De Chinese architect Liu Jiakun (68) wint de Pritzker Architecture Prize van 2025. Voor zijn gebouwen die „het dagelijks leven van mensen vieren”, krijgt hij de architectuurprijs die in het vak wereldwijd als de hoogste eer wordt gezien.
Liu heeft niet zozeer een stijl, schrijft de jury, maar eerder een strategie. De bestaande omstandigheden zijn belangrijk in zijn werk, hij gebruikt vooral materialen die „gewoon zijn, hedendaags, goedkoop en lokaal”, aldus de jury. Zijn strategie berust niet op een vaste methode maar op een manier van evalueren wat er nodig is, en wat er mogelijk is.
In 1999 richtte Liu zijn eigen bureau op in Chengdu, zijn thuisstad. Met Jiakun Architects voltooide hij ruim dertig projecten in China, waaronder musea, openbare ruimtes en universiteitsgebouwen.
Een van zijn grootste projecten is West Village in de miljoenenstad Chengdu uit 2015. Het is een hofcomplex met ruimte voor cultuur, sport, vrije tijd, kantoor en winkels. Met vijf verdiepingen, veel begroeiing van gras en bamboe en ruimte voor fietsers en voetgangers, is het complex bescheiden en simpel. „In steden worden functies vaak gescheiden, maar Liu Jiakun kiest de tegenovergestelde benadering, en heeft een delicate balans gevonden waarmee hij alle dimensies van het stedelijk leven integreert in één complex”, aldus Pritzker-juryvoorzitter Alejandro Aravena. Jiakun „maakt gebouwen, infrastructuur, landschap en publieke ruimte in één.”
Het West Village project in Chengdu. Foto Ng Han Guan/ AP
Aardbeving
In China werd Liu Jiakun bekend na de aardbeving in Sichuan van 2008, waarbij 70.000 mensen omkwamen. De architect maakte nieuwe bakstenen van een mix van het aardbevingspuin, lokaal graan en cement. Hij noemde ze ‘rebirth bricks’, bakstenen van wedergeboorte. Met de bakstenen kon het gebied opnieuw worden opgebouwd, was het idee.
In 2009 maakte Liu Jiakun een gedenkhuisje voor een vijftienjarige leerling die was omgekomen bij die aardbeving. Het Hu Huishan Memorial doet in vorm denken aan noodhulptenten die in rampgebieden worden opgezet. Binnen zijn spullen van de leerling te zien: een rugzak, een sjaal, aantekeningen. Het monument „is een uitdrukking van persoonlijke emotie, maar ook van een collectieve herinnering”, aldus Liu.
De jury van de Pritzker Prize looft hoe de architect laat zien „hoe architectuur een middenweg kan vinden tussen realiteit en idealisme”, voor het opnemen van lokale oplossingen in universele visies, en „voor het ontwikkelen van een taal die een sociaal- en klimaatrechtvaardige wereld beschrijft”.
Schrijvers hebben het relatief makkelijk. Als zij iemand willen laten vliegen, hoeven ze het niet visueel te maken. Ze schrijven het op en het gebeurt, in overtuigende drukletters. We leven mee met Walt, de hoofdpersoon in Paul Austers roman Mr. Vertigo, die al op de eerste pagina te horen krijgt dat hij zal leren vliegen maar er dan nog een bladzijde of zestig over doet voordat hij (spoiler alert) een beetje van de grond komt. We stellen geen vragen als Harry Potter halverwege het eerste boek voor het eerst opstijgt met zijn bezemsteel. En we halen opgelucht adem als de dertienjarige vogelaar Peter Watson in Roald Dahls verhaal The Swan aan twee sadistische pestkoppen weet te ontkomen dankzij de zwanenvleugels die zij zelf kort daarvoor aan zijn armen hebben vastgebonden.
In theorie is vliegen niet zo ingewikkeld, schrijft Douglas Adams in The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. Het is een kwestie van je laten vallen en vervolgens zorgen dat je de grond niet raakt. De kunst is om je tijdens de val zo te laten afleiden dat je vergeet dat je aan het vallen bent. Is de klap eenmaal afgewend, dan is het van groot belang om niet te luisteren naar omstanders, of naar stemmen in je eigen hoofd, die zeggen dat een mens niet op eigen kracht kan vliegen. „It is vitally important not to believe them or they will suddenly be right.”
