‘Nationale dialoog’ haalt Syrië nog lang niet van de reanimatiezaal

Het oogde goed: honderden Syriërs uit allerlei lagen van de bevolking die maandag en dinsdag, ruim twee maanden na de val van het wrede bewind van president Assad, in het Volkspaleis op een heuvel in Damascus met elkaar vreedzaam de toekomst van hun land bespraken. Ahmed al-Sharaa, de voorlopige president, sprak zelfs van een „nieuwe historische fase”, die met deze ‘nationale dialoog’ is begonnen.

„God zij dank, het Volkspaleis is weer terug bij het volk”, riep een deelnemer. Dat was precies wat Al-Sharaa graag hoorde. Voor hem was dit een welkome gelegenheid om critici, die hem sinds zijn machtsovername in december verdenken van autoritaire neigingen, te laten zien dat hij de Syriërs graag inspraak gunt. Was zo’n democratische exercitie onder het oude regime immers niet ondenkbaar geweest?

Niet uitgenodigd

Toch was er ook meteen kritiek. Wat was het nut van enkele uren praten in workshops met zo veel mensen over grote thema’s als een nieuwe grondwet, hervorming van staatsinstellingen, de rechtspleging, de economische wederopbouw en de rol van het maatschappelijk middenveld in het nieuwe Syrië? Temeer omdat de meeste deelnemers pas een paar dagen voor de bijeenkomst een uitnodiging hadden ontvangen en zich dus niet erg hadden kunnen voorbereiden.

Belangrijker misschien nog: de voornaamste Koerdische groepen, met name het Syrische Democratische Front (SDF) dat een groot deel van Noordoost-Syrië in handen heeft, was niet uitgenodigd voor de bijeenkomst. Het SDF liet dan ook bij voorbaat weten zich niet gebonden te achten aan uitkomsten van het beraad in Damascus.

Dit weerhield de conferentie in Damascus er niet van in een slotverklaring te stellen dat wapens uitsluitend in handen van een professioneel nationaal leger zouden moeten zijn. Elke andere gewapende groep zou moeten worden beschouwd als „buiten de wet”. Zo namen de spanningen met de SDF door de bijeenkomst eerder toe dan af.

De conferentiedeelnemers riepen verder Israël op zich van Syrisch grondgebied terug te trekken, nadat Israëlische militairen in december een deel van de gedemilitariseerde zone op de Hoogvlakte van Golan hadden bezet. In plaats daarvan voerden Israëlische vliegtuigen echter dinsdagavond bombardementen uit in Zuid-Syrië, volgens legerwoordvoerders op militaire doelen. Israël verduidelijkte naderhand dat het niet van plan is om Syrische militairen of milities te tolereren in het zuidelijke grensgebied. Bij de bombardementen zouden twee Syriërs zijn gedood.

Ahmed al-Sharaa, de voorlopige president van Syrië, sprak van een „nieuwe historische fase” die met de ‘nationale dialoog’ is begonnen.
Khalil Ashawi/Reuters

Sancties

Ook op het terrein van de economische wederopbouw blijft Syrië met enorme obstakels kampen, met name omdat de Verenigde Staten nog vasthouden aan allerlei sancties. Qatar, dat eerder had toegezegd geld beschikbaar te stellen voor de salarissen van Syrische ambtenaren, wacht daar nog mee zolang niet zeker is of het daarmee geen Amerikaanse sancties overtreedt, zo meldde het persbureau Reuters woensdag. Vooral het Amerikaanse Congres wil dat Al-Sharaa, die een jihadistisch verleden heeft, eerst bewijst dat hij Syrië echt op het democratische pad wil helpen voordat de sancties kunnen worden opgeheven.

De Europese Unie was eerder deze week toeschietelijker. De ministers van Buitenlandse Zaken besloten de EU-sancties op het gebied van energie, transport en banken op te heffen. Maar ook Europese bedrijven zullen, net als Qatar, terughoudend blijven met activiteiten in Syrië zolang de Amerikaanse sancties gelden.

Stroom en water

Intussen heeft de regering-Trump de situatie voor de Syrische machthebbers zelfs nog verder bemoeilijkt door haar plotselinge sluiting van USAID. De hulporganisatie nam ongeveer een kwart van de kosten van de distributie door diverse VN-organisaties van voedsel, water en medicijnen voor miljoenen Syriërs voor haar rekening. Hierdoor dreigen veel Syriërs daarvan nu verstoken te blijven, juist ook in het door Koerden beheerste noordoosten.

Zo blijven Al-Sharaa en zijn mensen, die ondanks het begin van de ‘nationale dialoog’ nog altijd een democratisch mandaat ontberen, voor een gigantische uitdaging staan. Vaak slagen ze er nog niet in om essentiële diensten, zoals stroom en water, bij de burgers te krijgen. Velen moeten het met een paar uur elektriciteit per dag doen.

Ook Al-Sharaa zelf maakte daar dinsdag in het Volkspaleis geen geheim van. Zijn land, erkende hij ruiterlijk, ligt nog altijd „op de reanimatiezaal”.


Lees ook

Wederopbouw van Syrië is zeer lastig zonder opheffing van sancties door VS en EU

Mensen staan ​​in Douma, een voorstad van Damascus, in de rij om brood te kopen, nadat  Bashar al-Assad uit Syrië is verdreven.