De Amerikaanse R&B en soulzangers Roberta Flack, bekend van de nummer 1-hits ‘Killing Me Softly With His Song’ en ‘The First Time Ever I Saw Your Face’, is maandag overleden op 88-jarige leeftijd. Dat maakte haar management bekend, zo melden internationale persbureaus en Amerikaanse media. Flack kondigde in 2022 aan dat ze stopte met zingen omdat ze de ziekte ALS had.
Flack was niet de eerste zangeres die het nummer ‘Killing Me Softly With His Song’ zong, maar wel de eerste die van het liedje een nummer 1-hit maakte. Het nummer werd oorspronkelijk begin jaren zeventig geschreven voor Lori Lieberman. Toen Roberta Flack het liedje echter in 1973 uitbracht, werd het een wereldwijde hit. Flack won met haar versie een Grammy. Later werd‘Killing Me Softly’ door veel artiesten nogmaals gecoverd, onder meer door Lauryn Hill van The Fugees in de jaren negentig.
De klassiek geschoolde zangeres en pianiste werd pas op late leeftijd bekend, toen haar versie van ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ door Clint Eastwood werd gebruikt in de soundtrack van zijn film Play Misty for Me uit 1971.
Het nummer ‘Feel Like Makin’ Love’ werd in 1974 wel oorspronkelijk door Flack uitgebracht en later gecoverd door veel R&B en popartiesten, onder wie D’Angelo en Roy Ayers.
„Ze is vredig gestorven, omringd door haar familie”, aldus de verklaring van het management van Flack. „Roberta heeft grenzen en records verbroken.”
Meer dan de helft van de landen die in 2022 afspraken de natuur te beschermen, heeft nog geen plannen gemaakt om die afspraak na te komen. Dat blijkt uit een analyse die de Britse denktank Carbon Brief maandag publiceerde.
Eind 2022 ondertekenden vertegenwoordigers van 196 landen het zogeheten Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework. Daarin spraken de landen onder meer af dat tegen 2030 minstens 30 procent van het aardoppervlak — land én zee — beschermd natuurgebied moet zijn.
Maar van de 137 landen die tot nu toe plannen indienden voor het behoud van die natuur, heeft minder dan de helft (49 procent) zich ook gecommitteerd aan het doel van 30 procent, schrijft Carbon Brief.
Nederland diende nog geen plannen in
Bij de groep die zich niet aan het gestelde doel houdt, zitten rijke landen als Noorwegen en Zwitserland. Maar ook grote, natuurrijke landen als Rusland, Peru, Mexico en Indonesië legden zich nog niet vast op het doel van 30 procent. Canada, China, India en de Europese Unie deden dat al wel.
De landen die zich niet aan het doel van 30 procent in 2030” verbonden, zijn samen goed voor zo’n 34 procent van het totale landoppervlak, aldus Carbon Brief.
Ondanks de deadline in oktober 2024 dienden 61 landen, waaronder Nederland en de Verenigde Staten, nog helemaal geen plannen in. Staatssecretaris Chris Jansen (Milieu, PVV) zei die maand dat het kabinet de plannen in het tweede kwartaal van 2025 wil inleveren.
Eind december schreven internationale wetenschappers in twee toonaangevende VN-rapporten dat de huidige vorm van natuurbescherming ontoereikend is. Om het verlies van de wereldwijde biodiversiteit tegen te gaan, zijn volgens de bijna 150 auteurs grote economische en maatschappelijke veranderingen nodig.
Deze week ontmoeten de landen die in 2022 de afspraak van 30 procent maakten elkaar opnieuw – van dinsdag tot vrijdag, ditmaal in Rome. Nadat de onderhandelaars het afgelopen november in Colombia niet eens werden over de financiering van het natuurbehoud, is de hoop dat men nu wél een overeenkomst weet te sluiten.
Lees ook
Biodiversiteitstop in Cali eindigt in een impasse: wie gaat betalen?
De Europese Unie heeft maandag besloten een groot deel van de sancties die tijdens de burgeroorlog in Syrië aan het land zijn opgelegd, op te heffen. Dat meldt de Europese Raad. Het besluit is volgens de instantie onderdeel van „inspanningen om een inclusieve politieke transitie in Syrië te ondersteunen en bij te dragen aan een snel economisch herstel”.
