Na een onbegrijpelijk lang lijden is toch nog onverwachts van ons heengegaan het tv-programma Spoorloos (1990-2025). Vrijdag trok KRO-NCRV de stekker uit de 35 jaar oude realityshow. Spoorloos lag al aan de beademing sinds oktober 2022, toen onderzoeksjournalist Kees van der Spek onthulde dat het programma geadopteerden aan de verkeerde biologische families had gekoppeld. Dat leidde toen tot veel verontwaardiging, het vertrek van kopstuk Derk Bolt, een vernieuwingsslag en een halvering van de kijkcijfers. Maar nog niet tot het einde.
Eva Jinek moest daarom woensdag in haar talkshow het laatste zetje geven. Na een interview in de Volkskrant ontving zij Marthainès de Vries. Die vertelde dat zij door Spoorloos 24 jaar lang aan een ‘valse’ familie vastzat. Haar nepzus biechtte onlangs op dat de familie alles gelogen had. Het kostte onafhankelijke herenigingswerker Fiona Teggatz vervolgens slechts drie weken om haar wél aan de juiste familie te koppelen. Met dna-test uiteraard, een methode die Spoorloos jarenlang verzuimde te gebruiken. Haar ouders bleken al te zijn overleden. Indien Spoorloos zijn werk goed had gedaan, had zij ze nog kunnen ontmoeten.
Marthainès de Vries moest huilen, Eva Jinek moest huilen, en de kijkers ook. Spoorloos, dat zelf graag met tranen overgoten drama verkocht, kon hier niet tegenop. De kwestie is nog niet afgelopen: op 6 maart beginnen bij de rechtbank in Lelystad de voorlopige getuigenissen waarmee zes gedupeerden een zaak willen aanspannen tegen KRO-NCRV.
Het vernieuwde programma was in december voor het laatst op de tv. Derk Bolt was vervangen door Joris Linssen en Sosha Duysker. Jetske van den Elsen was gebleven. De presentatoren stelden zich bescheidener op dan Bolt, die altijd veel aandacht vroeg voor zijn eigen avontuurlijke zoektocht, waarbij hij het thuisland graag neerzette als achterlijke woestenij. Van de belofte dat adoptie minder centraal zou staan, kwam minder terecht.
In de laatste aflevering werd Jorah uit Singapore gekoppeld aan haar biologische vader, de Nederlandse zeeman John. Aangescherpt in de nieuwe opzet was de spannende montage, waarin de informatie in brokjes aan de kijker werd gevoerd. Blijf kijken! Dat de snakkende Jorah de informatie ook mondjesmaat kreeg opgediend, was dan weer onnodig wreed.
Los van de mismatches – inmiddels zijn er acht bekend, zegt KRO-NCRV – was dit mijn grootste bezwaar tegen het programma: Spoorloos vermomde zich als hulporganisatie maar het was amusement. Niet de zoekenden maar de kijkers stonden op de eerste plaats. De wanhoop van geadopteerden, die nergens anders heen konden, werd in een rooskleurig sprookje geperst. Dat eindigde in Spoorloos altijd met de omhelzing van de herenigden. Maar dan begint het echte verhaal pas.
Dat sprookje – geadopteerden spreken van ‘adoptieporno’ – wrong ook steeds meer met het sterk veranderde imago van internationale adoptie. De mismatches van Spoorloos kun je optellen bij een eindeloze rij misstanden in dit neokoloniale veld, van verdwenen papieren tot kinderroof.
In een column op Instagram hekelt tv-maker Kelly-Qian van Binsbergen de overheid, die hierin in gebreke is gebleven. Ze maakte zelf een kritisch programma over adoptie, De Afhaalchinees, dat in mei een vervolg krijgt. Waarom konden geadopteerden voor hun zoektocht jarenlang alleen bij een realityshow terecht, zo vraagt zij zich af, terwijl dit toch een overheidstaak zou moeten zijn? Waarom moest dit per se met een camera op hun neus? Per appje licht ze desgevraagd toe: „Het is alsof je wil vreemdgaan en daarvoor alleen op Temptation Island bent aangewezen.”
