Column | Wéér af- en aankoppelen

‘Had je het al gezien?” In de deurpost van zijn woning in Etten-Leur wijst Ruud van Nederkassel (37) naar de stickers geplakt op de buitenkant van twee caravans, geparkeerd aan de overzijde van de straat. „Aandacht gewenst”, staat erop in rode letters. En het verzoek van de gemeente om ze binnen een week „uit het openbaar gebied te verwijderen”.

„Zitten er sinds gisteren op”, zegt Van Nederkassel beteuterd.

De caravans, klassieke Bürstners uit de eighties, zijn gedoneerd aan de stichting waarvan hij samen met strafrechtadvocaat Peter Schouten oprichter is. Team Thomas, „de ANWB voor daklozen”, bedoeld om dak- en thuislozen in Breda en omgeving te helpen aan tijdelijke huisvesting – max drie maanden. Twee jaar geleden was Thomas de eerste en inmiddels heeft de stichting zo’n vijftien mensen geholpen die om allerlei redenen – zoals gebrek aan een postadres – niet terecht konden in de gemeentelijke opvang.

De eerste daklozen, vertelt Van Nederkassel, hielp de stichting met hotelovernachtingen. Daarna kreeg ze dankzij giften de beschikking over een camper en drie caravans.

Alleen, waar laat je die? Artikel 5.6 van de APV: het is verboden een recreatievoertuig langer dan drie dagen te plaatsen op openbaar terrein. En campings – Van Nederkassel heeft er twintig gevraagd – willen geen daklozen op hun veldjes.

Aanvankelijk stonden de caravans op het eigen terrein van een kringloopwinkel. In één verbleef een jong stel uit Sint Maarten dat Van Nederkassel had aangetroffen op het station. „Ze sliepen onderaan de trap.” Het stel was sinds twee jaar in Nederland en logeerde eerst bij een zus maar dat ging niet meer en toen belandden ze op straat. „Hij had alleen een bijbaantje als fietskoerier.”

Het stel was dolbij met de caravan, maar toen de eigenaar van de kringloopwinkel zijn parkeerplaatsen echt nodig had moesten ze verkassen. Drie weken konden ze terecht op andermans terrein en daarna toog Van Nederkassel ermee naar een veldje waar daklozen tot voor kort werden gedoogd. „Er waren nog de resten van een daklozenkamp te zien.”

Maar binnen vijf minuten stond het veld vol met boa’s. Niet hier, was de boodschap. Maar waar dan wél, vroeg Van Nederkassel. „Daar hadden ze geen antwoord op.” En hij zag de wanhoop in de ogen van het stel. „Dit gaat ’m dus ook niet worden…”

Wéér af- en aankoppelen en toen bracht Van Nederkassel ze naar een parkeerplaats bij station Prinsenbeek. Maar ’s middags kreeg hij een boa aan de lijn: het stel was op de bon geslingerd want overnachten in openbaar gebied is verboden. Sindsdien heeft Van Nederkassel geen contact meer met hen. En de caravans heeft-ie nu (leeg) voor z’n eigen huis gezet, waar ze dus óók weer weg moeten.

Zijn verhaal doet me denken aan de woningnood, maar ook aan al die overvolle caravanstallingen in ons land. Ik sprak daarover eens een voormalig rozenteler in Almere, die zich verbaasde over al die mensen die vele duizenden euro’s neertellen voor een slaapplek op wielen om die vervolgens 49 weken per jaar in zijn kas te laten staan.

Stel nou dat je al die caravans…

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.