Op de deur van mijn werkplek, vlak boven de klink, zit een sticker geplakt van Bob Ross, de bekende landschapschilder met zijn grote bos rossig kroeshaar, die in de jaren tachtig een gemoedelijk tv-programma had waarin hij tips gaf aan zijn kijkers. „There are no mistakes, just happy little accidents”, zei hij altijd.
Ik krijg altijd een prettig, optimistisch gevoel bij het zien van die sticker op de deur, het helpt me om aan de slag te gaan zonder te veel na te denken over wat het resultaat moet zijn van wat ik doe, en of het allemaal wel goed genoeg is; gedachten die je soms helemaal kunnen lamleggen.
Het gekke is: de laatste weken en maanden, met al het nieuws over de grote politieke aardverschuivingen in de wereld, moet ik steeds vaker aan Bob Ross denken. Niet eens uit nostalgie, of omdat zijn idyllische boslandschappen lonken als toevluchtsoord uit de harde werkelijkheid. Het heeft met iets anders te maken: met het gevoel van machteloosheid dat me kan overvallen, als ik de berichten hoor over Oekraïne en Rusland, Israël en Gaza, president Trump die Oekraïense grondstoffen opeist, en Gaza, Groenland en het Panamakanaal wil inlijven. En dan al die radicale nationalistische partijen die overal ter wereld maar verder blijven oprukken.
We maken het einde van een tijdperk mee, hoor je steeds vaker, de ineenstorting van de internationale rechtsorde zoals die sinds de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd, en de terugkeer van nationalistische machtspolitiek. En ja, de afgelopen decennia bestond er natuurlijk ook machtspolitiek, maar die liet zich begrenzen door de tegenkrachten die in een democratische rechtsstaat zijn ingebouwd: het parlement, de rechterlijke macht. De hele grondgedachte van de democratische rechtsstaat – dat de macht niet bij één politicus of partij ligt, ook niet als die de meerderheid van de stemmen heeft gekregen, maar altijd door de wet beperkt wordt, en verdeeld is over uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende instanties – dát principe wordt nu overal in de wereld aangevallen. „Wij zijn de wet”, dreigde Trump afgelopen week tegenover de gouverneur van Maine.
Alleen maar meer
Het zorgwekkende is: van al die rechtsstaat-schendende politici kun je moeilijk meer beweren dat hun kiezers niet wisten op wie ze stemden. We hebben het allemaal jarenlang kunnen volgen: Wilders die de grondrechten van Nederlandse burgers met een islamitische achtergrond wil inperken; Trump die verkiezingsfraude probeerde te plegen en zijn achterban ophitste het Capitool te bestormen. Het lijkt allemaal niet meer uit te maken. Hun aanhangers staan erbij te juichen. Het werden er alleen maar meer.
Geen wonder dat veel mensen daar een moedeloos gevoel van krijgen. Alsof we staan te kijken naar een orkaan die een heel dorp wegblaast, een smeltende gletsjer die in zee glijdt – wat kunnen we daar als individuele burgers in vredesnaam nog aan veranderen?
Het lijkt soms futiel, maar het heeft wel degelijk zin
Dat is vaak het moment waarop Bob Ross in mijn hoofd opkomt, die blije eikel die ons aanmoedigde om onverstoorbaar door te gaan, ook al is er op het doek een enorme verfveeg beland die het hele idyllische landschap onherstelbaar lijkt te hebben beschadigd. Hopeloos naïef, zou je zeggen, die half-stonede hippie die zei dat dingen alleen onherstelbaar zijn, als je gelooft dat ze onherstelbaar zijn.
Maar in feite werken de mechanismen van macht precies zo. Macht werkt als mensen geloven dat een persoon, of een partij, zo machtig is dat weerstand bieden geen zin heeft. Net zoals een briefje van 100 euro alleen wat waard is als iedereen gelooft dat die waarde daaraan verbonden is.
Geloof hem niet, zei New York Times-columnist Ezra Klein over Trumps nieuwe regering. Trumps hele strategie is bedoeld om te overdonderen, te suggereren dat niemand hem kan tegenhouden. Zodra genoeg mensen ‘nee’ zeggen, in het parlement (dat in Amerika ook bij minderheid wetgeving kan tegenhouden), in de rechterlijke macht, en vooral onder de bevolking – dan krijgt het verhaal van een president die de ‘wil van het volk’ uitoefent onmiddellijk een deuk; precies op de plek waar populistische machthebbers kwetsbaar zijn.
