Jia Zhang-ke, ‘chroniqueur van het moderne China’, monteert virtuoos van oude beelden een nieuwe film

In 2018 vertelde regisseur Jia Zhang-ke dat hij een plannetje had voor zijn pensioen. Als hij te oud en moe werd om films te maken zou hij in zijn eigen oeuvre duiken. In al die uren geschoten en ongebruikte beelden voor meesterwerken als Platforms, Still Life, Ash is Purest White, en er gewoon nieuwe films van snijden.

Het bleek eerder nodig dan verwacht. Toen de pandemie filmen in China bijna onmogelijk maakte, lijmde Jia uit twintig jaar materiaal (en één nieuwe opname) een nieuwe film aan elkaar: Caught by the Tides, deze week in de bioscoop. Het is een interessant montage-experiment: kan er uit bekende beelden iets nieuws ontstaan?

Als iemand het moest proberen, is het wel Jia. Veel van het werk van China’s grootste filmmaker draait om het verstrijken van tijd, om culturele veranderingen en de invloed daarvan op ‘gewone mensen’. In zijn films zag je China verwesteren nadat het zich had ontworsteld aan de monolithische cultuur die Mao achterliet en nieuwe, mondiale ambities ontstaan. Hoe mensen gewend raakten aan een nieuw China, uit op winst en vooruitgang: een straalmotor waar mensen, dorpen en hele culturen ingezogen worden. Jia situeerde meerdere films rond de bouw van de Drieklovendam, waarbij 1,2 miljoen mensen verplaatst werden voor een stuwmeer. Altijd stonden daarbij gewone Chinezen centraal: morsige artiesten, winkeliers, kleine gangsters. De mensen die de tijd voortstuwen, meebewegen of achterblijven.

Belangrijker voor dit experiment: in bijna al die films was er een rol voor actrice Zhao Tao, zijn muze, samenwerker en echtgenoot. In Caught by the Tides zien we haar twintig jaar ouder worden in beelden gefilmd voor onder meer Unkown pleasures, Still Life, Ash is Purest White.

De toekomst in

Haar personage heet in deze film Qiao Qiao, en we ontmoeten haar in 2001. Ze is dan jong en danst: eerst op Chinese opera, al snel op Engelstalige elektropop in nachtclubs. We zien haar verliefd worden op kleinstedelijke boef Bin, alles vrijwel zonder dialoog. Uiteindelijk verlaat hij haar voor een carrière in Shanxi; de rest van de film zal ze naar hem zoeken. Ondertussen zien we mijnwerkers gehurkt roken (een Jia-special), boten die op de Yangtze glijden, de chaos van de stad. Poëtische beelden als uilenballen waarin allerlei betekenissen zijn samengeperst. Signalen van China’s transformatie.

Het klinkt wat onthecht, zeker als je weet dat er zeker vijf verschillende camera’s gebruikt zijn en de beelden ook nog documentaire en fictie mengen. Maar gek genoeg voelt het meestal niet zo. De montage is virtuoos, met fades, camera-glitches, titelkaartjes en constante muziek. De film is constant en onverbiddelijk in beweging, als de tijd zelf.

Maar in het midden begin je de voegen en naden te zien. Zhao Tao is op zoek naar Bin in Shanxi, een stad die spoedig onder water zal staan door de geplande Drieklovendam. Vrijwel exact dezelfde beelden zagen we in twee andere films: Still Life, en Ash is Purest White. Je verliest het ‘nieuwe verhaal’ uit het oog: het voelt gekunsteld. En het drama rond de Drieklovendam verliest kracht omdat je het nu alleen nog maar met Jia zélf associeert.

Het interessantste komt aan het einde van de 22 jaar die Caught by the Tides bestrijkt. In nieuwe beelden zien we China ten tijde van de pandemie: ontsmettingsmiddel stuift door de lucht. Een kreupele Bin bezoekt een tandeloze leeftijdsgenoot die TikTok-ster geworden is. Qiao Qiao lacht om citaten over de liefde die een supermarktrobot aan haar opdreunt. Wie in de films van de ‘chroniqueur van het moderne China’ een les over de huidige tijd wil trekken vindt die hier: door globalisering, sociale media en pandemie lijkt een nieuwe monocultuur ontstaan.

Deze beelden binden de film uiteindelijk op wonderlijke wijze aan elkaar. Pas bij het laatste shot begrijp je ongeveer waarnaar je hebt gekeken. In het opgroeien van Qiao Qiao kan je het opgroeien van het nieuwe China zien. Ze feestte losbandig en westers na Mao. Ze zocht temidden van bouwvallen en industrie naar een identiteit. En uiteindelijk rent ze, weg van traditionalisme, letterlijk de nieuwe toekomst in.