Het voordeel van poppentheater: ‘Iets in de verbeelding verzacht wat je ziet’

Bij theatergroep Hotel Modern dansen gele en rode vlammen over het witte achterdoek in de repetitiezaal. In het vuur doemen de schaduwen op van houten palen, met daaraan vastgebonden: bungelende poppetjes in verwrongen houdingen.

Beeldend kunstenaar Herman Helle bekijkt vanaf een afstandje hoe de fotograaf het tafereel vastlegt, en grinnikt. „Als je zegt dat je met poppen werkt, denken mensen snel dat het voor kinderen is. Bij veel van onze voorstellingen is het prima om je kinderen mee te nemen hoor. Maar het is geen jeugdtheater. Iemand kwam een keer met haar zesjarige zoontje naar Kamp, onze voorstelling over vernietigingskamp Auschwitz. We hebben toen wel even voorzichtig gevraagd of ze wist waar ze haar kind mee naartoe nam.”

Sinds 1997 werkt Hotel Modern, waarvan de nieuwe voorstelling De val van Granada op 6 maart in Theater Rotterdam in première gaat, aan een oeuvre van beeldende theatervoorstellingen met een zeer herkenbaar, eigen signatuur. Vaak maakt de groep – die naast Helle bestaat uit actrices Pauline Kalker en Arlène Hoornweg – gebruik van maquettes, waarin ze poppetjes en objecten laten rondbewegen. Dit wordt met kleine camera’s door de performers zelf gefilmd en op een achterdoek geprojecteerd. Als publiek zie je zo, op het doek, live een animatiefilm ontstaan, en tegelijkertijd kun je op de speelvloer de making of ervan volgen.

„De eerste voorstelling die we met z’n drieën maakten was Heden Stad”, vertelt Kalker in het zonnige atelier van het gezelschap, in een pand aan de Rotterdamse Voorhaven. „In die voorstelling wekten we een miljoenenstad tot leven. Daar was onze stijl eigenlijk al heel herkenbaar”, zegt Helle. „Realistische details, gecombineerd met juist heel plompe, rare objecten.” Hoornweg: „Er kwam een prachtige optocht in voor, heel gedetailleerd uitgewerkt, allemaal mensjes. Maar we hadden ook een stokbrood dat een vliegtuig voorstelde. En een banaan, die zelfmoord pleegde door van een flatgebouw af te springen.”

Helle: „Maar iedereen gelóófde die stad. Je ging erin mee.” Kalker: „Als publiek ben je actief betrokken bij het ontstaan van de illusie. Dat maakt dat je erin meegaat. Niet alleen wij blazen leven in zo’n banaan. Als toeschouwer doe je dat voor een groot deel zelf. Met je verbeelding, je herinnering. Het vergt een actieve manier van kijken.” Helle: „Dat is iets magisch, dat je ziet hoe een pop of een object in het hier en nu tot leven komt.” „Dat mechanisme maakt poppentheater ook heel geschikt voor verhalen over de dood”, zegt Kalker. „Over rouw. Omdat je er als toeschouwer in zekere zin zelf leven in blaast, voelt ook het sterven van zo’n pop heel echt.”

Pauline Kalker en Arlène Hoornweg tijdens de repetitie van De val van Granada bij Hotel Modern
Foto Hedayatullah Amid / NRC

Manipulatie

Ook in de muziektheatervoorstelling POPpulisme van Het Filiaal theatermakers, de Gouden Krekelwinnaar van 2023 die dit seizoen opnieuw in de theaters te zien is, spelen niet acteurs, maar poppen de hoofdrol. Anders dan Hotel Modern werkt artistiek directeur en regisseur Monique Corvers juist graag in de eerste plaats voor een jeugdig publiek. „Het is inspirerend om voor kinderen te werken, omdat ze zo goed kijken. Toon vijftig kinderen en vijftig volwassenen dezelfde voorstelling en laat ze na afloop een lijst opstellen met alles wat ze gezien en gehoord hebben. Je zult zien: de lijst van de kinderen is veel langer.”

„Ik wilde een voorstelling maken over manipulatie”, vertelt ze in het atelier van het gezelschap in Utrecht. „En ik dacht al langer na over een voorstelling met alleen maar poppen. Toen de woordspeling ‘pop-pulisme’ me door het hoofd schoot wist ik meteen dat het project over manipulatie poppentheater moest worden. Poppen worden per definitie gemanipuleerd door de acteur die ze bespeelt.”

Ook Corvers benadrukt de actieve rol van de toeschouwer bij het tot leven wekken van een pop: „Je investeert in het verhaal met je eigen verbeeldingskracht. Poppen kunnen je om die reden makkelijker inpalmen dan acteurs. Een poppenspeler kan met een klein lapje een hele zaal aan het snotteren krijgen.”

Met haar idee, poppentheater over manipulatie, benaderde Corvers schrijfster Eva Gouda. „Zij ging op zoek naar een simpel gegeven waarmee je de werking van manipulatie inzichtelijk kon maken. Ze bedacht, briljant vind ik, om het stuk te laten draaien om schaduw. Van schaduw weten ook kinderen dat het ‘gewoon bestaat’. Je hoeft je hand maar voor een lamp te houden en je ziet het.”

