Er ging een schokgolf door de markt toen China vorige maand de uitvoer van vijf metalen aan banden legde, maar Dennis Wijnants had het al weken zien aankomen. Als directeur van Metel, een importeur van hoogwaardige metalen in het Brabantse Drunen (met een omzet van 6 miljoen euro in 2024) belt hij dagelijks met zijn leveranciers in China. „We kregen van hen in januari een seintje dat het ging gebeuren”, vertelt hij telefonisch.
Wijnants levert metalen aan fabrieken in heel Europa – vaak aan de hightechindustrie en de medische sector, soms aan defensiebedrijven. Hij koopt rechtstreeks in bij de producenten in China: wolfraam, tantaal, molybdeen, niobium en titanium bij twee fabrieken in de provincie Jiangsu en nikkellegeringen in de buurt van Beijing. Nu de regering-Trump een brede handelsoorlog ontketent en China vindt dat het moet terugslaan, is Wijnants een van de eersten in Europa die op de hoogte is van China’s exportrestricties voor metalen.
Toen president Trump een heffing van 10 procent op alle Chinese goederen afkondigde, besloot China dat wolfraam, tellurium, molybdeen, bismut en indium alleen nog het land mogen verlaten als zij niet voor militaire doelen worden gebruikt. Om in termen van handelsoorlog te blijven, kun je zeggen dat dit een precisie-aanval is: er gaan geen enorme bedragen om in deze markten, maar het Chinese aandeel in de wereldhandel is onmisbaar. Vooral over wolfraam heerste „ongeloof”, schreef persbureau Bloomberg.
Dat komt door het enorm brede scala aan toepassingen van wolfraam. Omdat dit metaal het hoogste smeltpunt heeft van alle elementen, is het zeer hittebestendig. Als er koolstof aan wordt toegevoegd ontstaat wolfraamcarbide dat een van de hardste materialen op aarde is. Wolfraam is een krachtpatser, goed voor extreme omstandigheden.
Röntgenapparatuur en pantserstaal
Wolfraam wordt gebruikt voor de gloeidraad in halogeenlampen, voor boren in de olie- en gasindustrie, voor röntgenapparatuur, lasapparatuur, elektronenmicroscopen, de productie van halfgeleiders en zonnepanelen, in het hitteschild van ruimtevoertuigen en in de containers waarin de splijtstofstaven van kernreactoren worden opgeslagen. Daarnaast zijn er militaire toepassingen: het wordt toegevoegd aan raketgeleidingssystemen, aan staal om de bepantsering van tanks en andere voertuigen te versterken en aan de punten van kogels om de bepantsering van de vijand juist te doorboren. Het wordt gebruikt in gevechtsvliegtuigen, fregatten en onderzeeërs.
Wat China betreft zijn de onderlinge relaties in de wereld nu dermate verhard – kennelijk niet alleen met de VS, maar ook met Europa – dat het niet meer wil meewerken aan de militaire toepassing in andere landen. Directeur Wijnants: „We moeten nu voor elke partij wolfraam die we afnemen exact aangeven wat de eindgebruiker ermee gaat doen.” Metel verliest er geen klandizie door: toevallig hebben huidige klanten het alleen nodig voor civiel gebruik.
Meer Europese wapenproductie betekent ook dat Europa daar zelf de grondstoffen voor moet inkopen
Toch is de maatregel wel degelijk slecht nieuws voor Europa, nu het in allerijl wil herbewapenen om zich ook zonder Amerikaanse steun staande te houden tegenover Rusland. Dat behelst niet alleen 800 miljard euro aan extra uitgaven, maar ook een enorme uitbreiding van de Europese defensie-industrie. De Europese Commissie wil regeringsleiders op de Europese top deze donderdag een plan voorleggen voor „grootse investeringen gedurende langere tijd” in die industrie.
