Jongeren leren grip te houden op hun financiën. ‘Tikkies?! Die stuur ik niet’

„Contant geld? Dat is gratis geld”, klinkt het door lokaal 1.48 van het Business & Administration College in Utrecht. „Dat ligt zo los in je tas, en als het weg is, heb je dat gewoon niet door”, redeneert student Houda Bouzambou (18).

„Dat is echt girl math!”, grapt een klasgenoot. ‘Girl math’, meisjeswiskunde, is een term die op sociale media wordt gebruikt om onverstandige uitgaven goed te praten.

Houda zit in het eerste jaar van het mbo, niveau 2, waar ze wordt opgeleid tot administratief medewerker. Over twee jaar werken zij en haar klasgenoten misschien achter de receptie van een hotel of sportschool. Deze donderdagmiddag leren zij grip te krijgen op hun eigen financiën.

Na de les vertelt Houda dat ze niet precies weet wat haar banksaldo is: „Ik kijk daar niet naar. Dat komt omdat het niet nodig is.” Ze realiseert zich dat dit een luxe is: „Zonder de steun van mijn ouders zou ik mij heel bewust moeten zijn van wat er in- en uitgaat.”

Voor Yamen Eter (17), die naast haar zit, ligt dat anders: „Ik heb geen ouders hier, dus ik moet alles zelf doen. Werken in de zomer en sparen voor het hele jaar.” Zijn uitgaven beperkt hij tot het hoognodige: „Sporten, eten, internet.”

Twintig betaalverzoeken

Veel scholieren worstelen ermee grip te krijgen op hun eigen financiële situatie, blijkt uit onderzoek van budgetinstituut Nibud en ABN Amro. Hoewel twee derde van hen regelmatig z’n saldo checkt, wordt goed zicht op hun financiën bemoeilijkt door uitgesteld of achteraf betalen van aankopen (via diensten als Klarna en Riverty) en gemiddeld twintig betaalverzoeken (zoals Tikkies) per maand.

De klas van Houda en Yamen is in februari begonnen met het schooljaar. Docent burgerschap Zeliha Aslihan Argün (26): „Dat kan invloed hebben op hoe open ze over geld praten.” Misschien durven ze zich dus nog niet zo kwetsbaar op te stellen.

Als haar elf studenten binnen zijn, gaat ze achterin het lokaal zitten en gunt haar plek voor het smartboard aan twee gastdocenten van MoneyWays. Dit programma, opgezet door maatschappelijke organisatie Diversion, heeft tot doel jongeren financieel bewuster te maken. Jaarlijks doet het zo’n zevenhonderd klassen aan.

Volgens gastdocente Douae Taj (28) is dat hard nodig: „Veel scholieren hebben geen idee hoeveel geld ze uitgeven. Ze kunnen vaak niet eens een inschatting maken.”

Het lesuur begint speels: de gastdocenten laten studenten raden naar hun namen. „Max? Nee, dat is echt een tatta [witte Nederlander] naam.” En ze associëren op het woord ‘geld’. „Geld is bijna alles!”, klinkt het. Dan volgen stellingen. Wie het ermee eens is, mag zitten. Oneens is staan. Een jongen klaagt daarover bij docent Argün. „Ik ben moe door de ramadan”, fluistert hij. Zij lacht: „Geen excuus, ik doe het ook!” Hij doet enthousiast mee – zittend.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Schaamte om gierig te lijken

Je vraagt altijd geld terug aan je vrienden, is de eerste stelling. Volgens Nibud-onderzoek doet driekwart van de scholieren dat, bijvoorbeeld via Tikkie. Student Houda is daar niet zo van. „Kijk, als je het mij terug wil geven, dan geef je het mij terug. Maar ik ga niet achter jou aan. Een Tikkie sturen? Nee, dat kan ik niet.” Dat dit haar geld kost, neemt ze voor lief: „ Als je het niet kan missen, moet je het niet doen.”

Maar de studenten krijgen wel betaalverzoeken. Een van hen laat duidelijk merken wat hij daarvan vindt: „Natuurlijk betaal ik die, maar dan weet ik genoeg.”

Docent Argün schrijft het verschil tussen de weerstand tegen Tikkies bij haar studenten en de brede acceptatie die juist blijkt uit het Nibud-onderzoek toe aan de culturele achtergrond. Zij typeert de klas als „heel multicultureel”, opvattingen over geld variëren „van huis uit” en „daarbij kan geloofsovertuiging een rol spelen”. Maar mogelijk nog belangrijker in zo’n nieuwe klas, benadrukt ze, is schaamte om als gierig te worden weggezet. „Want wat zullen ze dan over mij denken?”

