Vrijheid en blijheid geven dansvoorstelling ‘Lovetrain2020’ haar onweerstaanbare charme

En daar gáán ze weer, met grote, ongepolijste huppelpassen over de diagonaal, armen los uitgeslagen. Als kleurige voddenbalen snellen ze over het toneel. Het is een golf van energie die telkens weer komt aanrollen vanaf het toneel. Een golf die zijn effect op het publiek in de Amsterdamse Stadsschouwburg niet mist; als de tien dansers van Emanuel Gat Dance aan het einde naar de rand van het toneel lopen en het licht vol op de rij blije, hijgende mensen valt die hand in hand hun publiek toelacht, blijkt dat er zonder woorden een band is gecreëerd met het publiek. Als één man rijst het joelend uit de stoelen.

Lovetrain2020 is dan ook een groot charme-offensief. Degenen die er de leeftijd voor hebben, worden door de muziekkeuze even met een grote zwieper teruggeworpen in de tijd. Gat, een Israëliër die al jaren in Frankrijk werkt, gebruikte nummers van (synth)poprockformatie Tears for Fears, bekend geworden in de jaren tachtig met hitsongs als ‘Shout’, ‘Everybody wants to rule the world’ en ‘Mad world’.

Voor Gat is het een uitstapje naar de popmuziek; vaker kiest hij voor klassieke werken, en niet de minste. Mozarts Requiem bijvoorbeeld en, alweer ruim twintig jaar geleden, Stravinsky’s Sacre du Printemps, waarop hij een verrassend logisch ogende salsachoreografie maakte.

Werveling

In Lovetrain2020 wisselen de nummers elkaar af in een al even afwisselend, sfeervol mistig lichtontwerp. Ook karakter en stijl van de dansers variëren – de een is klassieker, de ander duidelijk modern, een volgende flirt met acrobatische beweging. Maar in de synchrone groepsdelen vloeien al die persoonlijke danstalen samen in een werveling van ledematen, energie en textiel.

Typisch Gat is de nadruk op een markant gebruik van de armen; gehoekt geheven, recht omhoog gestoken, reikend als smekelingen. Opvallend zijn de telkens hoog opzwiepende benen, schijnbaar zonder enige sturing. Het mooist zijn de kleine ensembles die zich losmaken uit de groep. Speels vormen ze bondjes, ze jonassen ze elkaar en draaien als jonge honden om elkaar heen. Een paar keer valt de voorstelling even stil, als een moment van bezinning. En dan gáán ze weer, voluit.

Hoe vaak de tien dansers in Lovetrain2020 het traject over de diagonaal afleggen, is niet bij te houden. Mede daardoor komt na verloop van tijd de sleet er wel een beetje in. Een kwartier korter had ook goed gekund. Doordat Gat zijn dansers tijdens het creatieproces én tijdens de voorstelling veel ruimte heeft gegeven voor improvisaties in solo’s, duetten of kleine formaties, ontstaat ook een zeker gevoel van willekeurigheid.

Maar het zijn juist die vrijheid en blijheid die de voorstelling ook een onweerstaanbare charme geven. Het is de vrijheid waar iedereen naar snakte tijdens de coronaperiode. Midden in die crisis van lockdowns en afstand houden is Lovetrain2020 ontstaan en de manier waarop de dansers tijdens de voorstelling steeds opvallend het contact met de zaal zoeken, ontroert en doet denken aan de hunkering naar elkaar, naar samenzijn. Begrijpelijk dus dat Franse critici Lovetrain2020 uitriepen tot de beste van dat seizoen. Maar ook zonder beperkingen werkt de voorstelling als een – excuses – trein.