De gokkantoren weten het zeker: zondagnacht wint No Other Land de Oscar voor beste documentaire. Israëlische en Palestijnse filmmakers documenteerden samen vier jaar lang de wreedheden van Israëlische militairen en kolonisten in Masafer Yatta, een Palestijnse bedoeïenengemeenschap op de Westelijke Jordaanoever. De film won al zestig prijzen, waaronder de grote prijs van het filmfestival van Berlijn, en is „de must-see documentaire van het jaar”, schreef NRC. Maar toch is de aanstaande winst bij de Oscars gek. No Other Land is namelijk helemaal niet uitgekomen in de VS.
Een stekelige film over een stekelig onderwerp: waar No Other Land komt ontketent-ie een discussie. Toen de Israëlische co-regisseurs bij de Berlinale kritiek leverden op Israël, werd hun film van antisemitisme beticht. No Other Land werd besmette waar, geen grote Amerikaanse distributeur durfde zich eraan te branden. Amerikanen kunnen de film alleen zien in programma’s van festivals en filmhuizen, dankzij kleine, onafhankelijke distributeurs. Dit is geen uniek geval. Hetzelfde gebeurde met twee andere films op de shortlist van de Oscars: The Bibi Files, over Benjamin Netanyahu, en Union, over vakbondsvorming van Amazon-medewerkers; voorbeelden van de politisering van de Oscars dit jaar. En van hoezeer de keuzes van de Academy contrasteren met het dominante politiek discours in de VS.
„De meest politieke Oscarnominaties ooit”, kopte de BBC na de bekendmaking van de kanshebbers. Van de tien films genomineerd voor de Oscar voor beste film, zijn zeker zeven films expliciet politiek – en dat is een zuinige schatting. Emilia Pérez bevat drugsgeweld en een openlijk trans hoofdpersoon. Conclave gaat over de verkiezing van een paus, inclusief botsingen tussen liberalen en conservatieven. The Substance gaat over destructieve schoonheidsidealen, I’m Still Here over dictatuur, The Brutalist over de Holocaust en migratie. Er is zelfs iemand genomineerd als jonge Donald Trump: Sebastian Stan speelt de president als amfetamineverslaafde verkrachter in de zeer kritische biofilm The Apprentice.
Stemadvies van Spike Lee
De Oscars zijn altijd politiek geweest. Sterren geven dankspeeches alsof ze de VN toespreken, hun knuisten wit om gouden beeldjes. Maar er is ook een opwaartse trend: nominaties en winnaars van de Oscars worden politieker.
In de eerste dertig jaar van de filmprijs was 34 procent van de genomineerden expliciet politiek, bleek uit dataonderzoek van The New York Times in 2019. In de afgelopen dertig jaar 41 procent. Daarnaast worden politieke films vaker beloond. Apolitieke films hebben 15 procent winstkans, politieke films 19.


En de afgelopen jaren zijn er steeds meer uitschieters. 2019 was een perfect storm: een verkiezingsjaar, na drie jaar Trump. 75 procent van de genomineerde films was expliciet politiek volgens de telling van The New York Times. De ceremonie werd notoir activistisch, regisseur Spike Lee gaf stemadvies toen hij won voor BlacKkKlansman: „Sta aan de goede kant, do the right thing.”
Dit jaar (en vorig jaar) evenaart het percentage van 2019. Dat komt deels omdat het stempubliek – de Academy of Motion Picture Arts and Sciences – de afgelopen jaren activistischer en internationaler werd.
In 2015/16 wees de twittercampagne #Oscarssowhite erop hoe weinig mensen van kleur er werden genomineerd. Mensen stemden op wat ze herkenden, en 94 procent van de Academy-leden was wit, 86 procent boven de vijftig, 77 procent man. Om meer diversiteit te brengen werd het ledenbestand van de Academy uitgebreid, van vijfduizend naar tienduizend, met jonge, frisse filmmakers van diversere afkomst. Dat had dus het bedoelde effect: de selectie en winnaars werden inclusiever – maar de films politieker. Dat laatste hing natuurlijk ook samen met het opkolken van wereldproblematiek. Elk jaar had zo zijn politieke thema: Covid, de Russische agressie, Israël en Gaza. Regisseur Jonathan Glazer won vorig jaar met holocaustdrama The Zone of Interest en hield een controversiële speech: „Wij weigeren te accepteren dat onze Joodse identiteit en de Holocaust worden gekaapt voor een bezetting die tot een conflict leidt voor zovelen.”
Lees ook
Jonathan Glazer moet zich kunnen uitspreken
Billenkoek
Dit jaar komt veel samen. In Oekraïne en Gaza zijn de oorlogen nog niet voorbij, het inferno van Los Angeles bracht de klimaatcrisis wel heel dichtbij. Tegelijk lijken de dominante progressieve waarden van Hollywood in het gedrang te komen met de terugkeer van MAGA en Trump.
Hollywood, dat Trump groot maakte als realityster, is mikpunt van zijn hoon: Trump noemde het sinds 2016 „een ramp” en „out of touch”. Afgelopen januari, één dag voor zijn inauguratie, stelde hij drie ‘ambassadeurs’ aan als zijn ‘ogen en oren’ in Hollywood: onverdachte, brommende veteranen als Sylvester Stallone, Jon Voight en Mel Gibson. De laatste ontdekte dat via X en huiverde op Fox verlekkerd: „Pappie komt thuis en heeft zijn broekriem al klaar.” Al dan niet na billenkoek, voorspelt Trump zelf dat er een „Gouden Eeuw van Hollywood” zal volgen.
Grote filmstudio’s als Disney en Warner Bros reageren op dit veranderde politieke klimaat door, al dan niet stilzwijgend, diversiteitsdrift in de ban te doen. ‘Woke’ is een vies woord geworden. Zo kondigde Pixar, die met Inside Out 2 de grootste filmhit van 2024 maakte, vorig jaar al aan meer ‘universele’ verhalen te maken – geen specifieke, culturele verhalen meer dus.


Zakelijk Hollywood volgt het publiek, maar de leden van de Academy missen dat winstmotief en zetten voorlopig de hakken in het zand. Ze hebben daarbij het voordeel van relatieve anonimiteit: de stemming is anoniem, ze worden niet persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor een activistische uitslag. Maar voor de Oscar-uitreiking is dat een zeker risico. De kijkcijfers van de ceremonie dalen al jaren. In 2014 keken er nog veertig miljoen mensen, vorig jaar negentien miljoen – en dat was een relatief goed jaar. De voornaamste reden is dat er vaker films worden beloond die weinig mensen hebben gezien: internationale films, kunstfilms. Of „protestfilms”, zoals Emilia Pérez-hoofdrolspeelster Karla Sofía Gascón schreef in haar verguisde tweets. Volgens een peiling uit 2018 haakten veel Republikeinen af vanwege hun onwelgevallige politiek: zei 39 procent van de reageerders te zullen afhaken om die reden. In een film als No Other Land komt alles samen: door zo’n film (terecht) te bekronen, zet de Academy weer een stap buiten de Amerikaanse ‘mainstream’. En wordt de Oscar meer een internationale arthouseprijs.