Toto en traden

De gastdocent biedt een nieuwe keuze: „Ga staan als je nú 50 euro wil, en blijf zitten voor 100 euro over twee maanden.” Alle studenten blijven zitten. De docent dringt aan: „Niemand die denkt: ik maak van die 50 euro binnen een maand 200?” Een jongen vooraan grijnst: „Toto.” Bij onder meer Toto en Unibet kan je op voetbalwedstrijden gokken. „Dat is haram [onrein]”, zegt een klasgenoot beschuldigend. „’t Was een grapje”, mompelt de jongen. Het Nibudonderzoek: 2 procent van de jongeren ziet (online) gokken als serieuze inkomstenbron.

Yamen gokt niet, hij tradet. Na de les laat hij de app Bitvavo zien. „Kijk hier, dit is [cryptomunt] XRB. Vorige maand was deze 1,90 euro, nu 2,70. Had je er toen honderd gekocht, dan had je nu 80 euro winst.” Zijn plan? „Ik stop er geld in dat ik niet direct nodig heb, vergeet het en dan open ik de app over tien jaar. Boem, dan ben ik miljonair.”

Volgens Wijzer in Geldzaken, een website van het ministerie van Financiën, heeft 10 procent van de 16- tot 19-jarigen aandelen of crypto.

Begroting

„Wat is een begroting? Iemand een idee?” Zodra het de klas duidelijk is dat het gaat om een overzicht van inkomsten en uitgaven, daagt het de meeste studenten. „Oh, dat kan je zien in de app!”, roept Houda. Ze doelt op het overzicht dat veel banken in hun app aanbieden. Ze kijkt er niet vaak naar. „Alleen aan het einde van het jaar. Dat vind ik leuk.”

Gastdocent Taj laat haar eigen maandbegroting zien en vraagt de klas hoe ze extra zouden kunnen sparen. „Gebruik Klarna, dan kan je in drie keer betalen”, stelt een jongen voor. Gebruikt hij die dienst zelf ook? „Ik denk de hele klas wel, hoor!” Yamen is kennelijk een uitzondering. „Klarna? Wat is Klarna?”

Officieel moeten diensten voor uitgesteld betalen minderjarigen weren. Maar ook 18-minners blijken gebruiker; volgens het Nibud gaat het om 13 procent van hen. De meeste jongeren kennen de leeftijdsbeperking niet eens.

‘Ga staan als je nú 50 euro wil, en blijf zitten voor 100 euro over twee maanden.’ Alle studenten blijven zitten

Student Houda gebruikt de diensten – (vooral) Klarna en ook Riverty (voorheen AfterPay) zijn de meest gebruikte – zelden: „Alleen als ik iets waarschijnlijk terug ga sturen.” Want het irriteert haar als ze lang moet wachten voordat het geld dan is teruggestort. Maar áls ze achteraf betaalt, zegt ze, is ze daar nooit te laat mee.

Dat gold niet voor gastdocent Douae. „Ik was 18 en kreeg een incassobureau achter me aan.” Ze deelt die ervaringen tijdens haar lessen. „Dan komen de verhalen los. Dan zeggen ze: dat heb ik ook gehad.”

Financieel toezichthouder AFM registreerde over 2022 dat 13 procent van de 18- tot 25-jarige gebruikers van achteraf betalen te maken kreeg met extra kosten door te late betaling. Van deze groep jongvolwassenen kreeg 4 procent een incassobureau op z’n dak.

Gastdocente Douae Taj legt iets uit aan een student.
Foto Dieuwertje Bravenboer


Een leerling laat cryptobeleggingen zien op zijn telefoon.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Slimmere keuzes

Emma van Toorn (30), programmaleider van MoneyWays, merkt geregeld dat geldzorgen van jongeren gebagatelliseerd worden. „Mensen zeggen: die schulden zijn toch maar 80 à 90 euro? Wij kochten vroeger ook op de pof.” Maar, zegt ze, voor een 16-jarige is dat een groot bedrag. „En een openstaande rekening bij de winkel op de hoek leverde vroeger geen boetes op die zich maar blijven opstapelen.”

Daarom moeten jongeren volgens haar leren dat geld op kan raken. „Dat je soms een week moet wachten op nieuwe inkomsten. En dat, als je dan toch iets wilt, daar financiële consequenties aan zitten.” Doel van haar programma is studenten slimmere keuzes te laten maken en te leren budgetteren. Dat moet schulden en andere financiële problemen voorkomen.

Douae sluit de les af in de zwarte cijfers. Waar ze volgens haar begroting eerst een krappe 100 euro overhield, eindigt ze nu met hulp van de studenten („zeg het ongebruikte sportabonnement op: je kan ook gratis rennen in het bos”) en „her en der schuiven” (minder uitgeven aan kleding en restaurantbezoek) de maand met 300 euro in de plus.