Daarmee wil ik de risico’s van opstandigheid tegen autoritaire regimes niet bagatelliseren. Nee zeggen kan in sommige landen levensgevaarlijk zijn. Maar in de landen waar autoritaire regimes hun macht nog moeten bestendigen, is er vaak nog ruimte om tegenwicht te bieden. En zelfs in gevestigde autoritaire regimes blijkt uit de geschiedenis dat als die hun gezag louter op gewelddadige repressie baseren, dat op langere termijn nooit is vol te houden. Er is altijd een of andere vorm van machtslegitimatie nodig: moreel of religieus, met grote mythische verhalen over een strijd tussen goed en kwaad, of het ontstaan van de natie.
Als een regime overgaat tot gewelddadige repressie van de eigen bevolking, is dat meestal een teken van crisis van de macht. Het nietsontziende geweld van Assad tegen zijn eigen bevolking in Syrië, luidde het eind van zijn regime in. En over het algemeen geldt dat het ernstigste geweld in de geschiedenis juist plaatsvindt in periodes dat er geen gezag is, geen gevestigde macht; tijdens oorlogen en revoluties.
Zelfs dictaturen zijn kwetsbaar voor protesten vanuit de eigen bevolking. De demonstraties in de DDR in 1989, die vanuit de kerken begonnen en elke week groter werden, konden niet zomaar door het regime met geweld worden onderdrukt. De Stasi probeerde uit alle macht demonstranten tot rellen uit te lokken, dan zou ze een legitieme reden hebben om in te grijpen. Maar de demonstranten waren hierop voorbereid. Ze bleven gedisciplineerd geweldloos, ongevoelig voor intimidatie, en stug doorgaan.
Zwakke weerstand
De situatie in de Verenigde Staten en in Nederland is niet te vergelijken met die in de DDR veertig jaar geleden. Oppositiegroepen kunnen zich volop laten horen – en doen dat gelukkig ook. Maar het viel wel op dat vlak na de verkiezingen de weerstand in zowel Nederland als de VS erg zwak was, alsof de oppositie meteen het hoofd liet hangen.
Dat fenomeen zie je ook vaak terug in de geschiedenis: oppositiepartijen die de confrontatie niet aangaan. Murwgeslagen, moegestreden, zwichtend voor intimidatie, of simpelweg vanuit opportunisme, passen ze zich aan – terwijl juist in die eerste fase, vlak na de verkiezingen, het zinvol is om tegenwicht te bieden.
Beroemd is het voorbeeld van de politieke partijen van de Weimarrepubliek, die zich in de vroege zomer van 1933 vrijwillig ontbonden – niet de socialisten en communisten; die werden genadeloos door de nazi’s vervolgd – maar de middenpartijen, de liberalen en de christendemocraten, die uit eigen beweging hun conclusies trokken. Historicus Sebastian Haffner, een van de meest scherpzinnige tijdgenoten van Hitler, schreef over Hitlers weg naar de macht: „Al zijn successen heeft hij behaald op tegenstanders die niet in staat of die niet bereid waren om werkelijk verzet te bieden.”
Dit lijkt mij de meest zinnige vergelijking met het naziverleden die op dit moment gemaakt kan worden. Het gebrek aan strijdbaarheid van de democratische partijen: dáár zouden we over moeten nadenken.
Dat heeft een stuk meer zin dan het eindeloze geruzie over wie er het meest op de nazi’s lijkt. Al die fascisme-vergelijkingen zijn vooral bedoeld om tegenstanders verdacht te maken, om ze een plek op het democratisch podium te ontzeggen. Daarmee devalueren ze de geschiedenis.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128619705-6fc7dc.jpg|https://images.nrc.nl/H2RSNFq7B9PbrrMyFN8S1fYJlRY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128619705-6fc7dc.jpg|https://images.nrc.nl/64QtLNPd_xXB0PBTRCeywkyA4Zo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128619705-6fc7dc.jpg)
Daar is nu nóg een ongewenst effect bijgekomen: al die plechtige waarschuwingen voor Wilders en Trump als pure fascisten, hebben bijgedragen aan het gevoel van machteloosheid dat veel mensen hebben. Want als je echt gelooft dat al die miljoenen kiezers van Trump en van de PVV en al die andere nationalistische partijen welbewust voor het fascisme kozen, dan is de enige conclusie dat grote delen van de bevolking de democratie verwerpen, en nog erger: dat ze overtuigde fascisten zijn.
