Geert Mak is in Kyiv in de trein gestapt, nadat hij in Oekraïne onder meer een tripje heeft gemaakt naar Tsjernobyl. De wagon, schrijft hij, „zucht en ademt, een sneeuwschuiver komt voorbij, dan slaat de locomotief weer aan.”
De Oekraïense spoorwegen: er is de afgelopen jaren veel over gezegd en geschreven. Ondanks de oorlog functioneren ze nog. Het is het vervoermiddel waarmee staatshoofden en andere hoogwaardigheidsbekleders de afgelopen jaren naar Kyiv reisden om hun steun te betuigen aan het belegerde land en zijn onvermoeibare leider Volodymyr Zelensky.
Maar in december 1999 reist Geert Mak juist van een veilig Oekraïne naar een deel van Europa waar de gevolgen van luchtbombardementen op dat moment nog zichtbaar zijn. Eerder dat jaar hebben NAVO-landen – de VS en Europa zijn nog eensgezind – luchtaanvallen uitgevoerd op Servië, om een einde te maken aan de oorlog in Kosovo.
Op de Balkan eindigt de reis die Mak een jaar eerder was begonnen in Amsterdam. Hij reisde van Ieper naar Verdun en van Auschwitz naar Wolgograd (Stalingrad), plaatsen die van belang waren voor de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw. Elke dag stuurde hij een kort verslag dat NRC Handelsblad op de voorpagina plaatste, om zo de eeuw uit te luiden. Het resulteerde in een boek van 1200 pagina’s, In Europa, dat ondanks zijn indrukwekkende omvang een enorme bestseller werd. De eerste druk verscheen in 2004, een herziene editie in 2007. Er werden meer dan vijfhonderdduizend exemplaren van verkocht. In Europa is ook het hoogst genoteerde (9) non-fictieboek op de lijst van beste boeken van de 21ste eeuw die NRC en De Standaard samenstelden, na consultatie van deskundigen uit Nederland en Vlaanderen.
Dat In Europa ook in onze Top-50 staat, is dan ook niet zo vreemd. Zulke lijstjes zijn een 21ste-eeuws verschijnsel. Daarom is het gissen naar de resultaten als zo’n verkiezing zou zijn gehouden in 1925, 1950 of 1999. Hadden er bekende historici op gestaan? Had Herfsttij der Middeleeuwen van Johan Huizinga, Erflaters van onze beschaving van Jan en Annie Romeinen, of Verdeel en heers van H.L. Wesseling een kans gemaakt op een hoge klassering?
Anno 2025 is er geen aan een universiteit verbonden historicus die de schifting heeft doorstaan. Zelfs Martin Bossenbroek, winnaar van twee Libris Geschiedenisprijzen (en overigens ook niet meer werkzaam aan een universiteit) heeft de lijst niet gehaald. Wat zegt dat over de non-fictie boeken die dat wel deden?