In de verbeelding is alles mogelijk. Hoezo, zwaartekracht? Maar wat schrijvers in het vage kunnen houden, zullen schilders en beeldhouwers concreet moeten maken. In de beeldende kunst moet de verbeelding worden verbeeld. Dus hoe ziet dat eruit, een vliegend mens? Een schilder of tekenaar kan iemand zomaar in de lucht hangen, alsof hij inderdaad afgeleid is geraakt terwijl hij viel, maar het verschil met iemand die wel degelijk ter aarde stort is dan niet of nauwelijks te zien. Het helpt enorm als de figuur gevleugeld is. Dan weet de kijker: hier wordt welbewust gevlogen.
Een enkel duister creatuur heeft vleermuisvleugels, maar verreweg de meeste vliegende mensachtigen in de kunstgeschiedenis hebben vleugels die op die van vogels lijken. Vleugels met veren zijn ons bekend, daarvan begrijpen we in één oogopslag wat de bedoeling is.
Overtuigende vleugels
Caravaggio was er heel goed in, die schilderde levensechte vogelvleugels op mensenformaat. Op jongensformaat, meestal. In zijn eerste versie van Mattheüs en de engel uit 1602 (alleen nog in reproductie te bekijken omdat het origineel in de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan) hangt er een jongetje nét niet landerig tegen de bovenarm van de evangelist, mee te kijken en zelfs bij te sturen wat Mattheüs zoal neerpent. De jongen heeft twee grote witte vleugels aan zijn rug hangen en die hangen daar goed, die ogen volkomen vanzelfsprekend.
De Amor die Caravaggio in hetzelfde jaar schilderde – een uitdagende naakte minderjarige waarmee een kunstenaar vandaag de dag niet meer zou wegkomen – lijkt al net zo op zijn gemak met zijn donkere verenvleugels. De punt van zijn linkervleugel rust zó natuurgetrouw en flexibel op zijn opgetrokken bovenbeen dat het onrealistische hier even realistisch is geworden.
Hoe stellig wijlen Ron Brandsteder ook zong dat engelen niet bestaan, in de Bijbel zijn ze overal
De jonge boogschieter Amor (of Cupido) is een figuur uit de Griekse mythologie, maar als je in de kunst vanaf pakweg 500 na Christus een gevleugelde figuur ziet, heb je meestal te maken met de christelijke variant, de engel. Hoe stellig wijlen Ron Brandsteder ook zong dat engelen niet bestaan, in de Bijbel zijn ze overal: hemelse boodschappers en intermediairs, mensachtige figuren die onmenselijk verschijnen, neerdalen en opstijgen. Mattheüs wordt door een engel gedicteerd of bij de schrijfhand genomen. In de Annunciatie komt een engel aan Maria vertellen dat ze in verwachting is. Jakob raakt met een engel in gevecht en Tobias wordt op een lange, zware tocht door de aartsengel Rafaël bijgestaan. Zo blijven ze opduiken. Het is Gods Woord tegen dat van Ron Brandsteder.
Van de meeste engelachtigen wordt in de Bijbel geen precieze beschrijving gegeven. Ze zijn er ineens, man of androgyn, vaak in hemels licht, en door hun verschijning daar en dan is duidelijk dat ze boodschappers van God zijn. In de tekst is zelden sprake van vleugels, maar in de schilder- en beeldhouwkunst zijn vleugels zo ongeveer het eerste waaraan je een engel herkent. Die hebben kunstenaars er dus bij verzonnen, waarschijnlijk geïnspireerd door hun Griekse en Romeinse voorgangers, die figuren als Nikè en Amor al gevleugeld weergaven.
Anthony van Dyck, ‘De bewening van Christus’, 1935 (detail).
Foto Heritage Images
Overtuigende vleugels konden ze meestal wel maken, de oude meesters: Caravaggio ging het goed af, maar Rembrandt, Dürer, Lucas van Leyden en Anthony van Dyck ook. Van Dyck schilderde in De bewening van Christus (1635) een treurende blonde engel die zijn gezicht verbergt in een zwarte doek. De draperie loopt van de handen voor zijn gezicht via zijn arm naar zijn linker vleugel, die stevig uitgeklapt overeind staat op zijn blote rug.
