
‘Denemarken, Holland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië en West-Duitsland zouden een federale staat moeten vormen. Amerika kan er genoeg geld tegenaan gooien om te helpen, want we krijgen daar dan iets succesvols, sterks en robuusts voor terug. Maar [Europese] politico’s heffen hun handen ten hemel, vol angst en hopeloosheid.”
Dit schreef de Amerikaanse generaal Dwight Eisenhower, de geallieerde oorlogsheld die begin 1951 door president Truman naar Europa was teruggestuurd als NAVO-opperbevelhebber, op 24 november 1952 in zijn dagboek. President Trump, die deze week beweerde dat de EU is opgericht „om Amerika te naaien”, heeft ongetwijfeld geen zin om The Eisenhower Diaries te lezen. Feiten interesseren hem niet, en al helemaal niet als ze zijn verhaal weerleggen. Maar voor Europeanen is dit juist nu aanbevolen lectuur. Het toont hoezeer, onder een tamelijk vergelijkbare, dramatische dreiging vanuit Moskou, de Amerikanen toen juist alles deden om de Europese integratie van de grond te krijgen en te steunen, terwijl ze nu ongelooflijk venijnig en vijandig doen. Trumps haat tegen Europa is ongeëvenaard. Hij vertelt niet voor niets sprookjes. Hij wil de EU kapotmaken. Hij weigert EU-leiders te ontmoeten, doet alleen zaken met nationale leiders en promoot pro-Russisch, Trumpiaans extreem-rechts in alle lidstaten. Hij liegt over handelscijfers. Van deze man heeft Europa niets goeds te verwachten. Hoe sneller we dat beseffen, hoe beter. Op eigen benen staan, Europese belangen verdedigen – dit is nu cruciaal.
Trump schat de macht van Europa hoger in dan Europeanen zelf
Alleen al in het hoofdstuk ‘NAVO’ spat het bij Eisenhower van elke bladzijde af: hoezeer de Amerikanen destijds hebben gesmeekt en met geld gesmeten zodat West-Europa eensgezind Amerika zou helpen om het communistische gevaar te keren. De Europeanen hadden elkaar net uitgemoord, het continent lag in puin, de oostelijke helft was al door de Sovjet-Unie ingepikt – en nog bleven West-Europese leiders ruziemaken en weigeren om samen in defensie en een politieke toekomst te investeren. Hun onderlinge wantrouwen was zo enorm dat de Amerikanen eens dreigden om de Marshallhulp af te blazen. Eisenhower steunde zelfs de oprichting van een Europese Defensie Unie (die Frankrijk later afschoot). Op 11 juni 1951 noteerde hij: „Ik heb langzaamaan begrepen dat het veiligheidsprobleem in Europa nooit goed opgelost kan worden totdat er een Verenigde Staten van Europa is.”
Dit zijn profetische woorden, die vandaag een sterke resonantie hebben. Dat Trump nu het omgekeerde nastreeft van wat Eisenhower wilde, is verhelderend en instructief. Kennelijk ziet hij Europa – niet Rusland, niet China – als grootste bedreiging voor zijn MAGA-imperium. Voor Europa is dat een dubbel compliment. Een: hij ontmantelt onafhankelijke justitie, knecht onafhankelijke media, laat oligarchen toezicht houden op zichzelf en schat daarbij de EU met zijn Europese waarden kennelijk in als het grootse obstakel op zijn niet-rechtsstatelijke pad. Europa moet die handschoen trots oppakken. Twee: hij schat de macht van Europa hoger in dan Europeanen zelf. Ook geweldig. Europa zal die macht moeten gebruiken om zich staande te houden in een wereld die mede door toedoen van potentaten als Trump nog maar om één ding draait: het recht van de sterkste. Wat meer zelfvertrouwen kunnen Europeanen goed gebruiken.
Als Trump in Europa een formidabele tegenstander ziet, kan hij die krijgen. Allereerst moet Europa zorgen dat Oekraïne overeind blijft. Als Oekraïne valt, zal Rusland vermoedelijk EU- en NAVO-landen aanvallen. Verder moet er als de sodemieter een eigen, Europese defensie worden opgezet. Dat gebeurt al, maar het moet sneller en efficiënter. Met Europese investeringen in de wapenindustrie, met geharmoniseerde wapenaankopen (zodat landen elkaar kunnen helpen) en een Europese veiligheidsdienst die echt tanden krijgt. Ten derde moet de Europese economie worden hervormd en versterkt. Dat betekent: eindelijk de kapitaalmarktunie opzetten, industriepolitiek voeren, regeldruk verminderen, innovatiever worden en een slimmer migratiebeleid optuigen, èn digitale giganten streng blijven reguleren: als de rest van de wereld het verdomt, moet Europa het doen.
Eisenhower had dat allemaal toegejuicht. „Een meer verenigd Europa”, schreef hij, „is essentieel voor welzijn en veiligheid van de vrije wereld”.
