Nu er diepe twijfels zijn ontstaan over de geloofwaardigheid van de Amerikaanse nucleaire paraplu, is het Franse kernwapen plotseling belangrijk voor Europa. De Amerikaanse regering heeft aangekondigd dat Europa geen prioriteit is vergeleken met Azië, waar China steeds sterker wordt. Onder andere Polen, Duitsland en Nederland vragen zich nu af wat het Franse kernwapen voor hun veiligheid kan betekenen.
De VS hebben ruim vijfenzeventig jaar een onmogelijke belofte volgehouden, namelijk om Europa te verdedigen tot en met het gebruik van kernwapens. Deze vorm van afschrikking (extended deterrence) betekende dat elke Amerikaanse president in principe beloofde bereid te zijn het overleven van de eigen samenleving op het spel te zetten voor de veiligheid van Europese (en later Aziatische) bondgenoten. In Europa zetten de VS de belofte kracht bij door zich in de NAVO te verankeren, en door honderdduizenden Amerikaanse troepen en tactische kernwapens in Europa te plaatsen. Amerikaanse presidenten meenden daarmee een groter kwaad te voorkomen: dat er tientallen kernwapenstaten bij zouden komen, zoals (West-)Duitsland, Italië, Japan, Zuid-Korea, Taiwan.
De Gaulle
Franse leiders geloofden de Amerikaanse belofte echter niet. President Charles de Gaulle vroeg zijn Amerikaanse ambtsgenoot John F. Kennedy in 1961 of hij daadwerkelijk New York wilde opofferen voor Parijs. Franse leiders herinnerden zich hoe hun land zich in 1940 na de Britse terugtrekking tot een vernederende overgave aan Duitsland gedwongen zag. En ook hoe Frankrijk in 1945 buiten de Jalta-bijeenkomst werd gehouden, waar de VS, de Sovjet-Unie, en het Verenigd Koninkrijk beslisten over de verdeling van naoorlogs Europa.
Daarom vond De Gaulle het beter een autonoom Frans kernwapen te ontwikkelen. In tegenstelling tot het VK, integreerde Frankrijk het kernwapen niet in de NAVO en nam het geen deel aan de Nuclear Planning Group. Begin maart zei president Macron dat hij ervoor open staat om ook andere Europese landen te beschermen met de Franse nucleaire afschrikking. Dat zou dan in samenwerking gebeuren met mede-kernmacht het VK; de twee landen coördineerden hun afschrikking al jaren. Macron maakt dus niet dezelfde belofte als de VS, hij biedt geen afschrikking aan bondgenoten aan de andere kant van de wereld.
Kunnen Frankrijk en het VK voldoende afschrikking bieden voor Europa? Frankrijk heeft een veel kleiner nucleair arsenaal dan Rusland: 290 Franse tegenover ongeveer 1.700 gereedstaande Russische strategische kernwapens, én circa 2.500 niet gereedstaande wapens. Het VK heeft er minder, zo’n 225. Niettemin zijn de Franse en Britse arsenalen bij elkaar opgeteld waarschijnlijk genoeg om catastrofale schade toe te brengen aan Rusland. Bovendien kunnen Frankrijk en het VK zich niet onttrekken aan een grootschalig conflict in Europa.
Het probleem is dat Frankrijk en het VK geen tactische kernwapens hebben – ‘kleinere’ kernwapens – die de mogelijkheid geven te escaleren in een eerdere fase van een crisis waarbij het eigen overleven (nog) niet op het spel staat. Rusland daarentegen heeft duizend à tweeduizend tactische kernwapens.
Eén front
Wat kunnen Nederland en andere bondgenoten doen om de Franse afschrikking te versterken? Om te beginnen moet Nederland nu duidelijk diplomatiek laten merken aan Frankrijk dat het interesse heeft in samenwerking. Onderling vertrouwen en kennis opbouwen is noodzakelijk; daarom moeten Nederland en andere bondgenoten samen met Frankrijk militaire oefeningen inplannen. Bijvoorbeeld oefeningen waaraan Franse vliegtuigen meedoen die kernwapens kunnen dragen. Dit stuurt ook een signaal aan Rusland.
Om te laten zien dat de Europese bondgenoten één front vormen zou het goed zijn Frankrijk te overtuigen toe te treden tot de Nuclear Planning Group van de NAVO. Als dat niet lukt, moet er een alternatieve Europese groep komen met Frankrijk, het VK, en andere sleutellanden. Ook moeten Europese landen nadenken over financiële steun voor de modernisering en eventuele uitbreiding van de Franse en Britse nucleaire arsenalen.
Om de Russen niet in de verleiding te laten komen tijdens een crisis te dreigen met tactische kernwapens, zouden Europese landen nog meer moeten investeren in conventionele wapens zoals zeer precieze kruisraketten en geavanceerde vliegtuigen. Met deze wapens kunnen Europeanen ervoor zorgen dat er al eerder in een crisis hoge kosten aan Russische escalatie verbonden zijn. Dat voorkomt dat de Russen een zogenoemd fait accompli creëren, met bijvoorbeeld een snelle inval in een Baltische staat. Zo komt hopelijk de grens voor nucleair gebruik hoger te liggen.
