Is het toeval dat we zoveel dubbelgangers zien in de film? Of is er meer aan de hand?

Plots zie je ze weer overal in films en series: dubbelgangers. Natuurlijk, ongewenste én gewenste kopieën van hoofdpersonen komen altijd al voor in de kunsten. En al helemaal in films, van Alfred Hitchcocks Vertigo (1958) tot Jordan Peeles Us (2019). Ze lijken in te spelen op een soort menselijke oerangst. Freud noemde dubbelgangers in 1919 al een voorbeeld van iets unheimlichs; iets bekends wat toch bevreemdend voelt, waardoor de rillingen over de rug lopen. Als ze opduiken in films staan ze vaak voor nakend onheil, hebben ze karaktereigenschappen die de hoofdpersoon wegdrukt en annexeren ze geregeld andermans leven. Is het unheimlich toeval dat film- en seriemakers zich nu weer aangetrokken voelen tot dubbelgangerverhalen? Of is er meer aan de hand?

De voice-over in Johan Grimonprez’ essayfilm Double Take, waarin hij Hitchcock een oudere versie van zichzelf laat tegenkomen, vertelt dat „als je je dubbelganger ontmoet, je hem moet vermoorden. Of hij vermoordt jou.” Dat is ook een centrale plotlijn in de nieuwe blockbuster Mickey 17. Schlemiel Mickey is hierin een ‘expendable’ op een buitenaardse kolonisatiemissie. Hij voert klusjes uit met een hoge sneuvelkans. Omdat zijn data zijn opgeslagen in een futuristische 3D-printer, wordt er als hij sterft simpelweg een nieuwe versie van hem geprint. Als er door een printfout meerdere Mickeys tegelijkertijd zijn, wordt Mickey 17 achternagezeten door nummer 18 én de rest van het ruimteschip: dubbelgangers of ‘multiples’ blijken in onze nabije toekomst bij wet verboden.

In de recente horrorhit The Substance wordt een vijftigjarige filmster en aerobicsinstructeur afgedankt omdat ze ‘te oud’ is. Ze spuit hierop een mysterieuze substantie in waardoor zich een jongere versie van haar lichaam afsplitst. Alleen geniet de afgesplitste, fitte kopie zo van het leven dat ze zich niet houdt aan ‘de afspraken’ die horen bij hun dubbelgangersbestaan. Resultaat: terwijl de dubbelganger floreert, takelt het ‘origineel’ op Dorian Gray-achtige wijze af.

De dubbelganger is niet de echte vijand, maar het kapitalisme dat mensen kopieert

In scifi-serie Severance, waarvan onlangs het tweede seizoen in NRC lyrisch werd besproken, krijgen werknemers van een mysterieus bedrijf een chip ingeplant. Hierdoor weet de versie van hen die op kantoor werkt (de „innie”) niets meer over zijn of haar privéversie (de „outtie”) en omgekeerd. Mensen worden dubbelgangers van zichzelf. Zo kunnen outties leven zonder een seconde mee te hoeven maken van de suffe werkactiviteiten tussen negen en vijf die nodig zijn voor hun onderhoud. Alleen ontstaat er in het innie-kantoor onrust, onder meer door de komst van een rebelse nieuwkomer. Én groeit het besef dat innies die worden ontslagen of met pensioen gaan eigenlijk overlijden: hun herinneringen en gedachten verdwijnen immers.

Aan de oppervlakte lijken deze verhalen te gaan over (ruimte)kolonisatie, schoonheidsidealen of een verknipte werk/privébalans, en ontstaan er conflicten als dubbelgangers een eigen wil krijgen. Hoewel talloze Mickeys zich als makke schapen lieten offeren, wil nummer 17 – misschien doordat er een kabeltje losschoot bij het printen – blijven leven. In The Substance raakt de kopie zo verslaafd aan adoratie dat ze parasiteert op zichzelf, in Severance veroorzaken innies problemen als ze noten op hun zang krijgen.

Het golfje dubbelgangerfilms dat nu over de schermen rolt, wordt pas echt interessant als je uitzoomt naar het echte probleem: niet zozeer kopieën die eigen gevoelens en verlangens ontwikkelen, maar bazen die hoofdpersonen als werkvee behandelen. Zowel in Mickey 17, The Substance als in Severance werken originelen én kopieën voor op woekerwinsten gerichte organisaties die hun personeel behandelen als wegwerp-objecten. De dubbelganger is niet de vijand, maar het kapitalisme dat mensen kopieert, exploiteert en tegen zichzelf en elkaar opzet. Dubbelgangers aller landen: verenigt u.