Om kwart voor vier ’s nachts hoort Edgar Roozemaal (37) de bel meermaals gaan. Het zullen wel weer een paar „zatlappen” zijn, denkt de Arnhemmer die in de binnenstad woont. Pas als de hulpdiensten aanstalten maken om met een stormram de deur te forceren, komt hij door de herrie in actie, in de veronderstelling dat hij de nachtbrakers zal aantreffen. „Maar toen ik de deur opendeed, kwamen de brandweermannen en de rook al binnen.” Als hij eenmaal buiten is en langs de SoLow loopt, ziet hij dat deze feestwinkel waar de brand begonnen zou zijn, „in een grote vuurzee” is veranderd.
De oorzaak van de brand is nog niet bekend; bronnen melden aan De Gelderlander dat er „sterke aanwijzingen zijn” dat de brand aangestoken zou zijn. Zo zouden er, vlak voor de brand uitbrak, personen gezien zijn. De schade is enorm. Van circa 25 woningen en winkels, waaronder panden uit de achttiende en negentiende eeuw, weet de brandweer dat ze niet meer te gebruiken zijn. „We beginnen met slopen, maar we weten niet waar het eindigt”, laat de brandweer donderdag aan persbureau ANP weten. Rond twee uur ’s middags is de brand onder controle, maar het vuur is nog niet uit. Verder is er geen asbest vrijgekomen tijdens de brand.
Lees ook
Geen melding van vermisten bij grote brand in Arnhem, vermoedelijk geen slachtoffers
Samen met andere geëvacueerde bewoners meldt Roozemaal zich donderdagochtend eerst bij de nabijgelegen McDonald’s. Maar ook die plek blijkt te gevaarlijk. Ondertussen trappen hulpdiensten ook de deuren van andere woningen in, ziet Roozemaal. Donderdagmiddag zit hij samen met tachtig tot honderd Arnhemmers in de kantine van het stadskantoor. Voor hem op tafel ligt een tasje van de gemeente met verzorgingsproducten, zoals een tandenborstel. Rond het middaguur krijgen de bewoners van de huizen die niet zijn afgebrand, te horen dat ze pas in of na het weekend naar huis mogen.

Kitten
Maxime Jacobs (28) staat op de binnenplaats van het stadskantoor. Om haar heen staan verschillende cameraploegen en journalisten. Ze mogen niet naar binnen, om zo de slachtoffers rust te geven. Jacobs wil wel uitleggen wat er is gebeurd. Ze woont een huizenblok bij de SoLow vandaan. „Ik hoorde ‘politie, opendoen!’ en overal sirenes buiten.” Ze komt meteen in actie: schoenen aan, handtas mee. Het lukt haar om een kat mee te grijpen, maar haar kitten schiet uit schrik weg. Gelukkig lukt het haar later alsnog om ook de kitten mee te krijgen, zegt ze zichtbaar ontroerd. De katten zitten inmiddels veilig in een kooitje in de kantine.
De slachtoffers op het stadskantoor zoeken steun bij elkaar. Het helpt om stomme grappen te maken, zegt Jacobs. Het allerbelangrijkste is dat iedereen in leven is, zegt ze, maar ze zou het ook „zuur en kut” vinden als haar laptop het niet meer doet. „Mijn scriptie voor de studie toegepaste psychologie staat op mijn laptop en ik heb geen back-up.”
Ook Ilana ten Have (21) studeert nog. Ze woont in een studentenhuis iets verderop, twee blokken van de plek van de brand. Haar huisgenoot werd wakker van de rook en liep haar kamer in om het raam dicht te doen. „Ik zag een vurige bol, echt niet normaal, maar ik hoorde verder niks, dus ben maar weer gaan slapen.” Even later ontruimt de politie het studentenhuis, waarna Ten Have voor haar gevoel in een soort oorlogsgebied terecht kwam. „Een huisgenoot grapte nog dat we onze mooiste kleren aan moesten doen voor als het huis zou affikken.” De studenten krijgen de vraag van de hulpdiensten of ze buurtbewoners wakker kunnen bellen, maar ze hebben eigenlijk alleen het nummer van de buren, die al naar een hotel zijn gevlucht. „We gaan morgen op wintersport, maar we weten überhaupt niet of we onze spullen mogen ophalen. Al maak ik me vooral zorgen over een slaapplek voor vanavond.”

Vliegtuig
In de buurt van het stadskantoor ligt de Lauwersgracht, een stadsmeer, waar drie brandweermannen water uitpompen voor de bluswerkzaamheden. „We pompen 4000 liter per minuut op”, zegt de jongste brandweerman, die nog niet eerder betrokken was bij „zo’n grote inzet”.
Sander Wind is projectleider van platform binnenstad Arnhem. Hij denkt al na over wat er moet gebeuren als alles straks is opgeruimd. „De panden zijn helemaal uitgebrand. Dus ik vrees dat de gevels gesloopt gaan worden. Maar het is ook een kans. Op andere plekken in de stad zijn ook echt heel mooie oude panden die opnieuw worden opgebouwd.”
Maar, zo geeft hij toe, snel zal het herbouwen niet gaan. Eerst moeten verzekeraars onderzoek doen. „Maar jaren? Dat gaan we niet toelaten. Alle betrokken partijen en de gemeente zitten op een lijn. Zelfs onze burgemeester heeft het eerste vliegtuig terug naar huis genomen, want die was met vakantie.”