Aanhechting
Het was door dit schilderij dat ik me begon te interesseren voor de aanhechting van engelenvleugels in de kunst. Want als je eenmaal een goede vleugel kunt maken, hoe zet je die dan vast aan de rug of schouderbladen? Waar laat je huid in veren overgaan? Hoe construeer je vleugels die er even vanzelfsprekend uitzien als ledematen, als lichaamsdelen die gewoon zo zijn gegroeid?
De meeste kunstenaars laten ons in het ongewisse. Ze geven engelen van voren weer, of schuin van voren, en dan zie je wel de uitstekende vleugels maar niet de bevestiging. Nogal wat engelen dragen bovenkleding, wat de vraag oproept of er dan op de rug twee gulpen in hun gewaad of harnas zitten, waar elke ochtend bij het aankleden (voorzichtig met de veren!) de vleugels doorheen worden gestoken. Maar ook als de rug en schouderbladen zichtbaar zijn, zoals bij Van Dyck, wordt het aanhechtingspunt nog vaak aan het zicht onttrokken door de vleugels zelf – soms heel geraffineerd en realistisch door de eerste donsveertjes.
Vorige maand zag ik Matthias Grünewalds beroemde Isenheimer altaar uit 1510-1515 in het echt en verbaasde me over een musicerende engel in een van de zijluiken. Om een zichtbare overgang tussen mensenlichaam en vleugels te vermijden heeft Grünewald daar doodleuk het hele engelenlijf van een verendek-achtige vacht voorzien. In dat bontgekleurde Pino-pak wordt de engel met zijn viola da gamba een soort laatmiddeleeuwse Songfestivalact: eerder curieus dan overtuigend.
Het Isenheimaltaar van Matthias Grünewald, 1510-1515. Linksboven de musicerende engel. Foto Musée Unterlinden, Colmar
Kon je maar zien hoe het onder dat verendek zat, zoals bij een geplukte kip. Spieren, botjes, pennen. Maar een engel plukken geeft geen pas. Behalve in Hollywood. De special effects-afdelingen van speelfilms deinzen nergens voor terug, die maken alles wat je verzinnen kunt zichtbaar tot in de ongemakkelijkste details. In de derde X-Men-film The Last Stand (2006) krijgen we het personage Archangel in een flashback als kind te zien. Zijn vader bonst op de deur terwijl de jongen, dan nog Warren geheten, zich heeft opgesloten in de badkamer. Als de vader de deur geforceerd heeft, ontdekt hij dat zijn zoon in paniek bezig was om met een groot mes de ontkiemende vleugels van zijn rug te snijden. Op de vloer liggen witte donsveertjes en plasjes bloed. Dan zwenkt de camera van de jongen naar de spiegel naast hem en zien we zijn achterkant. Een rug zonder vleugels, met alleen nog de aanhechtingspunten. Daar heb je wat je zocht. Careful what you wish for. Dan misschien toch liever een beeld in woorden, suggestief maar niet plastisch. Van Ellen Deckwitz bijvoorbeeld, die haar gedicht ‘Bij de rand’ besluit met de zin ‘Mijn rug jeukte, ik dacht / nu komen vast mijn vleugels door.’
Lopend door musea en kerken blijf ik op vleugels letten. Soms zitten ze aan de schouders vast in plaats van aan de schouderbladen. Dat lijkt me niet lekker vliegen. Soms zitten ze juist veel te dicht bij elkaar in het midden van de rug: vogelvleugels in een scherp gevouwen vlinder-v. Ook niet handig. En als je bedenkt dat ze in het luchtruim een heel lichaam te dragen hebben, zijn de meeste engelenvleugels in de schilder- en beeldhouwkunst eerder te klein dan te groot.
Vrienden en collega’s kijken met me mee. De kunstchef van NRC, in Venetië voor de Biënnale, stuurde me afgelopen winter een foto van een bronzen engel die daar oorspronkelijk de punt van de klokkentoren van de San Giorgio Maggiore sierde. Zo hoog komt niemand, moet de maker van dat beeld hebben gedacht. De details doen er niet zo toe. Hij gaf de engel een aureool als een tractorstuur en hing de vleugels aan zijn rug met stevige scharnieren, als een soort staldeuren. In de beeldende kunst kan het er ook heel prozaïsch aan toe gaan.
