Column | Winkeltje spelen

De klant moet het je gunnen, zegt Wim van de Geest (44), die voor zijn zaak de ene na de andere voorbijganger begroet – „Hai!” „Lekker weertje hè!”„Heerlijk!”. De klant kiest voor jouw winkel en niet die van een ander en dat moet je verdienen. Zeker in een hechte gemeenschap als Bunschoten-Spakenburg. „Persoonlijk contact, dat is de essentie.”

„Bedankt voor het gunnen”, zegt Van de Geest daarom standaard tegen de klant na elke transactie. Heeft-ie zelfs op de gevel gezet: ‘Fijn dat u voor de Bruna heeft gekozen’.

En zoiets lijkt vanzelfsprekend, maar hij ziet het de jonge stagiairs niet meer doen. Die moet hij inmiddels echt léren om de klant gedag te zeggen. „Vanwege” – hij kijkt naar beneden, naar z’n opengevouwen hand.

Dus die eerste stageweek draait vooral om de omgangsvormen. En de kassa. Terug van 12,45 euro? „Snappen ze niks van.” En als de klant dan ook nog een briefje van 20 neerlegt én 3 euro erbij „slaat de paniek toe”. Betalen doe je toch online? Of via de zelfscan? Of met je telefoon? Pinpas, desnoods. „Winkeltje spelen, dat kennen ze niet meer.”

‘Zijn’ Spakenburg, het vissersdorp aan de voormalige Zuiderzee, heeft in het verleden best wat bedreigingen gekend. Kerkscheuringen. De strijd met het water. En in de Tweede Wereldoorlog dreigde de Duitse bezetter het dorp plat te branden vanwege smeulend verzet onder vissers.

Maar de grootste bedreiging nu is een digitale. Althans, voor een winkelier als Wim van de Geest, die als telg van een Spakenburgse ondernemersfamilie sinds 2010 de lokale Bruna bestiert. Broer Freek is eigenaar van De Smid Spakenburg, nicht Esther doet de Blokker en nicht Astrid tot voor kort de Intertoys. En allemaal moeten ze nu opboksen tegen virtuele grootmachten als bol.com en Alibaba.

Af en toe een actie om weer even „bekende Spakenburger” te worden, dat helpt. Zoals toen Van de Geest in 2016 Nijntje had laten vertalen in dialect. Groòf en oòtje pluûs – Opa en oma Pluis.

En sinds vorige week staat in zijn zaak een automaat om muntgeld op te nemen, voor de lokale ondernemers. Naast een muntgeld-stort-automaat én een reguliere geldautomaat, want met 250 handelaren in vis en koek die in het hele land op markten staan, is Bunschoten-Spakenburg hét epicentrum van de cash. Zo is in zijn Bruna nog altijd 40 procent van alle betalingen contant – landelijk 20 procent. En veel van zijn klanten zijn zelf ook ondernemer. Die komen bij hém een online besteld boek ophalen. Of hun centen wisselen. En allemaal komen ze elkaar tegen op de tribunes van de lokale voetbaltrots, SV Spakenburg.

‘Koop in den vreemde niet wat je eigen dorp je biedt.’ Dat is hoe deze hechte gemeenschap weerstand biedt.

Alleen, ze moeten het je wel gúnnen. „Hai!”, zegt Van de Geest zwaaiend naar de oud-burgemeester die met een boodschappentrolley naar de supermarkt loopt. Had-ie laatst een krantje voor bewaard, toen hij op vakantie was.

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.