Hij ziet zijn inboedel in de modder liggen en kort daarna zit Sammy onder het bloed

De zaak

Als hij vrijdagnacht rond 2 uur ’s nachts thuis komt aanrijden, ziet Sammy zijn inboedel voor de deur in de modder liggen, inclusief zijn in elkaar getrapte bed. Zijn huisbaas, van wie hij voor 800 euro per maand in het Brabantse Oudenbosch een woonruimte huurt, weigert hem binnen te laten. En dan wordt het Sammy M. te veel. Binnen liggen zijn documenten en zo’n 3.000 euro aan spaargeld.

„Op dat moment had ik mijn emoties heel hoog zitten”, vertelt hij tegen de rechter. „Hij had heel mijn inboedel naar buiten gegooid en ik mocht niet naar binnen om mijn geld te pakken.” Sammy weet niet meer wat hij precies oppakte, maar met dat voorwerp begon hij tegen de voorruit van de woning te slaan. Hij sloeg tot hij het bloed op zijn handen zag en de buurvrouw schreeuwde dat ze de politie had gebeld.

Op de kop af drie maanden later staat dertiger Sammy terecht in Breda. Het Openbaar Ministerie vervolgt hem wegens vernieling. Sammy moet verschijnen bij de politierechter, een rechter die in zijn of haar eentje strafzaken rond relatief lichte strafbare feiten behandelt en niet meer dan een jaar celstraf mag opleggen.

„Dit is niet wat ik doe, ik vermijd juist problemen”, vertelt Sammy. Om te illustreren dat Sammy niet zomaar wat beweert, heeft zijn advocaat Kitty Oomen voor de rechter twee uitgeprinte foto’s meegenomen waarop te zien is dat de inboedel op straat ligt. „Laat je litteken eens zien”, instrueert ze hem, waarop haar cliënt zijn mouw oprolt.

Nadat Sammy de ruit insloeg en vanwege zijn verwondingen in het ziekenhuis werd behandeld, is hij een dag vastgehouden op het politiebureau.

Zelf deed hij ook aangifte tegen zijn voormalige huisbaas, maar die aangifte is niet opgepakt door de politie. Die adviseerde hem een civiele zaak tegen zijn huisbaas te starten, maar daar heeft Sammy geen zin in.

Sammy, die werkt als brandwacht, wil een streep onder de hele kwestie zetten en door met zijn leven. „Hopelijk staat er vandaag na deze zitting helemaal een punt achter.”

Het Wetboek van Strafrecht leert dat op vernieling een maximumstraf van twee jaar cel staat, of een geldboete van 25.750 euro, maar bij die strafmaxima komt een vernieling zoals die van Sammy niet in de buurt. Volgens de strafvorderingsrichtlijnen van het OM hoort bij een dergelijke vernieling een geldboete van een paar honderd euro geëist te worden.

De officier van justitie wijst echter op Sammy’s blanco strafblad en stelt dat hij „al genoeg ellende heeft gehad”. Daarom eist ze één dag gevangenisstraf met aftrek van de dag die Sammy al in voorarrest heeft gezeten. Daarmee zou hij dus onder de streep geen straf meer hoeven te ondergaan.

Dit is niet wat ik doe, ik vermijd juist problemen

Sammy M.
Verdachte

Sammy’s advocaat vindt dat echter een minder goed idee. „Mijn cliënt mocht natuurlijk niets vernielen, maar zijn hele huisraad lag op straat in de modder. Hij heeft bekend, een blanco strafblad, hij heeft uitgelegd waarom dit is gebeurd en ook een flink litteken opgelopen. De vraag is wat dan nog een passende straf is.”

Zelf, zegt Oomen, heeft ze ‘9a’ in gedachten, waarmee ze verwijst naar het wetsartikel dat de rechter de mogelijkheid geeft een verdachte schuldig te verklaren zonder strafoplegging. Mocht de rechtbank daar niet in meegaan, dan verzoekt ze om niet de strafeis van de officier van justitie te volgen, maar een geldboete op te leggen. „Want een dag gevangenisstraf is toch gevangenisstraf. Dat kan mijn cliënt in de problemen brengen als hij later een VOG [Verklaring Omtrent het Gedrag, red.] aanvraagt.”

Het oordeel

De politierechter doet meteen uitspraak. Ze acht het wettig en overtuigend bewezen dat Sammy de ruit vernield heeft. De vraag is vervolgens welke straf hij daarvoor moet krijgen. De rechter zegt dat ze ‘9a’ in haar hoofd had toen ze het dossier bestudeerde en Sammy en zijn advocaat aanhoorde. Ze wijst op de foto’s die ze ontving van de op straat gegooide inboedel. En ze memoreert dat Sammy’s aangifte tegen zijn huurbaas door de politie niet is opgepakt en de aangifte tegen Sammy wél.

De strafeis van de officier van justitie vindt ze gezien het feit hij in de toekomst misschien ooit een VOG moet aanvragen, erg ver gaan. „Dit is zo’n vervelende situatie geweest. Ik zal u wel schuldig verklaren maar geen straf opleggen.”

Ze wijst Sammy erop dat zowel hij als de officier van justitie nog hoger beroep tegen de uitspraak kunnen aantekenen. Sammy kijkt opgelucht en zegt niet in hoger beroep te gaan. Ook de officier van justitie vindt deze uitkomst prima. De rechter wenst hem succes. „Hopelijk zien we u niet meer terug.”