Temptation Island moet trouwens ook van tv. Daarover later meer.
Ik durf te wedden dat u de ochtend nadat Trump Oekraïne verraadde, wakker bent geworden, de krant hebt doorgenomen en vol ongeloof hebt gedacht: gebeurt dit allemaal echt, is de wereld nu werkelijk in complete chaos en waanzin verzonken? U zou zo snel mogelijk uit deze nachtmerrie willen ontwaken, maar die begint alsmaar opdringeriger het nieuwe normaal te worden en deel uit te maken van uw dagelijks leven.
Dit is ook precies hoe Oekraïners zich drie jaar geleden voelden (met daarbovenop nog alle gruwelen van de oorlog), toen Rusland zijn misdadige grootschalige invasie lanceerde en onze vreedzame steden begon te bombarderen. We wilden het toen uitschreeuwen: dit kan toch niet zomaar, waar gaat het heen met de wereld?
Na drie jaar oorlog hebben wij, Oekraïners, verschillende stadia in onze verhouding tot de realiteit doorlopen. Eerst was er een categorische afwijzing, een weigering om wat er zich afspeelde te aanvaarden, want we geloofden dat een grootschalige oorlog niet alleen een misdaad was, maar volslagen onzin waar geen plaats voor zou mogen zijn in de 21ste eeuw. We hadden de indruk dat het voldoende zou zijn om miljoenen foto’s van de oorlog te maken, talloze stories en reels op onze sociale media te posten, en onze teksten in alle mogelijke talen te vertalen om de wereld wakker te schudden en de waarheid te doen inzien. Een paar weken later zou deze horror weer afgelopen zijn.
Gevoel van euforie
Daarna volgden diepe verontwaardiging en rechtvaardige woede, die resulteerden in enkele glansrijke militaire operaties van de Oekraïense strijdkrachten, die door bovenmenselijke inspanningen de bezetter meter na meter van ons grondgebied terugdrongen. Destijds, eind 2022, zorgde de saamhorigheid binnen ons land en de solidariteit van het Westen voor een gevoel van euforie. Het leek alsof mensen van goede wil die voor morele en rechtvaardige principes opkwamen samen alles zouden aankunnen.
Tegen 2023 was de oorlog een vertrouwde alledaagsheid voor ons geworden, een normaal onderdeel van het dagelijks leven. Woede evolueerde in hulpeloze haat, en angst beklemde niet zo erg meer als vroeger, omdat we er inmiddels aan gewend waren geraakt. Toen het Kremlin ons met kernwapens probeerde bang te maken, reageerden we met gelach, want wat kan een mens anders tegenover de meest destructieve bom stellen?
Als we toch moesten sterven, zouden we dat waardig, breed glimlachend en met trots opgeheven hoofd doen
Meteen kwamen de Oekraïners met een meme over Sjtsjekavytsa op de proppen, een historische heuvel in het centrum van Kyiv. De grap was dat als er toch een kernaanval zou beginnen die ons allemaal in een milliseconde tot as zou reduceren, we ons allemaal eerst op de Sjtsjekavytsa zouden verzamelen voor een feestelijke en hartstochtelijke orgie in oud-Griekse stijl. De tiran zou ons niet kleinkrijgen, en als we toch moesten sterven, dan zouden we dat waardig, breed glimlachend en met trots opgeheven hoofd doen. Binnen de kortste keren werden T-shirts met het opschrift ‘Wie als eerst bij Sjtsjekavytsa is’ heuse bestsellers in Oekraïne.