Volgens een conceptversie van het plan, ingezien door Politico, gaat het onder andere om luchtverdediging, munitie en raketten, artilleriesystemen en militaire mobiliteit. Als Europa dit allemaal zelf gaat maken, zal het er ook de grondstoffen voor moeten inkopen.
Wat wolfraam betreft wordt het goed zoeken naar aanbieders: het wegvallende Chinese wolfraam is goed voor 83 procent van de wereldwijde productie. Rusland en Noord-Korea, twee landen die voor Europa bij voorbaat uitgesloten zijn als leveranciers, zijn goed voor nog eens 5 procent. Blijven over Vietnam, Bolivia, Rwanda – dat omstreden is wegens de handel in bloedmineralen – en de kleine wolfraamlanden Spanje, Portugal en Oostenrijk. Op die plaatsen zullen alle landen die niet China zijn zich dus melden. Reden genoeg voor enige stress.
Europa weet al jaren dat de aanvoerketen kwetsbaar is, maar heeft geen alternatief
De Europese Commissie beseft al jaren dat de aanvoerketen kwetsbaar is. Wolfraam staat zowel op de lijst van kritieke grondstoffen (belangrijk voor de economie en snel schaars) als die van strategische grondstoffen, wat betekent dat ze ook van geopolitiek belang zijn. Het staat eveneens op de lijst van twaalf elementen die wat de NAVO betreft onmisbaar zijn voor de defensie-industrie. Toch is er nog geen volwaardig alternatief gevonden voor Chinees wolfraam.
Het kan nog een tandje erger, voorzien analisten. China kan Europa ook treffen door juist aan de importkant te morrelen. Dat zit zo. Sinds enkele jaren hanteert China een importheffing voor schroot dat wolfraam bevat, met als reden dat recycling ervan milieuvervuilend is. Als China die heffing intrekt, zou dat de toevoer van schroot richting China vergroten terwijl er minder wolfraam naar buiten mag. Waar Trump een handelsoorlog ontketent door heffingen op te leggen, zou China terugslaan door juist een heffing te schrappen en wolfraam te gaan hamsteren.
Een heel ander soort macht
Het Chinese optreden laat zien dat heffingen niet het enige, en misschien ook niet het sterkste wapen zijn in een handelsoorlog. Ze domineren de krantenkoppen omdat ze beurskoersen beïnvloeden en hele economieën treffen. Maar een land dat wordt aangevallen met heffingen kan reageren met contra-heffingen. De Chinese dominantie in grondstoffen geeft een heel ander soort macht.
Als de hele wereld wolfraam zoekt en China houdt de export ervan tegen, kan Europa daar weinig tegenover stellen. Nieuwe mijnen zijn niet zomaar gevonden. In Spanje is er een in ontwikkeling, maar die is voorlopig nog niet operationeel. Europa kan hoogstens de export van schroot dat wolfraam bevat verbieden.
Als de vijandelijkheden aanhouden, voorziet Wijnants al wat een volgende stap kan zijn. „Ik hoor uit China geluiden over titanium”, zegt hij. Mochten daar restricties op komen, dan heeft hij wellicht wél een probleem. Zijn bedrijf levert onder andere titanium aan de vliegtuigindustrie en aan ASML. „Niemand weet waar dit gaat eindigen. Als China de halfgeleidersector wil treffen, kan het verbieden dat wij titanium aan ASML leveren, terwijl onze verplichting aan ASML gewoon doorloopt.”
Wijnants heeft dan wel een alternatief: Japan. „We hebben ook een overeenkomst met een fabriek daar. Daar kunnen we op terugvallen, maar dan zitten we wel met de kosten. China is heel sterk in titanium én heel prijscompetititief.”
Naast de kosten is er nog een probleem. Japan delft zelf nauwelijks titaniumerts. Het koopt erts in het buitenland en bewerkt dat voor de industrie. China is wereldwijd ook de nummer één in titaniumwinning. Wijnants: „Veel van Japans basismateriaal komt toch weer uit China.”
