Ahoy is nu ook het podium voor rolstoeltennissters

Reportage

ABN Amro-toernooi Diede de Groot (26) is ‘s werelds beste rolstoeltennister. Deze zaterdag speelt zij op het centercourt van het ABN Amro-toernooi in Rotterdam. „Dat we überhaupt onderdeel van dit toernooi zijn, is heel belangrijk.”

De Nederlandse rolstoeltennisster Diede de Groot in haar partij tegen landgenote Aniek van Koot.
De Nederlandse rolstoeltennisster Diede de Groot in haar partij tegen landgenote Aniek van Koot.

Foto Henk Seppen / Orange Pictures

Als Aniek van Koot na éen uur en 23 minuten op matchpoint een dubbele fout slaat, breekt een glimlach door op het gezicht van Diede de Groot. „Game, set and match”, klinkt het door de microfoon van de scheidsrechter op court 2 van Ahoy. Er volgt een bescheiden applausje van de tientallen toeschouwers op de bijbaan waar vele stoeltjes leeg bleven. „Het was speciaal en toch ook wel spannend om mijn eerste partij in Rotterdam te spelen”, stelt De Groot afloop. „Dat we überhaupt onderdeel van dit toernooi zijn, is heel belangrijk.”

Diede de Groot is de grote naam bij het rolstoeltennis voor vrouwen op het ABN Amro-toernooi. Ze staat zaterdag om 10.30 uur op het centercourt in de finale tegen de Japanse Yui Kamiji. Terwijl de mannelijke profs aan hun vijftigste editie bezig zijn en de mannelijke rolstoeltennissers voor de vijftiende keer om de titel strijden, maken de vrouwen hun debuut in Rotterdam. Grotendeels te danken aan toernooidirecteur Esther Vergeer die daarvoor achter de schermen streed bij de internationale tennisfederatie ITF. „Het was tijd dat dit podium ook voor vrouwen werd geopend”, zegt Vergeer. „Ik heb hier zelf nooit kunnen spelen, maar ik gun dat plezier graag aan Diede de Groot. Ik ben er trots op dat dit is gelukt.”

Het voelt voor Vergeer (41) een beetje alsof ze zichzelf ziet spelen als ze naar De Groot (26) kijkt. Twee iconen uit twee verschillende tijden. Beiden bijkans onverslaanbaar als rolstoeltennissters, beiden geboren in Woerden. „Als je ver wilt komen in deze sport, dan moet je uit Woerden komen”, zegt Vergeer gekscherend in een lounge in het vip-dorp. „Nederland heeft van oudsher altijd sterke speelsters gehad”, zegt De Groot. „De ene generatie trekt zich op aan de andere. Ik train nu weer bij het Nationale Tennis Centrum in Amstelveen samen met junioren, zodat zíj van mij kunnen leren.”

Vinger aan de Pols

Vergeer beaamt de woorden van De Groot. Voor haar was Chantal Vandierendonck (58) een voorbeeld. Die raakte op haar achttiende als talentvolle tennisster gewond bij een auto-ongeluk en zette haar loopbaan voort in een rolstoel. Ze veroverde in 1988, in de anonimiteit, een gouden medaille bij de Paralympische Spelen in Seoul, waar rolstoeltennis als demonstratiesport was toegelaten. Vergeer: „Ik deed in 2000 in Sydney voor het eerst mee aan de Paralympische Spelen. Maar de aandacht daarvoor was zeer gering. Daarvan werd een samenvatting uitgezonden bij Vinger aan de Pols. Een televisieprogramma voor medische zaken.”

Vergeer zorgde er met haar prestaties voor dat het rolstoeltennis op de wereldkaart kwam te staan. Ze was van april 1999 tot januari 2013 onafgebroken de nummer één van de wereldranglijst. Daarnaast zette ze sinds januari 2003 een recordreeks neer van 470 partijen waarin ze ongeslagen bleef. Op de Spelen van Londen won ze in 2012 haar vierde en laatste gouden medaille in het enkelspel. Dát was volgens Vergeer het ultieme podium. „Voor het eerst waren we gelijkwaardig. Was alles één geheel. Speelsters voor mij hebben barrières doorbroken en dat heb ik op mijn beurt weer gedaan voor de generatie van De Groot. We proberen de sport stapje voor stapje verder te brengen en daarbij is het van belang dat er voorbeelden zijn.”