Paniek. Om het Pinkpopterrein op te komen heb je een polsbandje – heb ik – én een papieren festivalticket nodig – heb ik niet. En juist deze derde dag op Pinkpop 1998 speelt de band waar ik eigenlijk voor kom: Deftones. Vrienden zijn alvast maar het terrein op gegaan, ik besluit te wandelen en er niet meer aan denken. Uren later vind ik de vrienden weer, die hadden bedacht wat we meteen hadden kunnen doen: er gaan er twee naar binnen, eentje komt naar buiten met hun twee papieren tickets en zo kunnen we alsnog allemaal naar binnen.
Ze zeggen wat ik wil horen: Deftones viel tegen hoor. Zanger Chino Moreno was aan de coke, de band speelde rommelig. Niks gemist.
Lief, maar 27 jaar later weet ik dat dat niet klopt, want Pinkpop is begonnen hun archieven op Youtube-kanaal Pinkpoparchives te zetten en het hele concert van Deftones staat er op. Ruim drie kwartier, met een setlist waarin ze bijna heel hun briljante album Around the Fur speelden, retestrak, vol vuur en energie. Moreno heeft inderdaad schoteltjes in z’n ogen, maar zingt er niet minder om. En nu we weten dat die stuiterende bassist Chi Cheng een aantal jaar later na een auto-ongeluk zou overlijden, is het extra bijzonder. Vooral als je er bij was… Een klein beetje pijnlijk om dat uitzinnige publiek door de telkens over de hoofden scherende camera te zien, maar toch mooi om het op deze manier alsnog een beetje mee te maken, ruim een kwarteeuw later en in full hd. Je zou zo thuis op de bank gaan meespringen.
Een ei voor Anouk
Er staan meer parels op het kanaal, opgenomen door de NTR door de jaren heen. Zoals ruim twintig minuten Soundgarden in 1992, met een verschrikkelijk bevlogen Chris Cornell in de gietende stortregen – en godzijdank zonder het tenenkrommende interview achteraf met Jan Douwe Kroeske („Chris, it’s so loud… what do you want to reach with this noise, do you want to spread aggression?”). De moeite zijn ook de concerten van Faith No More (1995), Faithless (1999), Rammstein (1997) met nog maar een klein beetje vuurwerk, Queens of the Stone Age (2003), Alanis Morissette (1999) die je zelfs in de coulissen ziet wachten tot ze op gaat en Anouk (1998) die al bij het opkomen een ei op haar shirt krijgt – ze gaf geen krimp en besloot aan het eind van dat eerste nummer de rest van de show zonder shirt te spelen. Een van de sterkste middelvingers die een artiest op dat podium kon geven aan een deel van het publiek dat niet mee wilde bewegen met de muziek – ook gemist, ik kwam pas bij NOFX weer het terrein op. Van veel oudere shows staan losse songs online, zoals van de J Geils band, Dire Straits, Sinead O’Connor, Mink Deville, The Specials en Herman Brood.
Ook een van de meest legendarische Pinkpopshows staat online: Rage Against the Machine in 1993. Het meeste daarvan stond al op Youtube, maar nog niet in z’n geheel en niet in full hd, hoewel de camera’s van die tijd dat natuurlijk nog niet wisten. Rage had net hun explosieve debuutplaat uitgebracht en stond tot de tanden bewapend met riffs en ritmes in Landgraaf op het hoofdpodium – ze zouden daar een jaar later een kleine aardbeving veroorzaken, maar in 1993 maakten ze alvast de scheuren in de aarde.
Wat er nog meer komt is onbekend. Op het moment van schrijven staat een concert van Underworld in de wacht om over een paar dagen online te komen. „Omroep NTR heeft het festival opgenomen en uitgezonden, en meer dan 1500 Pinkpop-optredens vastgelegd. Veel daarvan zijn nu beschikbaar op het Pinkpop Archive kanaal”, schrijven ze. In de aankondigingsvideo zie je in elk geval beelden van klassieke shows van The Prodigy, Pearl Jam, de Rolling Stones, Bruce Springsteen, Live, Radiohead, Pink en Kensington.
En het beste: je hebt er geen papieren kaartje voor nodig. Dat lag trouwens, bleek bij het inpakken, onder m’n luchtbed.
Mijn Virtual Reality-opera From Dust is geselecteerd voor het Cannes Film Festival. Na de Nederlandse première in de Doelen afgelopen najaar, is dit onze internationale vuurdoop. Vandaag is het Press Day, de festivalopening van de categorie Expérience Immersive. Spannend!