Alle sancties die rustten op de energie- en transportsectoren worden opgeheven. Verder worden vijf Syrische banken van de lijst gehaald die bepaalde dat de tegoeden van die banken bevroren moesten worden. Ook wordt het lidstaten weer toegestaan om geldstromen te laten verlopen via de Syrische Centrale Bank.
De sancties die waren ingevoerd als instrument tegen (personen uit de kring van) de voormalige president Bashar al-Assad, blijven wel staan. De Europese Raad schrijft dat de val van dat regime „het begin van een nieuw tijdperk van hoop voor het Syrische volk” markeert. „Alle Syriërs, zowel in het land als in de diaspora, moeten de kans krijgen om deel te nemen aan de wederopbouw van hun land.”
Bij de eerste aankondiging van de opheffing van de sancties, eind januari, waren Europese leiders nog terughoudend in hun enthousiasme. EU-buitenlandchef Kaja Kallas zei dat de toekomst van Syrië „fragiel, maar hoopvol” is, en dat „wanneer het regime goede stappen zet, wij dat ook willen doen”. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp (NSC), benadrukte dat sancties indien nodig ook opnieuw van kracht kunnen worden, „als het regime een afslag neemt die wij niet willen”.
Koerdische groepen
In de Syrische hoofdstad Damascus begint dinsdag een conferentie waarop duizenden Syriërs bij elkaar komen voor een „nationale dialoog”. Initiatief voor het evenement ligt bij de beweging die Assad omverwierp, onder leiding van Ahmed al-Sharaa. Op de conferentie moeten aanbevelingen worden gedaan voor een constitutionele verklaring, een interim-rechtssysteem en een plan voor „institutionele hervormingen”, schrijft persbureau Reuters.
De conferentie is op uitnodiging. Meerdere Koerdische groepen hebben geen uitnodiging gekregen. De Syrische Democratische Eenheden (SDF), een groep die nog altijd door de Verenigde Staten gesteund wordt, mogen er bijvoorbeeld niet bij zijn.
Lees ook
Wordt Syrië weer een geliefde vakantiebestemming nu Assad is gevallen?
Tegenwoordig kan je geen bedrijf, congrescentrum, hotel, universiteit, theater, buurtcentrum, of restaurant binnen lopen of er is wel een leiderschapscursus aan de gang. Mannen, het zijn uiteraard meestal mannen, die met roos op de schouders, klikkers in de hand en microfoontjes op het hoofd vertellen hoe je een goede leider wordt.
Ik trof er laatst zelfs eentje bij de snackbar – de overige zaaltjes in de buurt zaten blijkbaar al vol vanwege andere leiderschapscursussen – die naast de frituur en achter een flip-over aan een groepje pastelkleurige overhemden en kekke jurkjes stond uit te leggen dat je als manager „empathie, authenticiteit, zelfkennis, lef, zelfspot, sociale intelligentie, vlijt, besluitvaardigheid, nederigheid, zelfvertrouwen, en strategisch inzicht nodig hebt om vanuit vertrouwen richting te kunnen geven”. Ja man. Leiderschap is hot, hoor.
Zó hot, dat ik me de laatste tijd steeds vaker afvraag: zouden al die leiderschapsprogramma’s ook de waarheid vertellen? Dat je niet alleen góéde eigenschappen nodig hebt als baas, maar ook sléchte eigenschappen? Dat je niet alleen een Goed, Prettig, Uitgebalanceerd en Stabiel Mensch moet zijn, maar soms ook een beetje een klootzak om de top te kunnen bereiken?
En dus zet ik ze maar even op een rijtje, alle slechte eigenschappen die je toch echt zult moeten hebben om een goede baas te kunnen zijn. Ook fijn voor iedereen die het maar niet lukt een leidinggevende functie te bemachtigen: jullie hebben gewoon een te mooi karakter. Komen ze.
1 Een goede baas is niet te empathisch. Tuurlijk, je leeft mee met elke dode hamster, elk mazeltje op het kinderdagverblijf en elke alleenstaande millennial zonder kinderen die al in de stress raakt van de klusjesman die een dag eerder komt, maar het werk moet wel af.
