‘Het is een stuk Limburgse cultuur dat je wilt doorgeven’

Reportage

Carnaval Corona zette carnaval tweemaal op een laag pitje. Nu kan het weer. Twee familieportretten uit Geleen.

Vinn (10) is geboren op 11-11. Hij houdt van „de gekke kleren die je kunt aantrekken”. Foto Chris Keulen

Daphne Neutelings: ‘Alles valt even van je af’

Vinn Boesten (10) was min of meer voorbestemd om fanatieke carnavalist te worden. Hij kwam ter wereld op de elfde van de elfde, de traditionele opening van het vastelaoves-seizoen. Een jaar eerder was nog mooier geweest, dan had hij niet 11-11-12 maar 11-11-11 als geboortedatum gehad.

Vinn houdt van carnaval. „Vooral vanwege het feestvieren en de gekke kleren die je kunt aantrekken.” In vorige jaren ‘was’ hij onder anderen Harry Potter en Rabbit Raider, het roze konijn uit het computerspel Fortnite. Dit jaar gaat Vinn gekleed als straaljagerpiloot. Wel een van de feestelijke soort. Zijn gezicht is geschminkt met grote rode, gele en groene confetti. Op andere momenten heeft Vinn een cape om en een steek op als lid van de jeugdraad van Sjtadsvastelaovesverening De Flaarisse.

„Fijn dat dat allemaal weer kan”, vindt vader Rob Boesten (39). „Tijdens corona kon hij alleen verkleed naar school. Toen hebben we thuis maar carnavalsplaten gedraaid en meegedaan aan een online carnavalsquiz. Die we ook hebben gewonnen trouwens.”

De Flaarisse kwam langs de huizen met carnavalsonderscheidingen. Die werden niet opgespeld, maar vanwege de vereiste afstand met een pizzaschep met lange steel overhandigd. Vinn kan kort zijn over carnaval tijdens corona: „Niet leuk.”

Vader Boesten was zelf ook ooit lid van de jeugdraad, maar bewaart even goede herinneringen aan de minder officiële carnavalsdagen. „Dat was feestvieren, maar ook spelen in zalen en op straat schieten met een klappertjespistool en verkleed verstoppertje doen.”

Ook moeder Daphne Neutelings kreeg in Beek, een dorp verderop, het carnaval met de paplepel ingegoten. „Ik zat er ook bij de harmonie en ook even bij de majorette.” Lachend: „Ik kon die stok heel goed opgooien. Of ik hem opving was een tweede.”

Vinn heeft ook een oudere broer, die wat minder heeft met carnaval. Boesten: „Hij kan maar een beperkte hoeveelheid geluid aan. Binnen kan het hem te veel worden.” Neutelings: „Daar hou je dan rekening mee. Het betekende soms opsplitsen als gezin.”

Maar dit jaar gaat hun oudste zoon toch naar het carnavalsbal op zijn middelbare school. Het jaarlijkse feest is iets heel moois, vinden zijn ouders. „Dat zit hem in het samenzijn”, vindt de vader. „Met z’n allen plezier hebben. Even geen stress”, vult zijn moeder aan. „Alles valt even van je af.”

Sinds Tygo (7) en Liam (8) er zijn, feesten hun ouders niet meer de hele nacht door. Foto Chris Keulen

Melanie Acampo: ‘Het is een stuk Limburgse cultuur dat je wilt doorgeven’

De als Harry Potter verklede Liam Acampo (8) gaat graag voorop tijdens carnaval. Hij houdt van de muziek. Zijn favoriet? „Snollebollekes”, roept hij meteen. Zijn zevenjarige broertje Tygo, gestoken in ‘Inuit’-kleding, blijft het antwoord wat het leukste is aan carnaval schuldig. Verlegenheid, zeggen zijn ouders. Maar tijdens carnaval valt die weg. „Bij zijn eerste optreden als lid van de jeugdraad van De Flaarisse vroeg ik of we even een foto konden maken”, vertelt vader Kai Acampo (38). „Maar ik moest maar even wachten. Hij liep in een polonaise en daar wilde hij mee doorgaan.”

Moeder Melanie Acampo (37) is blij dat alles weer als vanouds is. Want sinds de komst van Liam en Tygo vierden ze het fanatiek. „Het is een stuk Limburgse cultuur dat je wilt doorgeven. En de kinderen leren er ook veel van. Carnaval is een sociaal gebeuren. Het is functioneren en je houding geven binnen groepen.”

De vastelaovend (Carnaval) vieren doen ze ook in Geleen. Grote carnavalsevenementen in Maastricht of Venlo slaan ze over. Ook buurstad Sittard (in dezelfde gemeente) mijden ze. Zelfs die plaatsnaam uitspreken is een brug te ver. Liever hebben ze het over „Geleen-Noord”, als ze Sittard bedoelen. Het past in de lange traditie van plagen en pesten over en weer.

Dat Geleen met carnaval heilig is, heeft ook te maken met de „grote reünie” waar het feest elk jaar op uitdraait. Kai Acampo: „Je komt iedereen weer tegen. Ook mensen die ergens anders zijn gaan wonen, komen er speciaal voor terug.” Melanie Acampo: „Nu veel anderen ook kinderen hebben, helpt dat ook om weer in contact te komen.”

Een gezin hebben betekent wel een ander dagritme met vastelaovend. Eerder beginnen en niet meer doorgaan tot diep in de nacht. Hoewel: één avond brengt het stel de twee zonen naar opa en oma. Dan gaan ze met z’n tweeën op stap.

De Acampo’s zien het feest langzaam veranderen. Vrouwen als prins of in raden van elf kunnen helpen om de carnavalsverenigingen springlevend te houden. Maar over het oprukken van niet-traditionele vastelaoves-muziek hebben ze meer twijfels. „Aan de ene kant kan het helpen om jeugd te blijven trekken”, zegt Kai Acampo. „Aan de andere kant koesteren we de liedjes van hier, in het Geleense dialect.”

Als aan het einde van het gesprek de vraag wordt gesteld wie er nog ambities heeft om ooit prins te worden, gaat er een vinger vol overtuiging omhoog. Die van Tygo.