Gijzelingsdrama brengt sluimerend conflict West-Papoea aan het licht

West-Papoea De Nieuw-Zeelandse piloot Philip Mark Mehrtens wordt vastgehouden door rebellen van het West-Papoea Nationale Bevrijdingsleger (TPN-PB) in een gebied waar al decennia een vergeten conflict heerst.

De Nieuw-Zeelandse piloot Philip Mark Mehrtens temidden van zijn gijzelnemers van het West-Papoea Nationaal Bevrijdingsleger. Die eisen in ruil voor zijn vrijlating erkenning van de onafhankelijkheid van Papoea.
De Nieuw-Zeelandse piloot Philip Mark Mehrtens temidden van zijn gijzelnemers van het West-Papoea Nationaal Bevrijdingsleger. Die eisen in ruil voor zijn vrijlating erkenning van de onafhankelijkheid van Papoea.

Foto West-Papoea Nationaal Bevrijdingsleger via Reuters

Het onbehagen spat ervan af bij de 37-jarige Nieuw-Zeelandse piloot Philip Mark Mehrtens op de beelden die het West-Papoea Nationale Bevrijdingsleger (TPN-PB) vorige week verspreidde. Hij staat in spijkerjas met een vissershoedje op tussen vervaarlijk uitziende mannen met pijl en boog, hoofdtooien en grote geweren in de hand. Mehrtens draagt een T-shirt met daarop de West-Papoease vlag de Morgenster en kijkt ongemakkelijk in de camera. „Indonesië moet Papoea’s onafhankelijkheid erkennen”, wordt hij gedwongen te zeggen in een van de video’s.

De Nieuw-Zeelander werd twee weken geleden gegijzeld in het district Nduga, in de hooglanden van Papoea – de meest oostelijke provincie van Indonesië. In deze regio strijden separatisten al decennialang voor onafhankelijkheid.

Mehrtens was daar met vijf passagiers geland om vijftien bouwvakkers op te pikken, die door de separatisten werden bedreigd omdat die hen ervan verdachten Indonesische spionnen te zijn. Direct na de landing werd het toestel door de rebellen bestormd. De vijf passagiers mochten korte tijd later gaan.

Inmiddels is een team van de Indonesische politie onderweg naar het onherbergzame gebied om te onderhandelen met de rebellen, al sluit de regering „andere opties” niet uit.

„Het is een geval van op het verkeerde moment op de verkeerde plaats”, zegt West-Papoea-onderzoeker Cammi Webb-Gannon over Mehrtens’ gijzeling. Ze leidt het West-Papoea-project aan de universiteit van Wollongong in Australië en zet zich in voor een vreedzame oplossing van het conflict. „Dit was een opportunistische actie. Het geeft aan dat de West-Papoea’s de hoop aan het verliezen zijn.”

Kaarsrechte grens

Het conflict kent een lange geschiedenis. Dat wordt duidelijk bij een eerste blik op de kaart van Nieuw-Guinea, na Groenland het grootste eiland ter wereld. Dwars door het midden van het eiland loopt een kaarsrechte lijn, als met een liniaal getrokken. Rechts van die grens ligt Papoea-Nieuw-Guinea, een voormalige kolonie van het Verenigd Koninkrijk en later van Australië. Dit deel van het eiland werd onafhankelijk in 1965.

Aan de andere kant van de grens liggen Papoea en West-Papoea, samen vaak aangeduid als West-Papoea, provincies van Indonesië. De onafhankelijkheidsstrijd in West-Papoea woedt al decennia, maar haalt slechts bij uitzondering de internationale krantenkoppen.

De gewapende groep TPN-PB, door Indonesië beschouwd als terroristische beweging, ontstond in de jaren zestig. West-Papoea was onderdeel van de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-Nieuw-Guinea, en bleef na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 bij Nederland horen. Onder internationale druk stelde Nederland in 1961 onafhankelijkheid in het vooruitzicht. West-Papoea kreeg een eigen vlag, de Morgenster, en een volkslied. „Men was bezig zich voor te bereiden op onafhankelijkheid”, zegt Webb-Gannon.

De Free Papua Movement, oftewel de Organisasi Papua Merdeka (OPM), werd in die tijd opgericht. De overkoepelende organisatie voor het vrije West-Papoea bestond uit een diplomatieke en een militaire vleugel. Die was bezig om een leger te vormen voor de onafhankelijke natie West-Papoea. „Ze zagen zichzelf nooit als een rebellenleger of separatisten, maar als een leger zoals iedere andere natie dat heeft”, zegt Webb-Gannon.