Ik denk dat ik tegen Vergeer of De Groot geen game zou pakken

Richard Krajicek voormalig Wimbledon-winnaar

Op het moment dat er op glorieuze wijze een einde kwam aan de loopbaan van Vergeer, was De Groot een talentvolle tiener die via het talentenprogramma van ABN Amro aan haar loopbaan bezig was. De Groot werd geboren met een verkort rechterbovenbeen en een verkeerd aangelegde heup waardoor ze haar hele leven met een beenprothese loopt. Ze noemt het „misschien wel de meest ideale handicap” voor rolstoeltennis. „Ik was een jaar of zeven toen ik ging tennissen”, legt De Groot uit. „Hoe vaker ik ging spelen, hoe meer ik in contact kwam met Vergeer. Ik ontmoette haar bij haar Foundation en kreeg clinics van haar. Zo ontstond het idee om me ook helemaal te richten op het rolstoeltennis.”

Klasse apart

Vergeer en De Groot speelden nooit een wedstrijd tegen elkaar. Wie de betere van de twee tennissters zou zijn? „Vergeer natuurlijk”, zegt De Groot. „Die verloor immers nooit.” Vergeer weet dat nog niet zo zeker. „Ik denk zeker dat er een mooie rivalry tussen ons had kunnen ontstaan. De Groot is een klasse apart. Ze staat net als ik vrij eenzaam aan de top. Dat komt misschien omdat er relatief weinig speelsters zijn die deze sport professioneel beoefenen. Dan is het verschil sneller groter. Maar dat doet niets af aan haar inzet en kwaliteiten. Die zijn ongekend. Ik gun haar wat meer tegenstand.”

De Groot had in Ahoy in de eerste ronde helemaal geen tegenstander. Ze kreeg, tegen haar zin, een bye omdat een van de acht deelneemsters geblesseerd was afgehaakt. De Groot had daardoor aan een zege op haar landgenote Aniek van Koot (32) voldoende om de finale te bereiken. Van Koot was in het ‘interbellum’ tussen Vergeer en De Groot even nummer één van de wereld. „Nadat Vergeer was gestopt, was ik de beste, maar dat zijn de mensen kennelijk weer vergeten”, zegt Van Koot. „Maar ik snap dat wel. Dubbel is mijn ding. Daar heb ik mijn 23ste titel in gewonnen.”

De andere toernooidirecteur in Ahoy, Richard Krajicek, volgt met een schuin oog de verrichtingen van de rolstoeltennissers. „Naast Vergeer ziet mijn deelnemersveld er altijd slecht uit”, zegt hij vol zelfspot. „Zíj slaagt er wel in alle wereldtoppers in huis te halen.”

Krajicek stelt daarna op serieuze toon dat hij het van belang vindt dat er een platform is voor het Nederlandse rolstoeltennis. Zeker nu Nederland met Diede de Groot wederom over de beste speelster ter wereld beschikt. „Ik denk dat de sport de aandacht krijgt die zij verdient”, legde Krajicek uit. „Daar moeten wij ook nog stappen in maken. Het is onderdeel van ons toernooi. Er zijn geen speciale kaartjes voor in de verkoop, maar toeschouwers kunnen er wel kennis mee maken. Zo wordt op zaterdag voor het eerst een finale van de rolstoeltennissters op het centercourt gespeeld. En daarna volgen de mannen van de ATP-tour. Dat kan naast elkaar.”

Krajicek geeft toe dat hij als rolstoeltennisser waarschijnlijk niet de titel in Rotterdam zou hebben veroverd. „Ik heb dat in het verleden, toen ik nog fitter was, weleens geprobeerd. Je moet met je stoel constant in beweging zijn. Dat is al een hele kunst op zich. Ik denk dat ik tegen Vergeer of De Groot geen enkele game zou pakken. Hooguit zou ik wat punten kunnen pakken met een harde service. Je moet het daarom ook niet met het gewone tennis vergelijken.”

Vergeer is het met Krajicek eens. Hoewel de regels nagenoeg gelijk zijn – de bal mag twee keer stuiten in plaats van één keer – is het spel volgens haar wezenlijk anders. „Deze sport groeit heel geleidelijk een beetje. Je ziet geen services van 220 kilometer per uur. Het is wat dat betreft een andere discipline. Het is heel belangrijk dat je mobiel bent. Steeds zoekt naar de juiste oplossingen op de juiste momenten. Je moet een goed tactisch plan hebben.”

De Groot blijkt tegen Aniek van Koot over de juiste tactiek te beschikken. Al voelt ze wel de spanning van het spelen voor eigen publiek. Ook al zitten er aan het begin van de partij nog geen veertig toeschouwers langs de baan. De Groot probeert het spel te dicteren, maar komt een paar keer in de problemen. Even lijkt de tweede set uit haar handen te glippen, maar ze herstelt zich en wint met 6-3 en 6-4. Dat de publieke belangstelling zeer gering was, kan De Groot niet deren. Of de tribunes rond de hoofdbaan zaterdag wel vol zullen stromen, kan ze moeilijk inschatten. „Het is voor het eerst dat er rolstoeltennissers op het centercourt staan. Dat getuigt al van enorm veel lef.”