Toen de oorlog dan zijn derde jaar inging, hadden we evenwel geen kracht meer over voor woede, noch voor grapjes. Het bleek dat zowel angst als haat bijzonder energierovende emoties zijn – je houdt het er dus niet lang mee vol. Een gevoel van uitputting en afstomping begon in te treden, een soort aanvaarding van de realiteit als noodlot waar je niet aan kunt ontsnappen. Dus focusten we onze resterende krachten op de dagelijkse strijd om te overleven – vaak zonder elektriciteit en verwarming in onze huizen, maar vooral zonder hoop dat dit alles ooit afgelopen zal zijn.
Wat kan ik u vandaag vertellen, nu inmiddels het vierde jaar aanbreekt sinds de bloedige inval en de aanslag op de gevestigde wereldorde? We zijn van dromen over de overwinning op de agressor vergleden in vernederend hopen op een onrechtvaardige vrede.
In de praktijk betekent dit dat de maximalistische eis van een terugkeer naar onze landsgrenzen van 1991 (met inbegrip van de Krim) niet meer populair is in de Oekraïense samenleving. Niemand spreekt nog met volle overtuiging over de bezette gebieden – het enige wat telt is dat de oorlog ophoudt en onze mensen niet meer sterven aan het front en in de achterhoede.
Het woord ‘overwinning’ zelf is al een faux pas geworden. Vroeger werd elke verjaardagsfeest afgesloten met het toewensen van een spoedige overwinning, elke goede daad werd op Facebook omschreven als ‘een bijdrage aan onze gezamenlijke overwinning’. Nu is het gênant geworden om daarover te spreken. Onze militaire helden in de loopgraven zouden nog met zo’n hoogdravende stijl kunnen wegkomen, maar in het achterland klinkt zulke pathos goedkoop en laaghartig.
Gerechtigheid
Er wordt nu gesproken over een potentieel vredesbestand, dat voor Oekraïne in meer of mindere mate gunstig zal uitdraaien, maar het is al duidelijk dat het hoe dan ook een vernedering zal betekenen. Zo’n vredesbestand zal het bloedvergieten in elk geval tijdelijk kunnen stoppen, maar het zal het belangrijkste niet terugbrengen. En dan heb ik het niet over de bezette gebieden, maar over gerechtigheid.
In wat voor wereld zullen we ontwaken na dat vredesbestand? Niet alleen in een wereld waarin een sterker land 20 procent van het grondgebied van een zwakker land heeft ingepikt. We zullen verder moeten in een wereld waarin een misdadiger groen licht geeft om krijgsgevangenen te executeren terwijl ze ongewapend op hun knieën staan, om later de beelden van de executie via zijn media te verspreiden. Een wereld waarin mensen worden onthoofd of met een sloophamer de hersenen ingeslagen, waarin oncologische kinderziekenhuizen worden gebombardeerd, waarin hartje winter elektriciteitscentrales worden vernietigd zodat miljoenen gewone burgers de kou moeten trotseren, waarin tijdens een uiterst belangrijke veiligheidsconferentie een drone met springstof doelbewust op de sarcofaag boven een oude kerncentrale wordt afgestuurd. En niemand die daar ook maar enige verantwoordelijkheid voor moet afleggen.
Daar is het dan – de walging die u voelt na het lezen van deze woorden is volkomen terecht, en Oekraïners zijn er al een tijdje mee vertrouwd. Voortaan zal dit gevoel ook stilaan deel gaan uitmaken van uw dagelijkse leven. Want ook al gaat het over vrede, bij een vernederend vredesbestand zal een cruciaal resultaat uitblijven – de veroordeling van de gruweldaden en de vervolging van de daders.
Vergeeft u het mij alvast, maar u zal mijn boodschap uit Oekraïne na drie jaar oorlog wellicht niet graag horen
In plaats van in de gevangenis of in een isolement te eindigen, neemt de agressor gewoon deel aan belangrijke internationale evenementen en dringt hij zijn voorwaarden op. De moordenaar, wiens wandaden ontelbare keren op beeld zijn vastgelegd in de meest gedocumenteerde oorlog uit de menselijke geschiedenis, krijgt geen straf opgelegd maar lacht ons vierkant uit in ons gezicht. Hoe kan zoiets aanvaard worden?
