Fernanda Torres kreeg een Oscarnominatie voor ‘I’m Still Here’: ‘Ik heb als kind en tiener de militaire dictatuur meegemaakt’

Het gebeurde één keer eerder dat een moeder en dochter beide voor de Oscar voor beste actrice werden genomineerd: Judy Garland en Liza Minnelli, die het beeldje in 1972 won voor de musical Cabaret. Dit jaar is Fernanda Torres Oscarkandidaat met haar rol van Eunice Paiva in I’m Still Here, over een vrouw die zichzelf opnieuw uitvindt als haar man Rubens in 1971 verdwijnt tijdens de militaire dictatuur.

Ze treedt daarmee in de voetsporen van haar moeder Fernanda Montenegro, die in 1999 een Oscarnominatie kreeg als Dora in Walter Salles’ film Central do Brasil, een verzuurde dame die op road trip gaat met een zwerfjochie.

In I’m Still Here – eveneens een film van Walter Salles – komt Montenegro even in beeld als de oudere Eunice Paiva, die in de epiloog kampt met alzheimer. Het is bepaald niet de eerste keer dat moeder en dochter de bühne of het witte doek delen. Zo speelde Montenegro in het feministische epos Casa de Areia (2005, elders uitgebracht als House of Sand) grootmoeder Maria en haar dochter Áurea op oudere leeftijd; Fernanda Torres speelde de jonge Áurea en kleindochter Maria.

Als we haar in september spreken, gaat Fernanda Torres – kwikzilver, vrolijk, brede gebaren – stralen als we over haar moeder beginnen. „Mijn ouders hebben mij gedwongen om te acteren, ik wilde zelf liever dokter worden. Maar ze sloegen me en sloegen me en sleurden me steeds weer dat podium op. Een circusgezin, dan weet je het wel.” Een theatrale zucht. „En dan moesten ze mij ook nog zo nodig Fernanda noemen. Mijn moeders artiestennaam is Fernanda, mijn vader, een acteur, regisseur en producer, heet Fernando. Heel raar, alsof ik hun kloon ben. Ik betaal me nog steeds blauw aan psychotherapeuten.”

Maar eerlijk? Ze is gewoon dol op theater, zegt Torres. „We werden opgevoed in de coulissen. Aan de dinertafel repeteerden pa en ma Arthur Miller, Eugene O’Neill, Nelson Rodriguez, Beckett. Ik acteer zelf al vanaf mijn dertiende in een theatergroep. Zolang ik me herinner wilde ik actrice zijn, en zo werd ik de partner van mijn eigen moeder. We deden samen toneelstukken, we deden avant-garde, we deden een stuk waarin we elkaars hart opaten, we doen films, we gaan samen naar de dokter voor check-ups.”

Grandes dames

Fernanda Torres, nu 59 jaar, kan zich de Oscarnominatie van haar moeder nog prima herinneren, zegt ze. „Ik belde haar vlak voor het Oscargala. Ze zei: nou, alles prima hier, maar wat een gedoe. Ik ben nu zeventig en heb alles nu wel gedaan wat ik in het leven kan doen. Het is tijd dat ik wat rust neem.” En nu? „Dit jaar las mijn moeder de door haarzelf geredigeerde autobiografie van Simone de Beauvoir voor. Eerst voor dertig man in een kamertje, toen voor honderd man, toen voor duizend man. Vlak voor ik naar Venetië vloog, heeft ze het Guinness Book of Record gehaald met de grootste filosofische lezing ooit gehouden, voor 15.000 mensen in Ibirapuera park [in São Paulo]. 94 jaar oud! Ik denk dat ma zo rond haar honderdste pas echt op stoom komt.”

Fernanda Montenegro is dé grand dame van Braziliaans theater, televisie en film, maar dochter Fernanda Torres doet inmiddels niet veel voor haar onder. Als 20-jarige won ze in Cannes al de Gouden Palm voor beste actrice met Love me Forever or Never, een toneelfilm over de liefde. Ze was de ster in een van Braziliës populairste series, het satirische Os Normais, en schreef een door de literaire kritiek geprezen bestseller, bij ons vertaald als Einde.

In januari won ze zeer verrassend de Golden Globe als beste actrice in een drama voor I’m Still Here, maar Torres geldt niet als Oscarfavoriet: dat lijkt een strijd te worden tussen Demi Moore (The Substance) en Mickey Madison (Anora).

Toch is Eunice Paiva in I’m Still Here wellicht haar belangrijkste rol. Een actuele film, vindt ze. „Ik heb als kind en tiener de militaire dictatuur nog meegemaakt, censuur was een issue in ons gezin. Ik herinner me dat pa een musical produceerde, met kostuums en veertig man op het podium. Twee maanden repeteerden ze, maar één dag voor de première zei de censor: ‘Nee, gaat niet door’. We waren bijna bankroet. Ik weet nog dat ik als meisje van zeven speelde in een kamer vol kostuums die wachtten op de dag dat de voorstelling wel mocht doorgaan. Het is er nooit van gekomen.”

Terreur

„Soms kwam de terreur best dichtbij. Mijn vader had een partner in een theatergroep in São Paulo die verdween omdat hij linkse guerrillastrijders hielp. Hij overleefde in de gevangenis, maar niemand wist waar hij was. Mijn moeder werd op het hoofdkwartier van de inlichtingendienst in Rio ontboden, waar ze mensen martelden. Ze had een interview gegeven aan de Franse krant Libération. Mijn vader ging mee, en de ondervragers bleken dat interview stiekem te hebben getaped. Ze vroegen: ‘Waarom lacht u als de journalist iets zegt over de regering?’ Mijn vader zei: ‘Spoel even terug. Dat is iemand anders die lacht, aan een andere tafel.’ Ze kwamen er goed vanaf, maar er hing altijd zo’n vage dreiging boven je hoofd. Een soort achtergrondruis.”

Het lijkt vergeten in het huidige Brazilië, zegt Fernanda Torres. Met name bij jongeren. „Die vinden [de radicaal-rechtse ex-president] Bolsonaro cool. We zijn vergeten hoe het was, met de Koude Oorlog en militaire junta’s die tienduizenden burgers lieten verdwijnen. Jongeren hebben geen idee wat onderdrukking is, en hun geheugenverlies wordt actief aangemoedigd door fake news op sociale media en door die James Bond-schurk Elon Musk. Daarom is een film als deze belangrijk. Marcelo Paiva schreef de biografie van zijn moeder Eunice waarop de film is gebaseerd, want ze begon zelf dingen te vergeten door alzheimer. Ik zie een parallel tussen het geheugenverlies van Eunice en het collectieve geheugenverlies van Brazilië.”