In het chique Carlton Hotel is op etage min 3 een grote ruimte ingericht voor de immersieve werken. From Dust is een van de negen geselecteerde werken die meedingen naar de Award. Het is een interactieve VR-opera-installatie, waarin zes zangeressen van vocaal ensemble Sjaella de toeschouwer – of eigenlijk: deelnemer, mede-maker- door een wereld leiden die gevormd wordt door de keuzes die de toeschouwer maakt. Ik ontmoet de publieksassistenten die de komende tien dagen de apparatuur zullen bedienen en bezoekers gaan helpen met de VR-headsets. Overal zijn developers nog bezig met laatste aanpassingen om alles op tijd klaar te krijgen.
In het hotel krioelt het van de filmsterren. Ik stap zo vaak mogelijk in de lift in de hoop Jennifer Lawrence, Jeremy Strong, Robert De Niro of Quentin Tarantino tegen te komen, maar vooralsnog zonder succes.
De eerste groep journalisten arriveert en wordt aan ons voorgesteld. De reacties op From Dust zijn positief; mensen vinden het een tof project. Yes!
Lees ook
Hoe voelt het om het middelpunt te zijn van een opera? In nieuwe VR-opera ‘From Dust’ krijgt iedere bezoeker een persoonlijke AI-wereld
Daarna snel door naar de openingsborrel van het curators network, een groep programmeurs die door het festival is uitgenodigd op een enorme catamaran in de haven. Ik ben behoorlijk gesloopt en glip na een uurtje ongezien van het jacht. Aram Balian, de managing director van onze producerende stichting doubleA, neemt de honneurs waar. Op deze publiciteitsdagen voel ik van binnen een soort dubbelganger ontstaan: een socialere, enthousiasmerende versie van mijzelf.
Michel van der Aa won in Cannes de Award voor het beste immersieve werk
Foto Eleonora Paciullo
Terug in mijn hotelkamer verander ik weer in de maker, de twijfelaar. Ik weet nog twee uurtjes te componeren – therapie om dat verstikkende gevoel van naderende deadlines tijdelijk te verjagen. Volgens mijn horloge heb ik vandaag 21.000 stappen gezet, mijn laptop laat zien dat ik 20 seconden muziek heb gecomponeerd.
Woensdag 14 mei Premièredag
We hebben fietsen gehuurd (Hollanders!) om heen en weer te pendelen tussen het Carlton Hotel en het jacht met curatoren. Dit blijkt een slecht idee: alles is hier eenrichtingsverkeer, en agenten met mitrailleurs schreeuwen op elke straathoek onverstaanbare instructies naar ons.
From Dust is de komende tien dagen helemaal uitverkocht. Niet alle VIP’s hebben kaartjes kunnen bemachtigen, dus tijdens de lunchpauze smokkelen we een paar curatoren naar binnen. Cannes is vooral een soort markt, iedereen probeert iets te verkopen of kopen.
Op een grote catamaran doen Aram en ik elk half uur de pitch van From Dust tijdens speeddates met curatoren. Meestal voel je al snel of het enige kans van slagen heeft. Een aantal curatoren lijkt geïnteresseerd te zijn in een presentatie op hun festivals in Hongkong, Seoul of Wales.
Op een andere plek in de haven is de Innovation Village. Hier geven we samen met een curator van het Los Angeles Music Center een presentatie over ons werk en de rol van mixed reality in muziektheaterwerken. We zitten onder de moeder van alle airconditioning-units en we verstaan elkaar amper.