Dat is wat we exact drie jaar geleden voelden, in februari 2022. We wilden iedereen bij de schouders vastpakken om ze wakker te schudden. Het Westen sympathiseerde wel met ons en hielp ons ook, maar het weigerde te erkennen dat deze oorlog eveneens tegen hen werd gevoerd. Vandaag dringt dit schokkende inzicht eindelijk door bij de Europeanen, want iedereen heeft nu begrepen dat de VS in geval van oorlog niet zullen vechten voor Europa en dat de NAVO amper iets voorstelt.
Spijtig genoeg werd Europa niet wakker geschud door Poetins misdaden of door aanmaningen uit Oekraïne, maar door Trump. De geopolitieke omwenteling, of beter gezegd het verraad van de VS, plaatst Europa voor een beangstigend feit, dat eigenlijk al drie jaar geleden evident was.
Straffeloze agressie
De oorzaak van de wereldwijde chaos, waarin Trump bijvoorbeeld over de bezetting van Groenland of van het Panamakanaal begint en treffend demonstreert dat Europa zich niet meer onder de Amerikaanse verdedigingsparaplu bevindt, is heel simpel.
Die schuilt in ongestraft kwaad, in Poetins straffeloze agressie tegen Oekraïne, want deze heeft de gevestigde wereldorde definitief verstoord en alle regels overboord gegooid. Het is deze geslaagde cynische aanslag tegen de wereldorde die bijvoorbeeld tot de situatie heeft geleid waarbij het Internationaal Strafhof, dat een arrestatiebevel tegen Poetin had uitgevaardigd, sancties opgelegd krijgt door de (inmiddels duidelijk voormalige) leider van de democratische wereld. We leven nu in een wereld van hoongelach, kleinering en het arrogant met de voeten treden van alle politieke en vooral morele en ethische waarden die de essentie van Europa vormen.
Het kwaad is ontketend en wordt met de dag sterker, vrijmoediger en agressiever. Moet er nog getwijfeld worden dat als het vrijuit mag gaan, het na een vredesverdrag op termijn weer zal aanvallen – en ditmaal waarschijnlijk niet alleen in Oekraïne?
Dus vergeeft u het mij alvast, maar u zal mijn boodschap uit Oekraïne na drie jaar oorlog wellicht niet graag horen. Wij, Oekraïners, zijn blij dat jullie eindelijk ingehaald worden door het besef dat deze oorlog tegen ons allen gericht is, dus ook tegen jullie, terwijl de agressor zelfs geen moeite doet om zijn bloederige grijns te verbergen. Jawel, het doet ons plezier dat er eindelijk, na bijna 1.100 (!) dagen oorlog, van Oekraïne tot in Amsterdam een bewustzijn is ontstaan dat wij allemaal samen op deze Titanic zitten, en dat die Amerika nooit zal bereiken – want dat is veraf, terwijl ons onheil hier is.
Wij, Oekraïners, blijven na al die tijd doorzetten en doen alles wat er in onze macht ligt om levend van dit gedoemde schip weg te komen. Nu zijn we benieuwd naar de keuze die jullie zullen maken: samen op zoek gaan naar een reddingssloep of willoos ten onder gaan op de tonen van de ‘Ode an die Freude’.
Lees ook
Zelensky zegt dat hij bereid is af te treden, als dat de prijs is voor vrede in Oekraïne
Na een onbegrijpelijk lang lijden is toch nog onverwachts van ons heengegaan het tv-programma Spoorloos (1990-2025). Vrijdag trok KRO-NCRV de stekker uit de 35 jaar oude realityshow. Spoorloos lag al aan de beademing sinds oktober 2022, toen onderzoeksjournalist Kees van der Spek onthulde dat het programma geadopteerden aan de verkeerde biologische families had gekoppeld. Dat leidde toen tot veel verontwaardiging, het vertrek van kopstuk Derk Bolt, een vernieuwingsslag en een halvering van de kijkcijfers. Maar nog niet tot het einde.
