De grimmigheid van het politieke klimaat in Oost-Congo neemt toe. Sinds de door Rwanda gesteunde rebellenbeweging M23 begin dit jaar haar greep over de regio heeft versterkt, worden dissidenten, activisten en journalisten geconfronteerd met een ongekend harde realiteit. Doodsbedreigingen, arrestaties en moorden zijn aan de orde van de dag, zo blijkt uit een nieuw rapport van Human Rights Watch. De mensenrechtenorganisatie waarschuwt dat zonder vrije pers een actief maatschappelijk middenveld in Oost-Congo een illusie blijft.
De M23-rebellen hebben in korte tijd Goma en Bukavu onder controle gekregen. Sindsdien zijn naar schatting 7.000 mensen gedood bij gevechten in de regio en raakten meer dan 450.000 mensen ontheemd. In het kielzog van dat geweld volgt repressie. „Het doel is duidelijk: het maatschappelijk middenveld monddood maken en onafhankelijke onderzoeken voorkomen”, verklaart Clémentine de Montjoye, senior researcher bij HRW voor de regio Afrika. „M23-functionarissen zeggen letterlijk tegen mensen: ‘We weten wie je bent, we weten wat je doet en je bent tegen ons. We komen voor je’.”
Goma en Bukavu waren sinds M23 eind 2021 weer actief werd, juist een toevlucht geworden voor journalisten en mensenrechtenactivisten. De Montjoye: „Nu zitten ze daar vast, zonder veilige uitweg. Ze voelen zich niet veilig om naar Rwanda te vluchten, en de luchthaven is gesloten. Velen zitten ondergedoken, terwijl M23-strijders hun huizen bezoeken. Ze leven in angst en stilte.”
Politieke afrekening
De moord op de Congolese zanger en activist Delphin Katembo Vinywasiki, alias Delcat Idengo, illustreert de angstcultuur die heerst in Oost-Congo. Op 13 februari werd hij door M23-strijders in zijn huis doodgeschoten, omdat hij banden had met Lutte pour le Changement (LUCHA), een jongerenbeweging die strijdt voor de bescherming van mensenrechten.
Lees ook
In het door rebellen geregeerde Goma domineert de onzekerheid
Human Rights Watch baseerde haar onderzoek op interviews met meer dan twintig Congolese activisten en zowel binnenlandse als buitenlandse journalisten in Goma, Kinshasa en Bujumbura. Daarnaast analyseerde de organisatie audio-opnames van telefoongesprekken, screenshots van bedreigende berichten en videobeelden van toespraken van M23-kopstukken.
Een van die getuigenissen komt van een inwoner van Goma, die zijn verhaal anoniem deelde: „Ze sloegen me de hele dag met stokken op mijn rug. Ik kan niet meer lopen. Ze hebben me geslagen, aangevallen en mijn huis leeggeroofd.” Zijn ervaring is geen uitzondering. Sinds januari hebben meer dan tweehonderd activisten bescherming gezocht.
Ook onderdrukking van de pers is een vast patroon in het nieuwe M23-bewind. Journalisten worden geïntimideerd en onder druk gezet om alleen gunstige berichtgeving te publiceren. „M23 probeert systematisch kritische verslaggeving de kop in te drukken”, zegt De Montjoye. Standrechtelijke executies, verkrachtingen, plunderingen en willekeurige beschietingen door M23, vaak met medeweten van Kigali, die HRW kon documenteren, halen zelden de (mainstream) media, stelt de organisatie.
Lees ook
Hoe Rwanda het lot van Oost-Congo blijft bepalen
De meedogenloze opmars van M23 heeft de dubbelzinnige rol van Rwanda op het wereldtoneel nadrukkelijker blootgelegd. Aan de ene kant presenteert het zich als stabiele bondgenoot in de regio, aan de andere kant is het medeplichtig aan ernstige mensenrechtenschendingen. Want Rwanda, dat de M23 met wapens en manschappen steunt in Oost-Congo, is volgens HRW actief betrokken bij de onderdrukking van kritische stemmen.
Dat blijkt onder meer uit de arrestatie in februari van een Congolese activist die de grens was overgestoken. Rwandese autoriteiten leverden hem uit aan M23, die hem zeven dagen vasthielden. Volgens De Montjoye staat dit incident niet op zichzelf.


Foto’s Hugh Kinsella Cunningham/Getty Images
Geopolitieke onverschilligheid
Human Rights Watch hekelt de geopolitieke onverschilligheid over de oorlog in Oost-Congo en kijkt vooral naar de Europese Unie en haar lidstaten, die al jaren nauwe banden onderhouden met Rwanda. De organisatie roept hen op om verantwoordelijkheid te nemen en gerichte sancties op te leggen aan hoge Rwandese functionarissen die betrokken zijn bij de misstanden. Daarnaast dringt HRW erop aan dat de EU het in 2023 gesloten mineralenakkoord met Rwanda heroverweegt.
Volgens De Montjoye zou de EU haar invloed veel effectiever kunnen gebruiken. „Er zijn richtlijnen voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers, maar tot nu toe heeft de EU vooral bezorgdheid geuit.”
Ondertussen draagt ook de Congolese regering bij aan het klimaat van angst. Justitieminister Constant Mutamba ging zelfs zover om journalisten die ‘verkeerde’ informatie verspreiden, te waarschuwen voor zware juridische gevolgen, mogelijk zelfs de doodstraf. In januari dreigde mediawaakhond CSAC met sancties tegen internationale zenders zoals RFI en France 24.
