden sjaal in haar hand en de zonnebril op haar hoofd, maken haar nagedachtenis tot die van een icoon. En iconisch was ze: niet alleen door haar zang, maar ook vanwege haar politieke invloed.
Wanneer je in Egypte een restaurant binnenloopt of een taxi instapt, is de kans groot dat je wordt omhelsd door de warme stem van Kalthoum. Ondanks dat ze er al vijftig jaar niet meer is, is haar muziek nog steeds wereldwijd te horen. Er zijn hologramconcerten van haar gegeven en opera’s aan haar gewijd. Ook de nieuwe muziektheatervoorstelling Oum: A Son’s Quest for His Mother, te zien in het Opera Forward Festival van De Nationale Opera, brengt een eerbetoon aan de legendarische zangeres.
De theatermakers bedachten een nieuw verhaal over een moeder en zoon, waarin de betekenis van Kalthoums muziek sterk naar voren komt. „We vertellen wat ze betekende voor de Arabische wereld”, zegt regisseur Kenza Koutchoukali tijdens een achtergrondgesprek van debatcentrum De Balie over de betekenis van Kalthoum.
Traditioneel en modern
In een klein dorpje langs de oevers van de Nijl werd Kalthoum tussen 1898 en 1904 geboren – haar exacte geboortedatum is niet geregistreerd. Met haar vader, die imam was, reciteerde ze van jongs af aan Koranverzen. Ook zong ze mee in zijn ensemble. Als prille twintiger verhuisde ze naar Caïro, waar haar zangcarrière direct een hoge vlucht nam.
Kalthoum begon met het zingen van religieuze liederen in Koranisch Arabisch, maar vanaf haar verhuizing naar Caïro schakelde ze over naar niet-religieuze teksten in modern Egyptisch dialect. Toch bleven de sporen van haar eerdere stijl wel doorschemeren, bijvoorbeeld doordat ze zich liet begeleiden door de ud, een traditionele Arabische luit. „Die mix van een traditionele en een moderne stijl was uniek”, vertelt Bushra El-Turk, componist van de muziektheatervoorstelling Oum.
Met haar diepe stem en liederen over liefde, verlies en verlangen wist Kalthoum de hele Arabische wereld te ontroeren. De teksten van haar liederen waren vaak afkomstig van gerenommeerde Arabische dichters, poëzie en beeldspraak speelden een belangrijke rol in het verwoorden van emoties. Tijdens haar urenlange optredens werden de verzen eindeloos herhaald, waardoor een lied wel anderhalf uur kon duren.
In haar bekendste lied Enta Oumri, ‘Jij bent mijn leven’, nam Kalthoum haar publiek mee in een hevig liefdesverhaal. Krachtig zong ze de tekst: „Wat ik ook zag voordat mijn ogen jou zagen, was een verspild leven.” Volgens Koutchoukali herkenden luisteraars een eigen verhaal in haar liederen. „Dat kon over liefde, thuis of lekker eten gaan, Kalthoum nam iedereen mee op een emotionele reis.”
Politieke vrijheid
Meer dan 35 jaar lang gaf Kalthoum elke eerste donderdagavond van de maand een optreden voor de nationale radio. Tijdens die optredens werd het stil op straat, en zaten overal in de Arabische wereld mensen aan de radio gekluisterd. Op de dagen na haar concerten kopten kranten de teksten van haar liederen als het nieuws van de dag.
In Al-Atlal, ‘De ruïnes’, bezingt Kalthoum een ruïne als metafoor voor een tragisch liefdesverhaal: „Vraag me niet waar de liefde is, zij was een monument van illusies en stortte in. Vertel mij zolang de tranen stromen, hoe de liefde verleden tijd werd en behoort tot verhalen van verdriet.”
Componiste El-Turk nam Al-Atlal als vertrekpunt voor de voorstelling Oum. „Voor veel luisteraars wekt Al-Atlal een gevoel op van melancholie.” Kalthoums muziek is ook vaak gekoppeld aan de term Tarab, een Arabisch begrip voor extase door muziek.
Een ander tekstfragment uit Al-Atlal luidt: „Geef me mijn vrijheid, ontketen mijn handen.” Zo vertelt Kalthoum voor velen ook een verhaal over onvrede en onrecht. „Kalthoum had een unieke, invloedrijke positie in een wereld waar de stem van een vrouw niet altijd vanzelfsprekend was”, zegt regisseur Koutchoukali.
Volkslied van Egypte
Eerst zong Kalthoum voor koning Faroek I, later ging ze mee met de politieke omwenteling van het land. Tijdens de Egyptische revolutie in 1952, toen de monarchie omver werd geworpen, steunde Kalthoum het nationalisme van de nieuwe president Gamal Abdel Nasser: het panarabisme. Kalthoum ontwikkelde zelfs een bijzondere vriendschap met Nasser. Zijn politieke toespraken volgden vaak direct op haar radio-optredens en Kalthoum gaf benefietconcerten na de nederlagen van de Arabische wereld tijdens de Zesdaagse Oorlog (1967). Haar lied ‘Walla Zaman ya Selahy’ (‘Oh, mijn wapen’, 1956) werd in de decennia erna, de bloeiperiode van het panarabisme, zelfs beschouwd als het volkslied van Egypte.
Na jarenlange gezondheidsproblemen overleed Oum Kalthoum in 1975. Haar massaal bijgewoonde begrafenis vormt tot op de dag van vandaag een van de grootste publieke bijeenkomsten van Egypte. Twee uur van tevoren werden de straten in Caïro afgezet, The New York Times beschreef hoe de enorme rouwstoet als een rivier door de stad trok.