Ja, dan lijkt weerstand inderdaad geen zin meer te hebben. Dan kunnen alle mensen die gehecht zijn aan de democratie zich maar beter terugtrekken in de eigen leefwereld, kiezen voor wat in nazi-Duitsland innere Emigration heette.
Grote instemming
We moeten er rekening mee houden dat het anders zit. Van die Trump-aanhangers en PVV-stemmers laten allerlei onderzoeken zien dat ze zichzelf juist wél als democraten zien: voor hen zijn het de EU, de deep state of ‘linkse rechters’ die de Nederlandse democratische zelfbeschikking ondermijnen, bijvoorbeeld op migratiebeleid. Dat was ook de reden waarom vanuit die hoek met grote instemming werd gereageerd op de speech van JD Vance in München, waarin hij precies deze nationaal-populistische invulling van democratie verdedigde.
Tegenmacht bieden hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn
Tegen die visie valt van alles in te brengen, maar het punt is: de overgrote meerderheid van degenen die op radicale nationalistische partijen hebben gestemd, zijn gehecht aan het principe van democratie. En dat biedt reden tot hoop.
In Nederland, en in de meeste Europese landen, leeft de bevolking niet onder een autoritair regime dat met geweld de eigen burgers onderdrukt – en in Amerika ook (nog) niet. Daarom is het niet alleen voorbarig, maar ook schadelijk, als mensen zich gaan aanpassen aan een onderdrukking die er feitelijk nog niet is, zoals de Amerikaanse historicus Timothy Snyder betoogde in zijn boek Over tirannie. De angst voor een autoritair regime wordt dan een self fulfilling prophecy.
Voor wie nuchter kijkt naar de situatie waarin de meeste westerse landen zitten, is de uitdaging vooral te zorgen dat de democratische rechtsstaat weerbaar blijft. Ook als er machthebbers zijn die proberen om tegenmachten in het parlement, de rechtspraak, de journalistiek en onder de burgers zelf buitenspel te zetten.
Die weerbaarheid begint met iets heel simpels: door je niet te laten ontmoedigen. Niet te denken dat het toch geen zin heeft, dat het allemaal niet meer te redden valt. Of te denken dat als er zulke enorme aardverschuivingen gaande zijn in de wereld, dat de tegenkrachten wel net zo groot zullen moeten zijn. Dat is een misvatting. In een wereld die steeds meer om machtspolitiek draait, hoeven de democratische tegenmachten niet van gelijke schaal te zijn. Juist niet, zou ik zeggen: autoritaire, gecentreerde machtspolitiek heeft het veel moeilijker met diffuse, veelstemmige tegenkrachten, die weigeren zich tegen elkaar op te laten zetten.
Onverschrokken zijn
Tegenmacht bieden hoeft helemaal niet zo groots of ingewikkeld te zijn. Het is, als het goed is, zelfs erg plezierig. Het begint met uiting te geven aan wat je belangrijk vindt, waar je je zorgen om maakt, van wie je houdt. En daar onverschrokken in te zijn, je niet te laten intimideren.
Elk gesprek, elke bijeenkomst, elke demonstratie: ook al gaat die over heel iets heel kleins, het behoud van een bibliotheek in het dorp, of iets groters, woningnood, klimaat, aandacht vragen voor slachtoffers van oorlogsgeweld – het kan allemaal helpen. Ja, zelfs een kleine steunbetuiging bij een bericht op sociale media, of met z’n allen verkassen naar een ander platform. Het lijkt soms futiel, maar ik denk dat het wel degelijk zin heeft. Als genoeg mensen het doen, kan het tot de ineenstorting leiden van een wereldwijde propagandamachine, waarvan we als gebruikers domweg kunnen zeggen: daar doen we niet meer aan mee.
Al dit soort acties zijn kleine en grotere knooppunten die bij elkaar opgeteld een netwerk vormen, een veelheid aan tegenmachten. En zolang díe er zijn, en zolang ze niet van plan zijn om te wijken, is dat genoeg reden om erop te vertrouwen dat we niet gedoemd zijn om af te glijden naar een dictatuur. Genoeg reden om trouw te blijven aan wat ons lief is, moed te houden voor die kleinere en grotere gebaren. En dan zullen we merken – want ook dat is wat de geschiedenis vaak heeft laten zien – dat de macht zich daar uiteindelijk naar zal moeten schikken.
Lees ook
Houding VS werkt als shocktherapie voor Europa – vier atlantici over hoe nu verder