Eva Jinek moest daarom woensdag in haar talkshow het laatste zetje geven. Na een interview in de Volkskrant ontving zij Marthainès de Vries. Die vertelde dat zij door Spoorloos 24 jaar lang aan een ‘valse’ familie vastzat. Haar nepzus biechtte onlangs op dat de familie alles gelogen had. Het kostte onafhankelijke herenigingswerker Fiona Teggatz vervolgens slechts drie weken om haar wél aan de juiste familie te koppelen. Met dna-test uiteraard, een methode die Spoorloos jarenlang verzuimde te gebruiken. Haar ouders bleken al te zijn overleden. Indien Spoorloos zijn werk goed had gedaan, had zij ze nog kunnen ontmoeten.
Marthainès de Vries moest huilen, Eva Jinek moest huilen, en de kijkers ook. Spoorloos, dat zelf graag met tranen overgoten drama verkocht, kon hier niet tegenop. De kwestie is nog niet afgelopen: op 6 maart beginnen bij de rechtbank in Lelystad de voorlopige getuigenissen waarmee zes gedupeerden een zaak willen aanspannen tegen KRO-NCRV.
Het vernieuwde programma was in december voor het laatst op de tv. Derk Bolt was vervangen door Joris Linssen en Sosha Duysker. Jetske van den Elsen was gebleven. De presentatoren stelden zich bescheidener op dan Bolt, die altijd veel aandacht vroeg voor zijn eigen avontuurlijke zoektocht, waarbij hij het thuisland graag neerzette als achterlijke woestenij. Van de belofte dat adoptie minder centraal zou staan, kwam minder terecht.
In de laatste aflevering werd Jorah uit Singapore gekoppeld aan haar biologische vader, de Nederlandse zeeman John. Aangescherpt in de nieuwe opzet was de spannende montage, waarin de informatie in brokjes aan de kijker werd gevoerd. Blijf kijken! Dat de snakkende Jorah de informatie ook mondjesmaat kreeg opgediend, was dan weer onnodig wreed.
Los van de mismatches – inmiddels zijn er acht bekend, zegt KRO-NCRV – was dit mijn grootste bezwaar tegen het programma: Spoorloos vermomde zich als hulporganisatie maar het was amusement. Niet de zoekenden maar de kijkers stonden op de eerste plaats. De wanhoop van geadopteerden, die nergens anders heen konden, werd in een rooskleurig sprookje geperst. Dat eindigde in Spoorloos altijd met de omhelzing van de herenigden. Maar dan begint het echte verhaal pas.
Dat sprookje – geadopteerden spreken van ‘adoptieporno’ – wrong ook steeds meer met het sterk veranderde imago van internationale adoptie. De mismatches van Spoorloos kun je optellen bij een eindeloze rij misstanden in dit neokoloniale veld, van verdwenen papieren tot kinderroof.
In een column op Instagram hekelt tv-maker Kelly-Qian van Binsbergen de overheid, die hierin in gebreke is gebleven. Ze maakte zelf een kritisch programma over adoptie, De Afhaalchinees, dat in mei een vervolg krijgt. Waarom konden geadopteerden voor hun zoektocht jarenlang alleen bij een realityshow terecht, zo vraagt zij zich af, terwijl dit toch een overheidstaak zou moeten zijn? Waarom moest dit per se met een camera op hun neus? Per appje licht ze desgevraagd toe: „Het is alsof je wil vreemdgaan en daarvoor alleen op Temptation Island bent aangewezen.”
Temptation Island moet trouwens ook van tv. Daarover later meer.