Er staan drie non-fictieboeken op de lijst van Nederlandse auteurs en drie van Vlaamse auteurs. Vlaming David Van Reybrouck is de enige met twee noteringen: Congo (13) en Revolusi (39), pillen van boeken over de geschiedenis van de grootste kolonies van België en Nederland, Congo en Indonesië.
Met de gender balance is het niet best gesteld. De enige vrouwelijke non-fictieschrijver op de lijst is Annejet van der Zijl met Sonny Boy (29), het verhaal van een Surinaamse student die verliefd wordt op een gescheiden Hollandse vrouw en met haar kind krijgt. In de oorlog helpen ze Joden onderduiken, wat het stel met de dood moet bekopen.
Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog is ook prominent aanwezig in Het Kleedje voor Hitler (45) van Bas von Benda-Beckmann, al begint zijn verhaal, een familiegeschiedenis, in de negentiende eeuw. Nog veel verder terug in de tijd gaat Bart Van Loo, de andere Vlaming op de lijst, in De Bourgondiërs. Daarin vertelt hij over het ontstaan van De Nederlanden in de vijftiende eeuw.
Hebben deze zes boeken iets met elkaar gemeen? De Bourgondiërs van Bart Van Loo lijkt nog het meest op een klassiek geschiedenisboek, waarin de auteur vertelt maar zelf niet aanwezig is in het verhaal. De andere zes titels kun je met een beetje goede wil allemaal omschrijven als literaire non-fictie, een term die in de jaren negentig van de vorige eeuw in zwang raakte. Geert Mak, David Van Reybrouck en Bas Von-Benda Beckmann zijn als verteller nadrukkelijk aanwezig in hun verhaal. ‘Ik’ schrijven ze zonder schroom, overigens zonder egotripperij. Die ‘ik’ neemt de lezer mee door de geschiedenis van een brandhaard, een voormalige kolonie, of, in het geval van Von Benda-Beckmann, van een bijzondere familie, met een tante die getrouwd was met één van Hitlers trouwste generaals (Alfred Jodl). Annejet van der Zijl voert zichzelf niet ten tonele, maar haar schrijfstijl is dan weer wel heel persoonlijk en precies, waardoor je als lezer ook het gevoel krijgt dat je erbij bent.
Kleine geschiedenis
Kleine geschiedenis die raakt aan de grote geschiedenis van (koloniale) oorlog, of wat daarna komt. Het is wat deze boeken kenmerkt, maar dat geldt ook voor de andere bekende voorbeelden van literaire non-fictie die de lijst niet haalden, misschien omdat ze wat minder vers in het geheugen lagen van de deskundigen. Ik zou er niet raar van hebben opgekeken als ik op deze lijst ook Baltische zielen van Jan Brokken had aangetroffen, of het Het zwijgen van Maria Zachea van Judith Koelemeijer -– ook boeken over een recent verleden waarin de auteur aanwezig is als verteller. Frank Westerman had de pech dat zijn misschien wel beste boek, De graanrepubliek, verscheen in 1999, anders had het vast ook een plek gekregen.
Wat al deze titels ook gemeen hebben, is dat ze op de een of andere manier raken aan hét thema van de 21ste eeuw: identiteit. Wie ben ik? Wie zijn wij? Dat geldt zelfs voor het boek dat het verst teruggaat in de geschiedenis, dat van Bart Van Loo. Zonder Bourgondiërs tenslotte geen Nederlanders of Belgen.
Wie zijn wij? Geert Mak vroeg het zich aan het einde van zijn reis ook af. Hoewel veel is gebeurd sinds de verschijning van In Europa (een kredietcrisis, een Brexit, een pandemie, een oorlog in Europa) zijn sommige van zijn conclusies verrassend actueel. Hij zag een Europa dat eigenlijk het omgekeerde was van de Verenigde Staten: een werelddeel met een veelheid van regels voor ogenschijnlijk futiele zaken, „van de dikte van fietsbanden en de ladderlengte voor glazenwassers tot en met de samenstelling van een reep chocola en de bereidingswijze van geitenkaas”, maar zonder gemeenschappelijk buitenland- en defensiebeleid. Kan het actueler? Maar wat Europa boven alles nodig had, zag Mak, was een gemeenschappelijk verhaal. „Mensen hebben verhalen nodig om het onbegrijpelijke te vatten, om hun noodlot een plaats te geven.”

boekentop-50
Dit zijn de 50 beste Nederlandstalige boeken van de 21ste eeuw
De boekenredacties van NRC en De Standaard vroegen aan professionele lezers wat zij de 50 beste Nederlandse boeken van de 21ste eeuw vonden. In delen van 10 tellen we af van 50 naar 1.

Boekentop-50
Oproep: wat zijn jóuw favoriete Nederlandstalige boeken van de 21ste eeuw?
De boekenredacties van NRC en De Standaard vroegen aan professionele lezers wat zij de 50 beste Nederlandse boeken van de 21ste eeuw vonden. Maar wat zijn jouw favoriete Nederlandstalige boeken van de 21e eeuw?
