De Koerdische strijdgroepen in Syrië (SDF) kondigden maandag aan zich te voegen bij de nieuwe regering van het land. Dat is een belangrijke doorbraak voor interim-president Ahmed al-Sharaa in zijn pogingen om een verdeeld Syrië te verenigen.
De opsteker komt voor Al-Sharaa op een precair moment. De geweldsuitbarsting van vorige week, waarbij gewapende groepen honderden burgers in de kustregio om het leven brachten, leidde internationaal en onder Syriërs zelf tot grote twijfels over zijn vermogen om de vrede te bewaren en de vele minderheden in het land te beschermen.
In zowel Damascus als Raqqa en andere plaatsen in noordoost-Syrië gingen menigtes de straat op om het sluiten van de overeenkomst tussen de regering en de Koerden te vieren.
Door de deal verkrijgt Damascus zeggenschap over het noordoosten van het land. Dat gebied – nu nog in handen van de Koerdische strijdgroepen – beslaat grofweg een kwart van het land en is rijk aan vruchtbare landbouwgrond, gasvelden en het merendeel van de Syrische olievelden. Dat zijn belangrijke bouwstenen voor het herstel van de Syrische economie, net zoals de grensovergangen met Irak en de aanwezige vliegvelden.
Lees ook
Zit achter het geweld in Syrië wraaklust? En zes andere vragen over de moordpartijen in de kustregio
Met het akkoord – dat voor het einde van het jaar van kracht moet zijn – lijkt ook een einde te komen aan de dreiging van een nieuw, grootschalig gewapend conflict tussen het Syrische staatsleger en de zestigduizend man tellende Koerdische troepenmacht. Eerder eiste SDF een zekere mate van autonomie binnen het nieuwe Syrië te behouden, maar dit was voor Damascus onaanvaardbaar. Militair ingrijpen door het nieuwe regime zou niet zijn uitgesloten.
Rol Turkije
Voor Turkije was het bestaan van een de facto autonome Koerdische regio aan de grens de afgelopen jaren een doorn in het oog. Turkije ziet SDF als een verlengstuk van de separatistische Koerdische PKK-beweging in eigen land, die de afgelopen vier decennia tegen de Turkse staat vocht maar recentelijk aankondigde de wapens neer te leggen. De ruime mate aan Koerdische autonomie, zo vreesde Ankara, zou daarbij op zichzelf al nationalistische aspiraties onder Turkse Koerden kunnen aanwakkeren.
Sinds 2016 voerde de Turkse krijgsmacht drie invasies uit tegen SDF en steunde ze vijandige milities met wapens en training. Eind december grepen die pro-Turkse milities de val van het Assad-regime aan om – met Turkse artillerie- en luchtsteun – hun strijd tegen de Koerdische strijdgroepen op te voeren.
Daarbij bereidde Turkije zich met troepenopbouw aan de grens voor om „een volledige oorlog te beginnen”, zei Al-Sharaa vorige maand in een interview met The Economist. De Syrische leider zou daar naar eigen zeggen een stokje voor hebben gestoken om „ruimte te creëren voor onderhandelingen” met SDF.
Tijdens deze onderhandelingen hing de dreiging van een militaire confrontatie met zowel Damascus als Turkse grondtroepen de Koerden dan ook boven het hoofd. Hun positie stond verder onder druk omdat het niet duidelijk is of de VS hun steun aan de Koerdische strijdgroepen zullen voortzetten onder president Donald Trump.
Belangrijkste bondgenoot
In de strijd tegen Islamitische Staat waren de Koerdische strijdgroepen de belangrijkste bondgenoot van de Amerikanen. Nu nog bewaakt SDF de gevangenissen en kampen waar tienduizenden IS-strijders en hun families worden vastgehouden. De afgelopen jaren konden de Koerden rekenen op financiële én politieke steun in hun conflict met Turkije. Maar afgelopen februari kwam het werk in onder meer het Al-Hol gevangenkamp al gedeeltelijk stil te liggen vanwege een bevriezing van Amerikaanse ontwikkelingshulp. Hoewel de regering-Trump sindsdien de relevante betalingen heeft hervat, is het nog maar de vraag wat er gebeurt met de overige Amerikaanse steun aan de Koerdische strijdgroepen. In totaal bedroeg dat vorig jaar zo’n 186 miljoen dollar (170 miljoen euro).
Naast het akkoord met de Koerdische strijdgroepen, zal Al-Sharaa ook afspraken moeten maken met de druzische gemeenschap in het zuiden van het land, die na dertien jaar ook grotendeels buiten staatsgezag valt. Verschillende Arabische media meldden dinsdag dat er een deal op handen is met de druzen in de Sweida-provincie. Hierbij zou het Syrische leger het gebied mogen binnen trekken en zullen overheidsinstanties weer opengaan.