Referendum

Maar onafhankelijkheid kwam er nooit. In 1962 sloten Nederland en Indonesië het zogeheten New York Agreement in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. Een jaar later werd Papoea ingelijfd door Indonesië, met goedkeuren van de internationale gemeenschap. De belofte was dat de Papoea’s een paar jaar later via een referendum over hun lot mochten beslissen, maar die verkiezingen waren een farce. In plaats van een referendum voor alle inwoners te organiseren, selecteerde Indonesië in 1969 een raad van ruim duizend tribale leiders, die onder grote druk voor aansluiting bij Indonesië kozen.


Lees ook ‘Bij elke revolutie hoort een bloedbad’, vertellen de Papoea-strijders voor onafhankelijkheid

De militaire tak van de onafhankelijkheidsbeweging bleef bestaan en was bereid te vechten voor vrijheid. „Hoe groot de groep is, is moeilijk in te schatten”, zegt Cannon-Webb. „Het is een fluïde beweging, waar mensen zich soms een tijd bij aansluiten en dan weer vertrekken.”

Een echte bedreiging voor het Indonesische leger vormt de groep niet, stelt Cannon-Webb. „Ze zijn niet goed bewapend en slecht georganiseerd. Ze zijn afhankelijk van traditionele wapens zoals pijl en boog, of wapens die ze van Indonesische troepen hebben gestolen. Het enige wat ze kunnen inzetten zijn guerrillatactieken.” Daar staat het sterke Indonesische leger tegenover, met militairen die zijn getraind door Australië en Nieuw-Zeeland. „Hun enige voordeel is dat ze de omgeving goed kennen en een redelijk goede relatie hebben met de bevolking, al steunt die het geweld over het algemeen niet.”

Leger en politie evacueerden na de gijzeling burgers uit het gebied waar separatistische rebellen actief zijn.
Foto Papua Police Headquarters via EPA

In de jaren sinds 1969 heeft Indonesië de grip op de regio verstevigd. Papoea’s die zich voor onafhankelijkheid inzetten worden hardhandig aangepakt en vervolgd. Journalisten, mensenrechtenactivisten en internationale waarnemers zijn niet welkom, waardoor het conflict grotendeels in nevelen gehuld blijft. Ruwe schattingen wijzen erop dat het conflict tussen de 150.000 en 500.000 Papoea’s het leven heeft gekost.

Goud- en kopermijnen

Papoea en West-Papoea zijn enorm rijk aan grondstoffen zoals goud, koper en hout. Een van de grootste goud- en kopermijnen ter wereld ligt in Papoea. Toch leeft de lokale bevolking in armoede en wordt regelmatig opgejaagd door de Indonesische autoriteiten. Mensenrechtendeskundigen van de Verenigde Naties waarschuwden een jaar geleden voor de situatie in de achtergestelde Indonesische provincies. Er zijn beschuldigingen van grootschalige executies, verdwijningen en martelingen door Indonesische ordetroepen.


Lees ook Voor Papoea’s was Filep Karma vergelijkbaar met Gandhi of Mandela

De laatste jaren is de situatie vooral in het district Nduga, waar het gijzelingsdrama zich afspeelt, buitengewoon gespannen. In 2019 vermoordde de TPN-PB hier 24 Indonesiërs die aan een snelweg werkten. De rebellen geloofden dat het spionnen waren voor het Indonesische leger. Dat leidde tot repercussies van Indonesië. Volgens waarnemers zijn in Nduga zeker zestigduizend mensen ontheemd geraakt door de acties van het Indonesische leger. „Er is nog steeds een enorme militaire aanwezigheid in dit gebied, ze houden de bevolking constant in de gaten”, zegt Cannon-Webb.

Ze stelt dat het doel, een onafhankelijk West-Papoea, grote steun heeft bij de lokale inheemse bevolking. Maar geweld wordt door de meerderheid afgekeurd. Volgens Cannon-Webb is de gijzeling een wanhoopsdaad van de rebellengroep. „We moeten niet vergeten dat dit een actie is van een kleine minderheid. Ze weerspiegelen niet de overtuiging van de overgrote meerderheid van inheemse West-Papoea’s die op een vreedzame manier voor onafhankelijkheid strijden.”