Gouda’s stuk speelt zich af in een koninkrijk dat bestaat uit een zonovergoten berg en een dal dat het grootste deel van de dag in de schaduw ligt. De dalbewoners (‘dallers’) hebben daar vrede mee. Totdat ene Barrie, een figuur met een blonde kuif, beweert dat de bergers de zon hebben gestolen. Met veel charme en overtuigingskracht zweept hij de dallers op om in opstand te komen.

„Barrie ontkent schaamteloos het bestaan van schaduw”, zegt Corvers. „Als een sterrenkundige hem tijdens een optreden in een talkshow wijst op wetenschappelijke bewijzen, doet hij die af als leugens. En zo werkt het. Zo wint een populist elke discussie. Omdat een gemiddelde mens graag wíl geloven dat er voor problemen een simpele oplossing bestaat, worden types als Barrie omarmd, hoe absurd hun uitspraken ook zijn.”

Ook kinderen zijn er gevoelig voor, zo blijkt. „Er zit een liedje in de voorstelling: ‘Niets is erger dan een berger’. Dat is een soort mix tussen een carnavalskraker en een nazi-lied. Soms gaan alle kinderen in de zaal bij dat lied meeklappen. Dat heeft iets griezeligs. Niet dat het erg is, hè. De wens om mee te willen doen is heel groot, heel wezenlijk. Daar gaat de voorstelling ook over.”

Ze wil geen politieke boodschap overbrengen, haast Corvers zich te zeggen: „Ik wil kinderen gereedschap aanreiken waarmee ze naar de wereld kunnen kijken. Zodat zo’n kind zich, als het bijvoorbeeld op tv ziet hoe iemand wetenschappelijke feiten afdoet als leugens, kan afvragen: ‘Is dat misschien ook een Barrie?’”

Inquisitie

Ook de drie performers van Hotel Modern hielden zich voor hun nieuwe voorstelling De val van Granada bezig met het fenomeen schaduw. De val van Granada gaat over de ondergang van het Moorse rijk in Europa. In 1492 maakte de Spaanse Inquisitie met geweld een einde aan een eeuwenlange periode waarin moslims, christenen en joden vreedzaam met elkaar hadden samengeleefd. Het was de glorietijd van de islam in Europa, die nadien rigoureus uit de geschiedenisboeken werd weggegumd. Het idee voor het project kwam van Abdelkader Benali, die het grootste deel van de tekst schreef (ook Helle, Kalker en Hoornweg leverden tekstbijdragen) en die in de voorstelling optreedt als verteller.

„Omdat Abdelkaders tekst al heel veel in detail vertelt, zou het te veel zijn geweest om in beeld ook nog eens alles uit te gaan spelen”, zegt Kalker. „Dus we moesten op zoek naar een andere vorm. Abstracter. Zo kwamen we op het idee van een schimmenspel. Geen camera’s, maar schaduwen. Inhoudelijk past die vorm ook heel mooi. Een schaduw is ‘dat waar geen licht op valt’, in feite maak je een afwezigheid zichtbaar. Dat is natuurlijk prachtig, als je een verhaal vertelt over een verdwenen wereld.”

Een terugkerend thema in al hun werk, vertelt Kalker, is dat ze in hun voorstellingen spelen met verschillende perspectieven. Letterlijk. „In de voorstellingen waarin we camera’s gebruiken, gebruiken we altijd meerdere camera’s, meerdere kijkrichtingen, verschillende soorten lenzen ook.” In De val van Granada bereikt de groep een vergelijkbaar effect door met verschillende lampen tegelijk te werken, waardoor objecten meer dan één schaduw krijgen. „Dat maakt het beeld diffuser”, zegt Helle, „Minder eenduidig. Interessanter.”

Dat een ander perspectief ook een andere lading kan geven aan de inhoud, ondervond Corvers bij het maken van POPpulisme. „Schrijver Eva Gouda dacht dat ze een komedie had geschreven”, vertelt Monique Corvers, „En dat is het ook, het is een vreselijk grappig stuk. Maar toen we er eenmaal in het repetitielokaal mee aan de slag gingen, werd direct ook de wrange ernst ervan duidelijk.”

De opmars van Barrie heeft, zo valt te voorspellen, catastrofale gevolgen voor zowel de bergers als de dallers. De voorstelling zou ongeloofwaardig zijn geweest als Gouda daar een happy ending aan gebreid had. Dat deed ze dan ook niet. Kinderen hebben daar nooit zo veel moeite mee, vertelt Corvers, „Maar hun ouders soms wel. Kinderen kunnen meer aan dan veel ouders denken. Soms komen volwassenen na afloop van de voorstelling naar me toe”, vertelt Corvers. „‘Maar waar is de hoop?’ vragen ze.” Corvers wijst naar een denkbeeldige tribune. „‘Dáár,’ antwoord ik dan.”

De val van Granada van Hotel Modern en Abdelkader Benali. Première: 6 maart in Theater Rotterdam. Daarna op tour t/m 29 mei. Info: hotelmodern.nl
POPpulisme van Het Filiaal. Tekst: Eva Gouda. Regie: Monique Corvers. Poppen: Eva Arends. Op tour t/m 3 mei. Info: hetfiliaal.nl