Journalist Olivier Dubois over zijn gijzeling in Mali: ‘Op dat moment stortte alles in. Ik was verraden’

Het voelde voor Olivier Dubois (50) alsof hij op een andere planeet zat, de bijna twee jaar dat hij in Mali door Al-Qaida in gijzeling werd gehouden. „Je moet je voorstellen: je bevindt je midden in een eindeloze woestijn, je bent omringd door kamelen en mannen met tulbanden en kalasjnikovs – dat lijkt op geen enkele manier op deze wereld”, zegt Dubois, gebarend naar het brandschone, Parijse kantoor van zijn uitgeverij waar hij NRC ontvangt. „Het leek echt een andere planeet, een andere wereld. Zonder poort naar de wereld waarin ik daarvoor had geleefd.”

De Fransman verbleef 711 dagen op die planète de captivité. Hij werkte als freelance journalist voor Franse media als Le Point en Libération toen hij in april 2021 werd ontvoerd door JNIM, een in de Sahel actieve tak van Al-Qaida. Dubois was afgereisd naar Gao, een stad in het noorden van Mali waar veel jihadistische strijdgroepen actief zijn. Hij dacht een afspraak te hebben voor een interview met JNIM-leider Abdallah Ag Albakaye. Toen hij instapte bij de jihadisten die hem naar Ag Albakaye zouden brengen, bleek dat hij opgelicht was en werd hij gegijzeld.

In het eind januari uitgebrachte boek Prisonnier du désert (gevangene van de woestijn) beschrijft Dubois hoe hij tussen zwaarbewapende jihadisten leefde, waarbij hij – soms alleen met zijn bewakers, soms met andere gijzelaars – steeds weer werd verplaatst om niet ontdekt te worden door de Malinese autoriteiten of het Franse leger, dat tot augustus 2022 in het land aanwezig was voor antiterreuroperaties. Hij beschrijft hoe hij voortdurend in levensgevaar verkeerde, niet alleen doordat hij als ‘ongelovige’ omringd was door zwaarbewapende extremisten, maar ook door de brandende hitte, de zandstormen en de schorpioenen. In maart 2023 kwam hij vrij, na onderhandelingen tussen JNIM en de Franse staat.


Lees ook

Afrika heeft Frankrijk niet meer nodig, tot verdriet van Parijs

Franse soldaten boarden een militair vliegtuig op de militaire basis Abéché als onderdeel van een terugtrekking van Franse troepen ui Tsjaad. Het Franse leger deed tal van oefeningen in de Tsjadische woestijn en interventies in omringende landen die vertrokken vanuit deze basis.

Hoe was het voor u om dit boek te schrijven?

„Tijdens mijn gehele gevangenschap heb ik notities gemaakt” – in het boek beschrijft Dubois hoe hij onder meer melkpakken gebruikte als papier en soms in code schreef zodat zijn gijzelnemers niet alles konden begrijpen. „Dat deed ik om later artikelen te kunnen schrijven – uiteindelijk werd het een boek. Die aantekeningen gaven me hoop: ik schiep een toekomst voor mezelf, een werkelijkheid waarin ik mijn gevangenschap zou overleven.

„Toen ik vrijkwam, kon ik mijn aantekeningen lange tijd niet teruglezen. Ik was eindelijk terug in Parijs, had mijn leven en mijn familie terug, en wilde niet teruggaan naar een realiteit waarin ik gijzelaar was. Pas begin 2024 voelde ik me in staat weer naar mijn aantekeningen te kijken. Rond die tijd stelde [uitgeverij] Michel Lafon voor er een boek van te maken. Het schrijven was moeilijk, je komt alle details van wat je is overkomen weer tegen. Vooral met het moment van de gijzeling had ik problemen. Het eerste hoofdstuk, dat daarover gaat, heb ik pas veel later kunnen schrijven.”

In plaats van dat ze op een voetbalclub rondhangen, kijken ze met een kalasjnikov in de hand naar onthoofdingsvideo’s

Waarom juist dat moment? Dat was niet het meest gewelddadige dat u heeft meegemaakt.

„Geweld weegt niet het zwaarst. Het moment van de gijzeling had meer impact omdat toen alles instortte. Omdat ik verraden was. En omdat dit een gevolg was van mijn eigen beslissingen. Ik had te veel vertrouwen gehad in het oordeel van mijn fixer Souleymane, die dacht dat het interview op deze manier mogelijk was. Er waren waarschuwingssignalen” – zo mocht Souleymane op het laatste moment toch niet mee als vertaler – „maar er was een soort blindheid over me gekomen.”

Libération raadde u af te gaan.

„Klopt, ze vonden het te gevaarlijk. Dat is logisch: als zij ja hadden gezegd, zouden ze verantwoordelijkheid dragen. Ik ben eraan gewend dat media ‘nee’ zeggen, maar je artikelen wel willen afnemen als je toch gaat.”

Waarom wilde u Ag Albakaye interviewen?

