Australische militairen doodden Afghaan na tip van een Nederlandse marinier

Inlichtingen Inlichtingenofficieren verklaarden een Afghaan onschuldig, een marinier wees de Australische special forces op zijn verblijfplaats.

De ingang van Kamp Holland in de Afghaanse provincie Uruzgan.
De ingang van Kamp Holland in de Afghaanse provincie Uruzgan.

Foto Valerie Kuypers/ANP

Een Nederlandse marinier heeft in het voorjaar van 2010 in Uruzgan de Australische special forces aangespoord een Afghaan op te zoeken die net ervoor juist door Nederland was vrijgelaten omdat hij onschuldig zou zijn. De Afghaan is daarop door de Australiërs gedood en mogelijk gemarteld.

Een Nederlandse inlichtingenofficier schreef een rapport over de mogelijke oorlogsmisdaad van de bondgenoot, maar Nederland ondernam geen actie. Het rapport is inmiddels verdwenen. Hoe de Afghaan precies om het leven kwam, wordt nu onderzocht door Defensie en het Australische OM naar aanleiding van een eerdere NRC-publicatie.


Lees hier hoe een melding over de mogelijke executie van een Afghaanse burger zoekraakte bij Defensie

De marinier en toenmalig plaatsvervangend compagniecommandant sprak in augustus 2020 over de gebeurtenissen in een online interview met een kunstenaar die verhalen van veteranen verzamelt en daar schilderijen bij maakt. De video bleef tot voor kort onopgemerkt, maar maakt inmiddels onderdeel uit van het lopend Defensie-onderzoek.

De marinier vertelt in het filmpje hoe de Afghaan, Abdul Jalil, na zijn vrijlating „keurig weer in zijn huisje” zit. De Nederlandse mariniers waren gefrustreerd over Jalils vrijlating. „Twee weken later komen Australische special forces bij ons op de compound en ik ga dan met een van die luitenanten praten en ik zeg: hé weet je waar jij eens moet kijken? In dat huisje. Dus hun zijn er heen gevlogen en ja, uiteindelijk.. Hij heeft het niet overleefd, laat ik het zo zeggen.”

De marinier deed zijn uitlatingen enkele maanden vóór de publicatie van het zogeheten Brereton-rapport over Australische oorlogsmisdaden in Afghanistan, benadrukt het ministerie van Defensie in een reactie. De marinier „beseft dat zijn uitspraken na het uitkomen van het Australische onderzoek anders worden bezien”. Hij zou nooit de intentie hebben gehad „de Australiërs op de man af te sturen, wel om hen te wijzen op de quala [huis, red.] als verdachte locatie”.

Afghanistanonderzoeker Arthur ten Cate, programmamanager bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), heeft „de stellige indruk” dat de Australiërs in 2010 overtuigd waren van Jalils „identiteit en schuld”. Dit zegt hij op basis van door hem eerder onderzocht archiefmateriaal. De Australiërs waren volgens hem geïrriteerd door diens vrijlating en hadden nauwelijks of „geen aansporing nodig” om Jalil „een bezoek te brengen”.

Op 17 april 2010 kwamen de mariniers Jeroen Houweling en Marc Harders om het leven bij een aanslag. De mariniers kregen de dagen erna van de Australiërs te horen dat ene „Mulah Jalil”, „de facilitator”, de bermbom (IED) had gemaakt, vertelt de marinier. De mariniers pakten Jalil op 21 april op in zijn woning in een operatie die ze ‘Punch’ noemden. Ze waren verheugd én verbaasd dat Jalil na de aanslag thuis was. Ze leverden hem op Kamp Holland af.

Schijf is zoek

Nederlandse inlichtingenofficiers verhoorden hem en verzamelden tegelijkertijd bewijs. Ze raakten ervan overtuigd dat de Australiërs en de mariniers zich vergist hadden. Bewijs voor betrokkenheid bij de aanslag ontbrak. Jalil was volgens hen niet de gevreesde bommenmaker maar een onschuldige burger. Op 25 april lieten ze hem vrij.

Nadat Jalil op 10 mei door de Australiërs werd gedood, hoorden de inlichtingenofficieren van meerdere informanten dat hij was vermoord en gemarteld. Één lokale informant vertelde gedetailleerd hoe dat gebeurde. Een inlichtingenofficier schreef er een rapport over en verspreidde dat. Defensie deed daarop geen onderzoek en besprak de kwestie evenmin met de Australiërs.

In het huidige lopend onderzoek zoekt Defensie naar het verdwenen rapport in het eigen papieren en digitale archief. Betrokken militairen zijn de afgelopen maanden geïnterviewd en in Australië en de Verenigde Staten is om informatie gevraagd.

Niet alleen het rapport maar de hele schijf waarop het rapport staat is zoek, vertellen meerdere bronnen aan NRC. De schijf is na de missie direct naar de militaire inlichtingeneenheid gegaan in ’t Harde. Enkele jaren later is hij als onderdeel van een groter archief op verzoek van het ministerie in een kluiskoffer naar Den Haag gebracht. Daar zijn de schijven opgeslagen in een kluis op het departement.

Daarnaast is in het lopend onderzoek volgens meerdere bronnen inmiddels een foto opgedoken van een ongeschonden, overleden Jalil. Of dat betekent dat hij niet vermoord of gemarteld zou zijn, is niet bekend.

Het huidig onderzoek van Defensie vindt plaats onder toeziend oog van een vertegenwoordiger van het NIMH. Omdat het NIMH bij het lopende onderzoek betrokken is, kan het verdere vragen van NRC niet beantwoorden. Ook Defensie wil niet ingaan op vragen zolang het onderzoek niet is afgerond.