2 Je moet dus ook goed kunnen liegen. Je moet immers enthousiast kunnen doen over „de nieuwe strategie” omdat de vorige waar je ook zo enthousiast over deed niet werkte. Je moet kunnen zeggen: ‘Wat leuk dat je voor de vierde keer zwanger bent Inge, een tweeling!’ terwijl je denkt: ‘kolere, hoe krijg ik dat allemaal weer geregeld?’ En je moet begrijpend kunnen knikken als een 23-jarige bij de koffieautomaat begint te mekkeren dat ze „geen energie krijgt van werk” terwijl jij denkt: „SUCK IT UP AND GROW A PAIR.”
3 Je moet ook kunnen intimideren. Geen Matthijs van Nieuwkerk-achtige taferelen natuurlijk, maar het mag ze af en toe best een beetje dun door de broek lopen. Dreigend over je halve brilletje kijken, ijskoud je wenkbrauw optrekken, zwijgend iemand de rug toe keren – daar kom je vaak verder mee dan met een ‘joh jochie, ik zie dat dit moeilijk voor je is’.
4 ‘Vaag zijn’ moet je ook in huis hebben. Als ze lucht krijgen van de reorganisatie waarbij 10 van de 13 collega’s moet vertrekken en je mag er nog niks over zeggen, zul je er toch een overtuigende ‘ik kom hierop terug’ uit moeten kunnen gooien.
5 Een beetje narcisme kan ook geen kwaad. Niet omdat je jezelf zo geweldig vindt (hoewel, waarom ook niet?), maar omdat ze je anders uit je sokken blazen met die eindeloze tsunami van ‘Heb je even tijd?’, ‘Dit gaat fout!’, en ‘Waarom is mijn vakantie niet goedgekeurd?’. Het is sowieso goed om als manager veel over jezelf te praten. Dan weten ze wat je belangrijk vindt en hoe ze je kunnen paaien.
6 Oppervlakkigheid is ook een must.Dad jokes, burning platforms, agile werken, voetbal, op woensdag de week doormidden zagen – het is niet de bedoeling dat je je existentiële twijfel over de nakende Derde Wereldoorlog gaat zitten toelaten. Het moet wel gezellig blijven, jongens.
7 Ook een must: een wantrouwig karakter. Is de oma van Willem nu alweer overleden? Wat doen Chantal en Henk in het kopieerhok? Is dit niet al de vijfde keer dat Alex z’n verstandskiezen eruit moeten? Vertrouwen is prachtig, maar controle nog beter.
8 En een beetje sadomasochisme, alsjeblieft! Anders hou je het echt niet vol. Al die lange dagen op een triest kantorenpark, de verplichte teamuitjes in de stromende regen, de saaie strategische sessies? Dat bedoel ik.
9 En een niet al te scherp afgesteld moreel kompas. Niet te gortig natuurlijk, anders eindig je op een hr-lijstje. Maar af en toe een snufje machiavellisme is cruciaal om met alle corporate winden mee te kunnen ‘bewegen’. Een manager die denkt dat alles met integriteit op te lossen is, eindigt in de burn-outkliniek.
10 Ongegeneerd kunnen bluffen is ook cruciaal. „Kun jij dit?” – „Ja, natuurlijk.” De beste managers zijn degenen die als het bedrijf in de fik staat en de afdeling marketing krijsend in de gang ligt, kalm blijven en zeggen: „Chill out”, terwijl ze op YouTube zoeken hoe je een brand blust.
11 Een beetje inhalig zijn is ook een voorwaarde. Iemand die niet voor zichzelf kan zorgen kan dat ook niet voor zijn team. Bovendien is het handig als je gevoelig bent voor honderd euro bruto extra per maand. Anders wil echt niemand meer manager worden.
12 Verder is het fijn als je geleerd hebt je gevoelens af en toe te negeren. Anders lukt het je niet om met de rauwe realiteit van het écht ernstige, persoonlijke, leed van collega’s om te gaan.
13 En o ja, en dat vergeet ik bijna: de beste managers zijn de mensen die helemaal geen zin hebben om de baas te worden! Zo begreep ik tenminste laatst uit een artikel van De Correspondent. Mensen die NIET hun vinger opsteken als er een leidinggevende functie vacant komt – zijn vaak vrouwen, trouwens –, dát zijn vaak de beste managers.
Maar ik weet niet of dat nou een goede of een slechte eigenschap is.