Een leerlingenstaking op een gymnasium in Rotterdam, waar docenten moeten vertrekken omdat het aantal leerlingen krimpt, was aanleiding voor NRC om eens dieper te duiken in de cijfers over zelfstandige gymnasia. Dat leverde een beeld van neergang op. Op zeven van de tien gymnasia (er zijn er 41) daalde het aantal leerlingen de afgelopen vijf jaar. Vooral buiten de grote steden gaat het rap. Diverse gymnasia zijn al een vijfde van hun leerlingen kwijt. Toch zijn er ook scholen die groeien, waardoor de krimp gemiddeld beperkt blijft.
De vraag is hoe erg het is dat de gymnasia terrein verliezen. Intussen floreren technasia, die bètatechnisch projectonderwijs bieden naast de andere vakken, en scholen met tweetalig onderwijs, waar de lessen deels in het Engels worden gegeven. Ook andere middelbare scholen profileren zich met extra’s om leerlingen te trekken: lessen in Chinees, kunstvakken of de belofte van huiswerkvrij onderwijs. Dat het aanbod aan aantrekkelijke middelbare scholen groot is, kan alleen maar toegejuicht worden.
Lees ook
De gymnasia hebben het zwaar. Een leerling met vwo-advies kan namelijk ook naar technasia of tweetalige scholen
Grieks en Latijn hebben als unique selling point minder aantrekkingskracht dan vroeger. De gymnasia hebben dit deels aan zichzelf te wijten, doordat ze de klassieke talen in het curriculum naar de marge hebben gedrongen. Het is allang niet meer verplicht om in beide talen eindexamen te doen. Bovendien zijn er ook scholengemeenschappen die Grieks en Latijn aanbieden. Er zijn evenveel leerlingen die via deze route gymnasium doen als op de categorale gymnasia.
De terugloop op de gymnasia begon in 2018, na decennia waarin het aantal leerlingen groeide tot boven de dertigduizend. Gymnasia staan doorgaans te boek als goede scholen vanwege de kleinschaligheid van het onderwijs en de nadruk op ontplooiing van cultureel en intellectueel talent. De keerzijde is dat deze scholen bekendstaan als witte, elitaire bolwerken. Ze zijn daarvan zelf ook doordrongen en doen pogingen de diversiteit van hun leerlingenpopulatie te vergroten. Hoewel op enkele scholen al meer dan de helft van de leerlingen een migratieachtergrond heeft, is het algemene beeld nog niet gekanteld.
Naast de teruglopende instroom hebben gymnasia een andere zorg: de klassieke talen worden als moeilijk ervaren en dat leidt ertoe dat leerlingen de school voortijdig verlaten. Grieks en Latijn worden steeds verder in het defensief gedreven. Inmiddels zijn er gymnasia die leerlingen willen toestaan beide vakken te laten vallen en toch hun diploma te krijgen. Het is begrijpelijk dat de scholen zoeken naar manieren om te overleven, maar het verkwanselen van je kroonjuwelen klinkt niet als een verstandige strategie, zeker niet in deze tijd waarin concurrerende scholen er beter in slagen zich te profileren.
Er zijn ook scholen die juist het omgekeerde doen. In Amsterdam is een gymnasium dat leerlingen in leerjaar 3 laat instromen als zij op een scholengemeenschap zijn begonnen maar bij nader inzien toch graag naar een gymnasium willen. Zij krijgen een programma aangeboden om de klassieke talen bij te spijkeren. En er zijn ook gymnasia met een ‘talentklas’ waarin leerlingen die van huis uit minder bekend zijn met het gymnasium alvast kunnen snuffelen aan dit onderwijs.
Willen gymnasia overleven, dan zullen zij niet minder maar méér moeite moeten doen om leerlingen enthousiast te maken voor het unieke onderwijs dat zij bieden. Grieks en Latijn maken daarvan onlosmakelijk onderdeel uit.