Column | Flatiron building

Start spreadin’ the news… eindelijk heeft ook Amersfoort-Vathorst zijn blikvanger. Een taps toelopende woontoren die sterk aan het Flatiron Building (strijkijzergebouw) in New York doet denken. Vijftien verdiepingen hoog, pal naast het station. Zojuist opgeleverd. If I can make it there…

Dat het met Vathorst zo’n vaart zou lopen had Ismet Arslanturk (55) nooit verwacht. Hij doet open in zijn eengezinswoning twee kilometer verderop, in joggingpak en op blote voeten want hij heeft ploegendienst en zijn shift in de productie bij een bedrijf negen autominuten verderop begint pas in de middag.

Arslanturk is officieel de tweede bewoner van nieuwbouwwijk Vathorst. Na zijn buurman op de hoek, die in 2002 de sleutel van zijn koopwoning kreeg overhandigd door de burgemeester. Maar inmiddels is die buur al lang geleden vertrokken dus nu is Arslanturk de langst wonende. En met genoegen. „Het is hier rustig, mooi, alles nieuw, netjes en schoon.”

Dik tevreden, want hij had nooit verwacht dat er in deze snelgroeiende Vinex-wijk met 11.000 inwoners zóveel voorzieningen zouden komen. Zóveel scholen, zóveel winkels, zelfs een eigen treinstation. En zóveel huizen. Nu zelfs pal naast de ‘Sminkbult’, de vuilstortplaats. En dat een buurjongen in z’n straat dáár een huis zou kopen. „Had ik ook niet verwacht.”

En ja, wat valt er dan nog te wensen, op een plek waar het zo fijn wonen is. Arslanturk zou wel een tweede afrit naar de snelweg willen want nu staat iedereen in deze forensenwijk tweemaal per dag in de file. En hij hoorde geruchten over betaald parkeren in heel Amersfoort – „dat zou wel jammer zijn”. Maar verbetering in zo’n welvarend stukje Nederland, met veel tweeverdieners en ruime huizen, „dat wordt lastig”.

Was in de begintijd wel anders. „We woonden hier in de modder, alles weiland. Er was niks. Geen wegen, geen winkels, geen supermarkt.” Eén school, in een noodgebouw, met vier leerlingen. Twee waren zijn dochters. Vijf en negen jaar oud. Vanwege hen was hij vanuit het centrum van Amersfoort, „tussen de coffeeshops”, naar Vathorst verhuisd.

Die eerste jaren in Vathorst waren moeilijk, maar ook bijzonder. Ze deden als buren veel samen. Dagelijks bij elkaar over de vloer. „Logisch, het was behelpen. Je had elkaar nodig.” En dat is nu wel anders, ziet Arslanturk. De sfeer is wat meer gesloten. In de hele wijk zijn overdag de straten leeg, op busjes van de pakketbezorging na, want iedereen is aan het werk. Druk om alle welvaart te betalen.

Wat Arslanturk nog zou wensen? Meer onderling contact. Want dat is de prijs van welvaart. Niet alleen in Vathorst maar overál in de wereld. Hij merkt het zelfs bij zijn jaarlijks familiebezoek in Turkije. Dan hoort-ie: ‘ben druk, kom maar op een ander moment’. „De ziekte van deze tijd.”

Here is New York, heet een befaamd essay dat E.B. White schreef in 1949. Het is een lofzang op een stad die je dromen schenkt, hoop en inspiratie, en ook – aldus zijn openingszin – „the gift of loneliness”.

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.