„Er waren sinds 2020 zware gevechten tussen verschillende jihadistische groeperingen, waaronder JNIM en GSIM ( de Steungroep voor de Islam en Moslims en de Islamitische Staat in de Grote Sahara), maar daar werd maar weinig over gepraat. Het leek me interessant om te onderzoeken wat de redenen waren van die oorlog.”

Tijdens uw gevangenschap heeft u verschillende jihadisten geïnterviewd, net voor uw vrijlating ook Ag Albakaye. Wat heeft u geleerd?

„Vooral hoe bepaalde dingen in praktijk verlopen. Over de interne structuur van strijdgroepen, hoe ze communiceren, hoe ze omgaan met gijzelaars. Als journalist hield ik me daar al langer mee bezig maar altijd op afstand, per telefoon. Nu zat ik er middenin. Dat was interessant voor mijn werk, maar de interviews hielpen me ook persoonlijk. Als je aan het werk bent, verdwijnt het feit dat je gevangen bent een beetje naar de achtergrond.

„Ik heb mijn bewakers ook gevraagd naar hun motivatie om op jihad te gaan. Het waren vaak jongens van zeventien, achttien jaar die in een afgesloten bubbel leven, zoals jongeren op die leeftijd dat doen. Maar in plaats van dat zij op een voetbalclub rondhangen en popmuziek luisteren, zitten ze met een kalasjnikov in de hand de hele dag nachîds [religieuze liederen] te luisteren en onthoofdingsvideo’s te bekijken. In die bubbel is alles heel religieus en heel radicaal. En hun wereldbeeld wordt nooit in twijfel getrokken.

„Ook ben ik gaan inzien dat JNIM een politiek project heeft; het draait niet alleen om religie. De leiders willen Mali overnemen, ze willen af van de grondwet en de sharia invoeren. En ze denken dat extreem geweld, uitgevoerd door jongeren, de manier is om dat te bereiken. Ik heb ze ook vragen gesteld over andere oplossingen, bijvoorbeeld of ze afspraken zouden kunnen maken met de Malinese autoriteiten. Maar ze zeggen: zolang er buitenlandse mogendheden in ons land zijn – eerder de Fransen, nu de Russen – is er geen ruimte voor zo’n debat.”


Lees ook

Malinese festivals laten zich er niet onder krijgen, ondanks de dreiging van jihadisten en vertrokken geldschieters

De Frans-Ivoriaanse fotograaf Wilson Evann (links) en Primo Mauridi (rechts) uit Congo, bij de  Rencontres de Bamako.

In het begin van uw gevangenschap bent u waar het kan nog actief als journalist, later raakt dat op de achtergrond. Waarom?

„Als je gegijzeld bent, weet je nooit wat morgen brengt – ook de dood is elke dag een optie. Dus je doet alles met 100 procent overgave. Mijn eerste obsessie was journalistiek. Daarna kwam de fase waarin ik probeerde te ontsnappen. Toen was ik daar 24 uur per dag mee bezig: observeren wanneer de bewakers slapen, hoe ze patrouilleren, hoe de zon beweegt, hoe de omgeving eruit ziet, onderzoeken waar autowegen zouden kunnen liggen…”

Dubois onderneemt twee serieuze ontsnappingspogingen, beide ‘s nachts. De eerste keer moet hij terug omdat hij geen weg vindt en te weinig water mee heeft om lang te overleven in de woestijn. Hij keert terug voor zijn bewakers wakker worden. Bij de tweede poging bereikt hij een weg, waar hij een vrachtwagen aanhoudt. Maar de chauffeur weigert hem mee te nemen en in de ochtend wordt Dubois gevonden door zijn bewakers die hem met geweld terugbrengen naar het kamp, waar hij voortaan vastgeketend wordt.

Denkt u achteraf dat u had kunnen ontsnappen?

„Het is mogelijk, maar de kans van slagen is minimaal. Twee Malinese mede-gijzelaars lukte het evenmin en die gasten kenden het gebied op hun duimpje. Dat was het einde van mijn verlangen te ontsnappen.”

Ik wilde voorkomen dat áls ik het zou overleven, ik met een theelepeltje opgeschraapt zou moeten worden

Om geestelijk gezond te blijven, zei u iedere ochtend drie keer de datum tegen uzelf en probeerde u elke dag te sporten. Was dat iets wat u al eerder had geleerd?

„Nee, het kwam op natuurlijke wijze tot me. Er gingen zoveel emoties door me heen: angst, stress, schaamte, boosheid, het gevoel verraden te zijn, wraakgevoelens. Maar ik kon me niet laten gaan, want ik zat in het hol van de leeuw. En ik wilde voorkomen dat áls ik het zou overleven, ik met een theelepeltje opgeschraapt zou moeten worden en de rest van mijn leven in een psychiatrische kliniek zou moeten doorbrengen. Ik wist: ik moet blijven opstaan en structuur aanbrengen in mijn dagen. Ik heb geleerd dat een mens een geweldige aanpassingsmachine is.”

U overwoog soms ook een einde te maken aan uw leven.