Terug in het hotel beantwoord ik nog snel wat urgente e-mails en componeer ik weer verder. Voor het slapen gaan kijk ik nog een aflevering van Andor, een serie over de opkomst van een fascistische samenleving.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Van der Aa ziet in Cannes een soort dubbelganger van zichzelf ontstaan: een socialere, enthousiasmerende versie
Foto Eleonora Paciullo
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Van der Aa ziet in Cannes een soort dubbelganger van zichzelf ontstaan: een socialere, enthousiasmerende versie
Foto Eleonora Paciullo
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26150847/data132850229-3920fa.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8h1C8S1GBAvLOukShNZ67d-nSlE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26150847/data132850229-3920fa.jpg 1920w”>Van der Aa ziet in Cannes een soort dubbelganger van zichzelf ontstaan: een socialere, enthousiasmerende versie
Foto Eleonora Paciullo
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Cannes is als een soort markt, ziet Michel van der Aa: iedereen is er om te kopen, of verkopen
Foto Eleonora Paciullo
” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Cannes is als een soort markt, ziet Michel van der Aa: iedereen is er om te kopen, of verkopen
Foto Eleonora Paciullo
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26150849/data132850306-a65edc.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/michel-van-der-aa-bracht-zn-vr-opera-naar-cannes-en-won-tien-minuten-later-staan-we-giechelend-op-de-boulevard-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/rD2hHS3hoYWpSTdEQ-dpIjR5tOM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26150849/data132850306-a65edc.jpg 1920w”>Cannes is als een soort markt, ziet Michel van der Aa: iedereen is er om te kopen, of verkopen
Foto Eleonora Paciullo
Foto’s Eleonora Paciullo
Donderdag 15 t/m dinsdag 20 meiTerug in Nederland: deadlines
De ochtenden houd ik zoveel mogelijk vrij om te componeren. Telefoon uit, internet geblokt op mijn computer. Ik werk parallel aan twee stukken: een voor Calefax en veertig andere rietkwintetten wereldwijd voor hun 40-jarig jubileum, en een nieuwe opera die volgend jaar bij DNO in première gaat. Ik ram akkoorden op de piano en zing hard en vals mee – fijn om zanglijnen voor mijn opera’s fysiek te voelen.
Audities voor het filmdeel van de nieuwe opera. Samen met mijn vaste dramaturg Madelon Kooijman lezen we met een aantal acteurs een sleutelscène in de opera. We casten twee rollen.
In de WhatsApp-groep van de publieksassistenten in Cannes lees ik mee hoe het ondertussen gaat met From Dust. Hier en daar een technische hick-up, maar die worden snel opgelost.
Woensdag 21 meiLaatste voorbereidingen
Voor het red carpet-moment na de prijsuitreiking morgen moeten alle mannen verplicht in smoking verschijnen. Die heb ik niet, dus moet ik er snel eentje huren.
Overleg met de 3D-ontwerpers die de virtuele scènes bouwen voor de filmopname van mijn opera in juni. Welk type auto moet ons hoofdpersonage krijgen, en welke kleur? Na het bekijken van tientallen digitale modellen valt de keuze op een rode Skoda.
Ik probeer nog wat te componeren, maar zit met mijn hoofd te veel in Cannes. Dan maar naar de sportschool om even te beulen op de roeimachine.
Leuk nieuws, een aantal zangers van vocaal ensemble Sjaella, die de muziek in From Dust uitvoeren, komt morgen ook naar Cannes. Een gulle donateur heeft aangeboden hun vluchten te betalen.
‘s Avonds nog even jammen met mijn jongste zoon, hij op gitaar, ik op bas. Rage Against the Machine, The Strokes en Metallica.
Donderdag 22 meiAward Ceremony
Terug in Cannes. Aram regelt snel toegangspasjes voor de Sjaella-zangers. In de lunchpauze zien ze From Dust voor het eerst en staan ze oog in oog met hun digitale tweelingen – een regelrechte out-of-body experience.
Dan de Award Ceremony, in een luxe restaurant op het strand. Na een korte nacht neem ik op nuchtere maag een glas wijn, en door het geruis van de zee raak ik langzaam in gedachten verzonken. Hoe ga ik de overgang tussen die twee scènes maken waaraan ik de laatste dagen heb gewerkt? De voorzitter van de jury noemt de winnaar. Het gegil van de Sjaella-zangers om me heen brengt me terug op aarde. Wacht, wat? We hebben gewonnen! Mijn telefoon ontploft met felicitaties; blijkbaar is het persbericht uitgegaan.
In een strak geoliede machine worden we opgelijnd voor een haag van fotografen op de beroemde trap van het Palais des Festivals. Uit de luidsprekers knalt Dua Lipa, onze namen worden omgeroepen als winnaars van de Award voor het beste Immersive work. Op een levensgroot scherm zien we close-ups van onze gezichten. De camera’s flitsen; we draaien ons om naar een andere groep fotografen. Hoe moet ik mijn handen eigenlijk houden? Bovenaan de rode trap worden we vriendelijk via een zijuitgang het gebouw uit geloodst. Tien minuten later staan we giechelend op de boulevard, tussen de andere smokings en galajurken. Did this really happen?