Tv-recensie | Iedereen was op maandagavond weer even verliefd op Rob de Nijs

‘Hij gaf onze taal extra glans”, duidde radiomaker Frits Spits het leven van Rob de Nijs. Dat een van de eerste tieneridolen was overleden, daar kon geen tv-kijker omheen gisteren. Het journaal opende met zijn dood, even daarvoor was Rob de Nijs bij de talkshow Eva geëerd door Leo Blokhuis, Leon Verdonschot en Henkjan Smits, die herinneringen ophaalden aan een icoon. Zelfs Frans Timmermans – die er zat om uit te leggen dat Poetin zich nog nooit aan één afspraak had gehouden – vond het geweldig, zoals Rob de Nijs altijd zichzelf was gebleven. Gelukkig heeft hij meer verstand van Poetin en Europa, want dat was een tamelijk nietszeggende opmerking voor wie bedenkt dat overal juist de kameleontische kant van De Nijs naar voren kwam, in zijn eeuwige zoektocht naar waardering.

Bij Eva was er duidelijk meer ruimte voor luchtigheid over De Nijs dan bij Bar Laat, en werd er meer geprobeerd te duiden waarom hij pas zo laat erkenning kreeg. De Nijs was de zanger die naar eigen zeggen als stijlicoon in de Privé werd behandeld, waar Boudewijn de Groot in het muziektijdschrift Oor stond. Het was een mooie typering, en dat Eva sterker uit de bus kwam over De Nijs was vooral te danken aan Verdonschot, van wie later op de avond zijn eerder gemaakte documentaire Niet voor het laatst over De Nijs werd herhaald.

Die documentaire was geen hagiografie, en daarom juist goed. Een broer die liefdevol nog wat appeltjes te schillen had met zijn broer kwam aan het woord. Rob de Nijs was een huilbaby geweest, en had daarna als astmatische lastpak alle aandacht opgeëist. En zijn ex-vrouw Belinda Meuldijk, met wie hij niet alleen twee zoons had, maar die ook voor hem talrijke sterke liedteksten had geschreven, kwam aan het woord. „Het ego is van lego, je breekt het zomaar af”, vatte zij haar ex-man kort samen. Vals draaide de camera nog even toen De Nijs vroeg waar Belinda en de jongens bleven op een verjaardagsfeest. Iemand antwoordde weinig meelevend dat Belinda misschien weer met pech langs de weg stond. Ondertussen was er ook mooi archiefbeeld en kreeg je een waarachtig portret van De Nijs, altijd nerveus gebleven, op zoek naar waardering.

Een groot verschil met het interview dat Ivo Niehe een paar jaar voor De Nijs’ dood had afgenomen, en dat ook opnieuw werd uitgezonden. Hier was het niet zozeer De Nijs zelf of mensen uit zijn omgeving die spraken, zoals bij Verdonschot, maar vooral Niehe zelf. Ivo Niehe is altijd beter voorbereid op het leven van de geïnterviewde dan de geïnterviewde zelf. Zo ook hier, De Nijs hoefde tijdens het gesprek niet veel meer te zeggen dan ‘ja’. Als het ingewikkeld werd, sloot Niehe snel af met geruststellende woorden.

De Meilandjes

Waar De Nijs’ liedjes veelvuldig werden geprezen, bleef het ideaal van het glans geven aan de taal ook hangen bij het zien van de ‘Meilandjes’ die in Chateau Meiland op zoek gaan naar een huis in Italië. Martien Meiland en zijn broer gaan samen op pad en bekijken huizen die ze al schreeuwend via FaceTime met het thuisfront delen. „Wat is het er laag”, riep er een terwijl de mannen ruimte te over hadden boven hun hoofd. Ook het hele idee dat er auto’s reden in Italië stuitte ze tegen de borst. Er was weinig budget, vertelden ze, maar de eisen waren er niet minder om. Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten, heet dat in goed Nederlands.

Ik vroeg me opeens af hoe een gesprek tussen Meiland en Frits Spits zou gaan in het radioprogramma Taalstaat. „Meid, het was een enorm gedoe in Italië”, zou Meiland zeggen, waarna hij uitgebreid zou vertellen over de kikkers die hij in een zwembad had gezien. De ware glans van de Nederlandse taal zou naar boven komen als Martien zijn moment dat hij op een wc zat in een van de Italiaanse huizen zou herhalen: „Dit is helemaal goed. Je kan hier met je benen languit schijten.” Dikke kans dat Spits zijn gesprek met Meiland vroegtijdig zou beëindigen om snel een lied van Rob de Nijs op te zetten.