Verbaasd: „Heb ik dat geschreven? Wat apart. Maar het klopt, het is je laatste redmiddel en een manier om de controle terug te pakken. Ik zou dan degene zijn die er een eind aan maakte én ik zou mijn gijzelnemers beroven van een hoop geld. Want het was me al snel duidelijk dat ik voor hen veel waard was.” [vanwege het mogelijke losgeld dat ze zouden kunnen krijgen]

Foto Chau-Cuong Lê

Was uw Franse nationaliteit van invloed op de manier waarop u werd behandeld?

„Aan de ene kant heeft die me beschermd, want Franse gijzelaars zijn veel geld waard. Mijn gijzelnemers speculeerden er vaak over: ze dachten voor een Italiaan 5 miljoen euro te kunnen krijgen, voor een Zuid-Afrikaan 3 tot 5 miljoen en een Fransman 10 miljoen – Frankrijk schijnt bereid te zijn meer te betalen.

„Maar Frankrijk is ook vijand nummer 1 van jihadisten” – onder meer vanwege de militaire operaties die het land in Afrika en het Midden-Oosten heeft uitgevoerd. „En dat voel je. Ik heb racisme ervaren dat niet mijn huidskleur betrof, maar mijn nationaliteit. Sommige jihadisten wilden bijvoorbeeld niet met me praten, of gaven me minder te eten dan de anderen.”

Na vijf maanden kreeg u een radio en kon u de berichten van uw partner, ouders en kinderen beluisteren die maandelijks via radiozender RFI werden uitgezonden. Hoe was dat?

„De eerste vijf maanden had ik me ontzettend alleen gevoeld, alsof ik helemaal aan mezelf overgeleverd was. En dan ineens hoor je de stemmen van je naasten – dat gaf me een onbeschrijfelijke kracht. Het was het eerste dat me weer verbond met de wereld die ik kende, als een soort navelstreng. Die wereld opende verder toen ik in maart 2023 een bericht van een hooggeplaatste jihadist kreeg dat ik ‘insjallah’ binnen veertien dagen zou vrijkomen.”

In het boek beschrijft Dubois hoe hij middenin de woestijn werd overgedragen aan Franse en Nigerese militairen, samen met de Amerikaanse gijzelaar Jeff Woodke. De twee moesten zich op afstand uit- en omkleden, zodat zeker was dat ze geen bommen droegen, Dubois kon wel zijn notities meenemen. Na een medische check – Dubois was gezond – werd hij naar Frankrijk gevlogen. Op videobeelden is te zien hoe Dubois op 21 maart 2023 in Parijs wordt opgevangen door zijn vader, zus en president Emmanuel Macron.


Lees ook

De democratie in de Sahel was flinterdun

Voorstanders van Nigers junta in de hoofdstad Niamey met de Russische vlag, (linksachter) donderdag, tijdens Onafhankelijkheidsdag.

Officieel is er niet betaald voor uw vrijlating, maar dat lijkt niet erg waarschijnlijk. Weet u hoeveel er voor u is betaald?

„Ik ben na onderhandelingen door Frankrijk weggehaald, met behulp van Niger. Over de voorwaarden weet ik niets, maar het is bekend dat bij eerdere vrijlatingen geld is betaald of dat in ruil gevangenen zijn vrijgelaten. Ik heb wel eens geruchten gehoord over bedragen die voor mij zouden zijn betaald. Maar ik heb me er niet in verdiept, zoals ik na mijn vrijlating ook geen contact heb opgenomen met [fixer] Souleymane – ook al zou hij me meer kunnen vertellen over wat er nou precies gebeurd is voorafgaand aan de gijzeling. Dat had voor mij de afgelopen maanden geen prioriteit.”

Ik heb wel eens geruchten gehoord over bedragen die voor mij zouden zijn betaald. Maar ik heb me er niet in verdiept

Hoe ziet uw toekomst eruit?

„Ik hoop binnenkort mijn werk weer op te pakken. Ik merk dat ik weer appétit heb: zin om me in onderwerpen te verdiepen, erbij te zijn, erover te schrijven. Ik denk dat het schrijven van het boek een hoop blokkades heeft weggehaald. Het werk zal wel anders zijn dan voor mijn gevangenschap, want leven in Mali is [na twee staatsgrepen] ingewikkeld geworden en het is überhaupt niet mogelijk om er als journalist te werken – tenminste niet op thema’s als veiligheid en politiek en zeker niet als je Frans bent. Wat zonde is, want er gebeurt van alles waar we nu weinig weet van hebben.

„Ik woon nu in de buurt van Parijs, mijn kinderen wonen in Senegal. Mijn relatie is vijf, zes maanden nadat ik vrijkwam uitgegaan. We zaten in een totaal andere dynamiek: de een is een overlevende die zijn leven terug heeft, en de ander heeft twee jaar lang gestreden en stort totaal in als het voorbij is, omdat er geen reden meer is om overeind te blijven. Het was zwaar, maar c’est la vie.”