De Duitse liberalen gokten en verloren: voor de FDP is geen plek in de Bondsdag

Christian Lindner had zich de verkiezingsavond waarschijnlijk anders voorgesteld. Waar hij in november, bij het uiteenvallen van de coalitie, nog droomde van een opleving in de peilingen, werd de partijleider van de Vrije Democratische Partij (FDP) zondagavond hard met zijn neus op de feiten gedrukt. FDP komt met 4,3 procent van de stemmen tekort voor deelname aan de Bondsdag. De situatie doet denken aan 2013, toen de liberale partij op 0,2 procentpunt na de kiesdrempel niet haalde en daarom geen Bondsdagleden mocht leveren.

Bij de vorige verkiezingen in 2021 waren de kaarten heel anders geschud. Na een progressieve draai en een succesvolle campagne kreeg de liberale partij 12 procent van de stemmen in Duitsland. FDP scoorde goed onder jongeren: onder de Duitsers die voor het eerst hun stem uitbrachten, waren de Groenen (die in totaal 15 procent van de stemmen ontvingen) en FDP het meest populair. Omdat deze twee ‘kleine partijen’ zowel de sociaaldemocraten SPD (25,7 procent) als de christendemocraten CDU/CSU (24,1 procent) aan een meerderheidscoalitie konden helpen, konden zij de voorwaarden bepalen.

De onderhandelingen resulteerden uiteindelijk in een coalitie met de SPD, de ‘stoplichtcoalitie’ genoemd, vanwege de gele kleur die de FDP in Duitsland heeft, naast het rood van de sociaaldemocraten en het groen van de Groenen. Op 7 december 2021 zetten zij hun handtekeningen onder het coalitieakkoord ‘Meer vooruitgang wagen’, vol ambitieuze plannen om het land te vergroenen en te digitaliseren, de bureaucratie te verlagen en „innovatie en ondernemersgeest” te stimuleren. Een ander opvallend punt in het akkoord: „Duitsland [is] een migratieland ”, schreven de partijen. Ze wilden arbeidsmigratie makkelijker maken, net als een opleiding in Duitsland volgen.

Toch ging dat niet lang goed. Al snel na de verkiezingen ontstond er gerommel in stoplichtcoalitie. De ideologische verschillen tussen de partijen bleken al snel toch wel heel groot te zijn: hoewel ze elkaar vonden in het buitenlandbeleid, hadden ze andere opvattingen over financiën en sociale thema’s. Zo wilden de Groenen het minimumloon en belastingen verhogen, terwijl FDP het minimumloon geen taak voor de overheid vindt en de belastingen juist wilde verlagen. De SDP had daarin meer raakvlakken met de Groenen dan met de FDP. Eind vorig jaar kwam het tot een kookpunt. Lindner had de coalitie al eerder klemgezet om concessies af te dwingen, maar nu leken ze er echt niet meer uit te komen.

Schuldenrem

De coalitie kwam op 6 november ten val, toen bondskanselier Olaf Scholz zijn minister van Financiën ontsloeg, omdat de partijen het niet eens konden worden over de begroting van 2025. „Ik voel me gedwongen deze stap te zetten om schade aan ons land te voorkomen”, zei Scholz. „We hebben een regering nodig die in staat is om actie te ondernemen en die de kracht heeft om de noodzakelijke beslissingen voor ons land te nemen.” De FDP trok daarop haar ministers terug uit de regering, die daarmee haar meerderheid verloor.

FDP-leider Lindner tijdens een campagnebijeenkomst in het Oost-Duitse Potsdam.
Foto Filip Singer / EPA

Lindner kroop meteen in de slachtofferrol en beschuldigde Scholz ervan zijn vertrek gepland te hebben. Maar al snel doken er interne documenten op die een ander verhaal vertelden. In een powerpointpresentatie genaamd ‘D-Day-scenario’s en maatregelen’ bleek de partij in acht slides het einde van de coalitie nauwkeurig gepland te hebben. Lindner wilde namelijk een eind aan de impopulaire regering maken.

Toen de liberalen vorig najaar in drie deelstaatverkiezingen de kiesdrempel niet haalden, vond Lindner dat er een koerswijziging moest komen. Door zich te distantiëren van de coalitie en zich vast te klampen aan klassiek liberale onderwerpen – de Schuldenbremse, de wettelijk vastgelegde eis dat het Duitse begrotingstekort maximaal 0,35 procent van het bbp mag zijn, en belastingverlagingen – hoopte Lindner de stemmers weer voor zich te winnen. Zelf opstappen leek hem alleen geen goed idee. De speech die hij op de dag van zijn ontslag gaf, bleek ook al eerder geschreven.

Negatief daglicht

Door de openbaring van de interne documenten pakte zijn plan alleen iets anders uit. Het gewiekste plan bracht zijn partij in een negatief daglicht, versterkt door het gebruik van de term ‘D-Day’, die gevoelig ligt in Duitsland. Ook intern ontstond een crisis: twee partijprominenten, onder wie de secretaris-generaal van de FDP, stapten eind november op. In de krappe drie maanden daarna slaagde de partij er niet in die klap te boven te komen.

De FDP, die in 1948 werd opgericht en sindsdien onderdeel uitmaakte van zes regeringen, staat erom bekend coalities te kunnen maken en te breken. Met het breken van de stoplichtcoalitie nam Lindner een grote gok, die hij verloor. Of hij aan het roer van de FDP kan blijven staan, is zeer de vraag. Toch hoeft dit niet het einde van de liberale partij te betekenen: na vier jaar afwezigheid in de Bondsdag kwam de FDP in 2017 weer terug met 10,6 procent van de stemmen.

Christian Lindner zal een eventuele terugkeer van de FDP in het parlement niet meer meemaken. De partijleider kondigde zondag, nog voor definitief bekend werd dat zijn partij de kiesdrempel niet had gehaald, zijn vertrek uit de politiek aan. De uitslag moest, zo hoopte Lindner, “een nieuw begin voor Duitsland” betekenen. “Dat is waar ik voor heb gevochten”, schreef hij op X.